Problem 3; Beyond intelligence
1. Wat is juist over de Dark Triad, volgens het artikel van van der Linden, Pelt, Dunkel
& Born (2017)?
A) De Dark Triad bestaat uit de volgende drie kenmerken; machiavellisme, neuroticisme en
psychopathie.
B) Mensen die hoog scoren op de kenmerken van de Dark Triad worden minder snel
aangenomen.
C) De relatie tussen kenmerken van de Dark Triad en werkprestatie is afhankelijk van het
soort baan.
Het juiste antwoord op deze vraag is C. Het klopt dat de relatie tussen kenmerken van de
Dark Triad en werkprestatie afhankelijk is van het type baan. Zo is het voor een baan als
manager of verkoper best functioneel wanneer je bezit over manipulatieve vaardigheden. In
de kunstensector of zelfs in de wetenschap blijkt psychopathie positief te correleren met
creativiteit, wat een prestatie verhogend effect heeft. Met deze kennis kan vraag B eigenlijk
gelijk al worden doorgestreept als fout antwoord. Voor sommige banen zijn bepaalde
kenmerken van de Dark Triad dus niet per definitie slecht of onwenselijk, maar kunnen ze
soms zelfs juist nuttig zijn. Bij antwoord B zou dus moeten worden toegevoegd dat dit ook
baan afhankelijk is. Er kan niet in zijn algemeenheid gesteld worden dat mensen minder snel
worden aangenomen. Antwoord A is ook onjuist omdat neuroticisme geen kenmerk is van de
Dark Triad maar van het Vijf Factor Model van persoonlijkheid. De Dark Triad bestaat uit
drie kenmerken. De eerste is machiavellisme, dat zich typeert door een gebrek aan empathie
en moreel besef en een neiging tot manipulatie wanneer daar iets voor eigen belang uit valt te
halen. Narcisme wordt gekenmerkt door een onrealistisch en overdreven positief beeld van
het eigen kunnen of de eigen persoonlijkheid. Het laatste kenmerk is psychopathie wat
gekarakteriseerd wordt door impulsieve acties, angst, antagonisme en wederom een gebrek
aan empathie.
2. Welke stellingen zijn juist volgens de bevindingen in het artikel van Lee, Ashton en
de Vries (2005)?
I. Het Five Factor Model is een goede voorspeller van werkplaats delinquentie en
openlijke integriteit.
II. HEXACO bestaat uit het Five Factor Model en hiernaast is de factor honesty-
humility er aan toegevoegd.
A) Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
B) Stelling I onjuist en stelling II is juist.
C) Beide stellingen zijn juist.
Het juiste antwoord op de vraag is B. De eerste stelling klopt niet en de tweede stelling wel.
Het Five Factor Model bestaat uit: openheid, conscientiousness, extraversie, agreeableness en
neuroticisme. Dit model blijkt beperkt in het voorspellen van werkplaats variabelen als
delinquentie en openlijke integriteit. Met deze variabelen wordt gekeken naar fraude, stelen,
sabotage, middelenmisbruik en hoe mensen hier tegenover staan. De factoren uit dit model
, hebben lage effectgroottes met de twee genoemde variabelen. Op basis hiervan kan je stellen
dat stelling I onjuist is. Een aantal studies suggereert dat er een zesde factor bestaat. Deze
factor kijkt naar oprechtheid, eerlijkheid en gebrek aan hebberigheid. Hiermee wordt gemeten
of een persoon geneigd is om anderen uit te buiten. De zesde factor heet honesty-humility en
in combinatie met de vijf andere factoren vormt dit het HEXACO model. Stelling II is dus
correct.
3. Wat is onjuist over de resultaten uit het artikel van Jonason (2014), over baankeuze
en de Dark Triad?
A) Sekseverschillen in baankeuze kunnen deels voorspeld worden door individuele
verschillen op de kenmerken van de Dark Triad.
B) Vrouwen scoren hoger dan mannen op sociale en artistieke baankeuzes.
C) Machiavellisme is positief geassocieerd met carrière interesse voor ondernemende banen.
Het juiste antwoord op de vraag is C. Dit is de enige van de drie die een onjuist resultaat
weergeeft. De hypothese was dat machiavellisten zich aangetrokken voelen tot banen die
leiden tot statusverhoging en toename van sociale invloed, banen gerelateerd aan bijvoorbeeld
ondernemerschap. Uit de studies bleek echter dat deze hypothese werd verworpen en dat
machiavellisme niet correleert met interesse in ondernemerschapsbanen. Antwoord A is
onjuist omdat het iets benoemt wat klopt. Uit de studies is gebleken dat de kenmerken van de
Dark Triad inderdaad medieerden voor sekseverschillen in beroepskeuzes. Uit beide studies
kwam naar voren dat psychopathie het sekseverschil in realistische en praktische baan
interesses medieert. In de eerste studie waren narcisme en machiavellisme ook mediatoren
voor het sekseverschil in artistieke en sociale beroepskeuzes. Tot slot is ook antwoord B
onjuist omdat ook hier een correct resultaat wordt gegeven. Uit de onderzoeken is gebleken
dat mannen in het algemeen hoger scoren op alle aspecten van de Dark Triad, en op
beroepskeuze voor realistische banen. Vrouwen scoorden dan weer hoger op beroepskeuze
voor sociale en artistieke banen. Deze baankeuze is weer positief gecorreleerd met narcisme.
4. Welke stelling is juist met betrekking tot de General Factor of Personality?
I. De gevonden resultaten voor de General Factor of Personality zijn overschat
omdat er sprake is van een reactiebias.
II. De General Factor of Personality is een weergave van soorten sociaal wenselijk
gedrag.
A) Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
B) Stelling I is onjuist en stelling II is juist
C) Beide stellingen zijn onjuist.
Deze vraag is gebaseerd op informatie uit het artikel van Van der Linden et al. (2014). Het
juiste antwoord op deze vraag is antwoord B. Het is inderdaad zo dat de eerste stelling fout is
en de tweede stelling correct. De General Factor of Personality is een persoonlijkheidsmeting
die sociaal wenselijke aspecten van persoonlijkheid meten. Deze informatie bevestigt dus
1. Wat is juist over de Dark Triad, volgens het artikel van van der Linden, Pelt, Dunkel
& Born (2017)?
A) De Dark Triad bestaat uit de volgende drie kenmerken; machiavellisme, neuroticisme en
psychopathie.
B) Mensen die hoog scoren op de kenmerken van de Dark Triad worden minder snel
aangenomen.
C) De relatie tussen kenmerken van de Dark Triad en werkprestatie is afhankelijk van het
soort baan.
Het juiste antwoord op deze vraag is C. Het klopt dat de relatie tussen kenmerken van de
Dark Triad en werkprestatie afhankelijk is van het type baan. Zo is het voor een baan als
manager of verkoper best functioneel wanneer je bezit over manipulatieve vaardigheden. In
de kunstensector of zelfs in de wetenschap blijkt psychopathie positief te correleren met
creativiteit, wat een prestatie verhogend effect heeft. Met deze kennis kan vraag B eigenlijk
gelijk al worden doorgestreept als fout antwoord. Voor sommige banen zijn bepaalde
kenmerken van de Dark Triad dus niet per definitie slecht of onwenselijk, maar kunnen ze
soms zelfs juist nuttig zijn. Bij antwoord B zou dus moeten worden toegevoegd dat dit ook
baan afhankelijk is. Er kan niet in zijn algemeenheid gesteld worden dat mensen minder snel
worden aangenomen. Antwoord A is ook onjuist omdat neuroticisme geen kenmerk is van de
Dark Triad maar van het Vijf Factor Model van persoonlijkheid. De Dark Triad bestaat uit
drie kenmerken. De eerste is machiavellisme, dat zich typeert door een gebrek aan empathie
en moreel besef en een neiging tot manipulatie wanneer daar iets voor eigen belang uit valt te
halen. Narcisme wordt gekenmerkt door een onrealistisch en overdreven positief beeld van
het eigen kunnen of de eigen persoonlijkheid. Het laatste kenmerk is psychopathie wat
gekarakteriseerd wordt door impulsieve acties, angst, antagonisme en wederom een gebrek
aan empathie.
2. Welke stellingen zijn juist volgens de bevindingen in het artikel van Lee, Ashton en
de Vries (2005)?
I. Het Five Factor Model is een goede voorspeller van werkplaats delinquentie en
openlijke integriteit.
II. HEXACO bestaat uit het Five Factor Model en hiernaast is de factor honesty-
humility er aan toegevoegd.
A) Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
B) Stelling I onjuist en stelling II is juist.
C) Beide stellingen zijn juist.
Het juiste antwoord op de vraag is B. De eerste stelling klopt niet en de tweede stelling wel.
Het Five Factor Model bestaat uit: openheid, conscientiousness, extraversie, agreeableness en
neuroticisme. Dit model blijkt beperkt in het voorspellen van werkplaats variabelen als
delinquentie en openlijke integriteit. Met deze variabelen wordt gekeken naar fraude, stelen,
sabotage, middelenmisbruik en hoe mensen hier tegenover staan. De factoren uit dit model
, hebben lage effectgroottes met de twee genoemde variabelen. Op basis hiervan kan je stellen
dat stelling I onjuist is. Een aantal studies suggereert dat er een zesde factor bestaat. Deze
factor kijkt naar oprechtheid, eerlijkheid en gebrek aan hebberigheid. Hiermee wordt gemeten
of een persoon geneigd is om anderen uit te buiten. De zesde factor heet honesty-humility en
in combinatie met de vijf andere factoren vormt dit het HEXACO model. Stelling II is dus
correct.
3. Wat is onjuist over de resultaten uit het artikel van Jonason (2014), over baankeuze
en de Dark Triad?
A) Sekseverschillen in baankeuze kunnen deels voorspeld worden door individuele
verschillen op de kenmerken van de Dark Triad.
B) Vrouwen scoren hoger dan mannen op sociale en artistieke baankeuzes.
C) Machiavellisme is positief geassocieerd met carrière interesse voor ondernemende banen.
Het juiste antwoord op de vraag is C. Dit is de enige van de drie die een onjuist resultaat
weergeeft. De hypothese was dat machiavellisten zich aangetrokken voelen tot banen die
leiden tot statusverhoging en toename van sociale invloed, banen gerelateerd aan bijvoorbeeld
ondernemerschap. Uit de studies bleek echter dat deze hypothese werd verworpen en dat
machiavellisme niet correleert met interesse in ondernemerschapsbanen. Antwoord A is
onjuist omdat het iets benoemt wat klopt. Uit de studies is gebleken dat de kenmerken van de
Dark Triad inderdaad medieerden voor sekseverschillen in beroepskeuzes. Uit beide studies
kwam naar voren dat psychopathie het sekseverschil in realistische en praktische baan
interesses medieert. In de eerste studie waren narcisme en machiavellisme ook mediatoren
voor het sekseverschil in artistieke en sociale beroepskeuzes. Tot slot is ook antwoord B
onjuist omdat ook hier een correct resultaat wordt gegeven. Uit de onderzoeken is gebleken
dat mannen in het algemeen hoger scoren op alle aspecten van de Dark Triad, en op
beroepskeuze voor realistische banen. Vrouwen scoorden dan weer hoger op beroepskeuze
voor sociale en artistieke banen. Deze baankeuze is weer positief gecorreleerd met narcisme.
4. Welke stelling is juist met betrekking tot de General Factor of Personality?
I. De gevonden resultaten voor de General Factor of Personality zijn overschat
omdat er sprake is van een reactiebias.
II. De General Factor of Personality is een weergave van soorten sociaal wenselijk
gedrag.
A) Stelling I is juist en stelling II is onjuist.
B) Stelling I is onjuist en stelling II is juist
C) Beide stellingen zijn onjuist.
Deze vraag is gebaseerd op informatie uit het artikel van Van der Linden et al. (2014). Het
juiste antwoord op deze vraag is antwoord B. Het is inderdaad zo dat de eerste stelling fout is
en de tweede stelling correct. De General Factor of Personality is een persoonlijkheidsmeting
die sociaal wenselijke aspecten van persoonlijkheid meten. Deze informatie bevestigt dus
