Nectar 3e editie biologie 4 vwo leerboek
Inhoudsopgave BiNaS-tabellen
§1 De definitie van een soort (CE) 78
§2 Populaties (CE)
§3 Elke soort is anders (CE)
§4 Relaties (CE) 93B + 93D + 93E1
§1 De definitie van een soort
Soorten bestaan uit organismen die onderling vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. De
organismen hebben grote overeenkomsten in eigenschappen, gedrag en leefgebied.
De wetenschappelijke naam van een soort (binominale naamgeving) bestaat uit twee delen:
- geslachtsnaam (met hoofdletter)
- soortaanduiding
In de taxonomie delen biologen soorten op grond van verwantschap in (meestal vastgesteld door
DNA-onderzoek).
- soort → geslacht → familie → orde → klasse → rijk
De grens tussen soorten is vaag. Soms kruisen verschillende soorten met elkaar en krijgen ze
levensvatbare nakomelingen (hybriden). Meestal zijn hybriden onvruchtbaar, zodat een grotere
vermenging van soorten niet optreedt.
§2 Populaties
Soorten vormen populaties: geografisch min of meer gescheiden groepen organismen. Tussen deze
populaties is weinig onderlinge voortplanting. Wanneer individuen een populatie verlaten kunnen ze
een nieuwe populatie vormen of een andere, bestaande populatie versterken.
Door versnippering (opdelen van het leefgebied in kleine stukken) is de mogelijkheid tot
voortplanting voor de organismen van een populatie beperkt: ze kunnen elkaar nauwelijks bereiken.
Via ontsnippering proberen mensen populaties op peil te houden.
Wanneer de levensvoorwaarden voor een soort verbeteren, kan een populatie groeien. Het
territorium is het leefgebied van één dier.
1e vangst x 2e vangst
Populatiegrootte bepalen met de volgende formule p=
gemerkte dieren 2e vangst
§3 Elke soort is anders
Elk soort heeft een habitat: natuurlijke leefomgeving van de soort.
Voor de verschillende milieufactoren kent elke soort tolerantiegrenzen. Bij overschrijding sterft de
populatie. Het tolerantiegebied kent een optimumwaarde waarbij de abiotische factor voor het
grootste aantal individuen van de soort het meest gunstig is.