Hoofdstuk 3.1; kennismaking met India en Groot-Brittannië.
Kolonie Brits-Indië.
Rond 1900 is Groot-Brittannië een wereldrijk & machtigste land. India is onderdeel van
overzeese kolonie Brits-Indië. Door industrialisatie is de behoefte in Engeland voor
grondstoffen & afzetgebieden groot. India is een exploitatie kolonie van Engeland, het levert
katoen, jute, zijde & thee. Haven & spoorlijnen aangelegd om grondstoffen van de vindplek
naar de haven te brengen. De inheemse elite moet zorgen dat de Indiërs zoveel mogelijk
verplaatsen.
Australië was een vestigingskolonie van Engeland.
Dekolonisatie.
De leidende positie van GB kwam onderdruk te staan door 2 wereldoorlogen en een crisis. In
1947 werd, onder aanvoering van Gandhi, dekolonisatie een feit, Britten verloren hun grip en
raakte koloniën in Brits-Indië kwijt dat werden Sri Lanka, India, Pakistan en Bangladesh.
India werd een democratische republiek met een grondwet, wel bleef het lid van het Britse
gemenebest, vrijwillige overeenkomst tussen 53 onafhankelijke staten, met de Britse koningin
als symbolisch hoofd maar was Engeland niks meer verplicht. Na ong. 100 jaar zijn er in
beide landen economisch- en sociaal-cultureel sporen te vinden.
Veel Indiërs zijn na de onafhankelijkheid geëmigreerd naar Engeland om een beter bestaan op
te bouwen, mede hierdoor is Groot-Brittannië een multiculturele samenleving. Indiërs vormen
met 2 miljoen mensen de grootste niet-westerse ethische groep in het verenigd koninkrijk.
In India drinkt men dagelijks een kopje thee, ook is Engels de officiële tweede taal in India.
Verstedelijking.
1800 is Engeland een plattelandssamenleving, de meeste mensen wonen op het platteland en
leven van landbouw. 200 jaar later woont ong. 90% in de steden.
Snelle verstedelijkingkwam door de uitvinding van de stoommachine want de kolen waren
alleen te vinden in Midden-Engeland en rondom deze mijnen werden fabrieken gebouwd,
arbeiders kwamen hierdoor in de stad te wonen zoals Manchester, Birmingham, Leeds,
Sheffield en
Kolonie Brits-Indië.
Rond 1900 is Groot-Brittannië een wereldrijk & machtigste land. India is onderdeel van
overzeese kolonie Brits-Indië. Door industrialisatie is de behoefte in Engeland voor
grondstoffen & afzetgebieden groot. India is een exploitatie kolonie van Engeland, het levert
katoen, jute, zijde & thee. Haven & spoorlijnen aangelegd om grondstoffen van de vindplek
naar de haven te brengen. De inheemse elite moet zorgen dat de Indiërs zoveel mogelijk
verplaatsen.
Australië was een vestigingskolonie van Engeland.
Dekolonisatie.
De leidende positie van GB kwam onderdruk te staan door 2 wereldoorlogen en een crisis. In
1947 werd, onder aanvoering van Gandhi, dekolonisatie een feit, Britten verloren hun grip en
raakte koloniën in Brits-Indië kwijt dat werden Sri Lanka, India, Pakistan en Bangladesh.
India werd een democratische republiek met een grondwet, wel bleef het lid van het Britse
gemenebest, vrijwillige overeenkomst tussen 53 onafhankelijke staten, met de Britse koningin
als symbolisch hoofd maar was Engeland niks meer verplicht. Na ong. 100 jaar zijn er in
beide landen economisch- en sociaal-cultureel sporen te vinden.
Veel Indiërs zijn na de onafhankelijkheid geëmigreerd naar Engeland om een beter bestaan op
te bouwen, mede hierdoor is Groot-Brittannië een multiculturele samenleving. Indiërs vormen
met 2 miljoen mensen de grootste niet-westerse ethische groep in het verenigd koninkrijk.
In India drinkt men dagelijks een kopje thee, ook is Engels de officiële tweede taal in India.
Verstedelijking.
1800 is Engeland een plattelandssamenleving, de meeste mensen wonen op het platteland en
leven van landbouw. 200 jaar later woont ong. 90% in de steden.
Snelle verstedelijkingkwam door de uitvinding van de stoommachine want de kolen waren
alleen te vinden in Midden-Engeland en rondom deze mijnen werden fabrieken gebouwd,
arbeiders kwamen hierdoor in de stad te wonen zoals Manchester, Birmingham, Leeds,
Sheffield en
