Praktisch Straf(proces)recht
Mr. H.J. Starrenburg
Mr. M.P. de Graaf
Hfst 1
Vraag Antwoord
1. Waar gaat het Wetboek van Strafrecht (Sr) over? Dit draait om strafbare feiten. De grootste gedeelte bevat
bepalingen waarin staat wat strafbaar is en welke straf op
de overtreding van de bepaling staat.
2. Wat is een strafbaar feit? Is een menselijke gedraging die valt binnen een
delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan schuld te
wijten is.
3. Wanneer is iemand een verdachten? Art. 27 Sv:
Iemand wordt als verdachten aangemerkt als een redelijke
vermoede is dat deze persoon een strafbaar feit heeft
gepleegd.
4. Welke 4 voorwaarden zijn er om van een strafbaar 1. Het gaat om een menselijke gedraging.
feit te kunnen spreken? 2. De gedraging valt binnen een delictsomschrijving.
3. De gedraging is wederrechtelijk.
4. De gedraging is aan schuld te wijten.
5. Wat wordt bedoeld met een menselijke gedraging? Dat een persoon een gedraging heeft verricht. Of te wel een
gewilde spierbeweging heeft uitgeoefend.
Overigens kan de gedraging bestaan uit een doen of een
nalaten.
6. Wat wordt er bedoeld met de menselijke Hierbij is doorslaggevend dat de verdachten een
gedraging die bestaat uit het nalaten? spierbeweging had kunnen maken, maar dit niet heeft
gedaan.
7. Wie kan een strafbaar feit plegen? Natuurlijke mensen en rechtspersonen.
8. Wat is functioneel daderschap? Dit is als een rechtspersoon een strafbaar feit heeft
gepleegd.
9. Wat is een delictsomschrijving? Dit is een omschrijving van een menselijke gedraging die
volgens de wet verboden zijn.
10. Wat houdt het legaliteitsbeginsel in? Art. 1 Sr.
Een feit is pas strafbaar als er voorafgaand aan de gedraging
een wettelijke strafbepaling is geformuleerd.
Een delictsomschrijving moet altijd wettelijk zijn vastgelegd.
11. Wat wordt bedoeld met wederrechtelijke In strijd met het recht.
gedraging?
12. Op welke grond kan een verdachten zich beroepen Rechtvaardigheidsgrond
om de wederrechtelijkheid aan te vechten?
13. Wat wordt bedoeld met de gedraging is aan schuld De gedraging moet de verdachten worden toegerekend. Er
te wijten? is sprake van verwijtbaarheid als de verdachten anders had
kunnen handelen, maar dat niet heeft gedaan.
14. Wat houdt de schulduitsluitingsgrond in? Een verdachten beroep zich op schulduitsluitingsgrond als er
een omstandigheid is waardoor hem geen verwijt kan
worden gemaakt.
,15. Wat zijn elementen? Wederrechtelijkheid en schuld.
De elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand
te kunnen straffen.
16. Wat zijn bestanddelen? De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat.
De bestanddelen staan altijd in een tenlastelegging
opgenomen en moeten door een rechter bewezen worden
verklaard.
17. Noem de verschillende types strafbare feiten. 1. Misdrijf
2. Overtreding
3. Formele delicten
4. Materiële delicten
5. Commissiedelicten
6. Omissiedelicten
7. Gronddelicten
8. Gekwalificeerde delicten
9. Geprivilegieerde delicten
18. Waar vindt je misdrijven en overtredingen in de Misdrijven – Boek 2 Wetboek van Strafrecht
wet? Overtredingen – Boek 3 Wetboek van Strafrecht
19. Wat zijn de belangrijke verschillen tussen een Misdrijven zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de
misdrijf en een overtreding? overtreder ervan zwaarder gestraft moet woden. Op
misdrijven staat dan ook altijd een gevangenisstraf.
Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft
gemeend dat de strafbedreiging wat minder mag zijn. Voor
overtreding krijgt de dader een geldboete of hechtenis.
20. Welke belangrijke reden is er voor de wetgever om Procesrechtelijk.
een onderscheid te maken tussen een misdrijf en Overtredingen behoren tot de bevoegdheid van de
een overtreding? kantonrechter; misdrijven tot de bevoegdheid van de
rechtbank.
21. Wat zijn het verschil tussen een formeel en De wijze waarop de wetgever het delict in de wet heeft
materieel delict? omschreven.
22. Wat is een formeel delict? Dit zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen.
23. Wat zijn een materiële delicten? Dit zijn delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg
juist strafbaar.
24. Wat is een commissiedelict? Dit zijn een delicten die een bepaald handelen strafbaar
stellen.
25. Wat is een omissiedelict? Dit zijn een delict die het nalaten strafbaar stellen.
26. Wat is bijzonder aan een omissiedelict? In de delictsomschrijving moet altijd goed omschrijven staan
welk nalaten aan wie moet worden toegerekend.
27. Wat is een gronddelict? Uitgangspunt dat een bepaalde gedraging strafbaar is
gesteld.
28. Wat is een gekwalificeerd delict? Dat is een delict die ernstiger is dan het gronddelict.
Kent ook een zwaardere straf dan het gronddelict.
29. Wat is een geprivilegieerd delict? Dit is een lichtere variant van het gronddelict met een lagere
strafbedreiging.
, Hfst 2
Vraag Antwoord
1. Wat houdt de leer van Remmelink in? Dit is de eerste betekenis van wederrechtelijk en kan
worden opgevat als ‘zonder toestemming van de
rechthebbende’. Hierbij gaat het overigens niet alleen om
een privaatrechtelijke bevoegdheid van de verdachte maar
kan ook een publiekrechtelijke bevoegdheid bedoeld
worden.
2. Welke andere betekenis naast de leer van In strijd met het recht.
Remmelink heeft wederrechtelijkheid?
3. Waar wordt de betekenis van wederrechtelijkheid In het proces-verbaal.
genoemd?
Hfst 3
Vraag Antwoord
1. Welke twee betekenissen kan juridische gezien aan 1. Handelen als je met je handelen kwaad in zin hebt.
omzet worden gegeven? 2. Opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft.
2. Wat houdt boos opzet in? Wanneer de verdachten willens en wetens de strafwet heeft
overtreden. De verdachten wist dat hij de wet overtrad en
hij heeft dat ook gewild.
3. Wat is kleurloos opzet? Bij kleurloos omzet wordt er alleen gekeken naar de
handelen van verdachten. Wanneer een verdachten willens
en wetens heeft gehandeld, is er spraken van (kleurloos)
opzet.
4. Welke vorm van opzet gaat de wetgever vanuit? Kleurloos opzet. Wanneer een verdachte willens en wetens
heeft gehandeld, is zijn handelen opzettelijk geweest.
5. Welke verschillende vormen van opzet zijn er? 1. Opzet als bedoeling.
2. Opzet als zekerheidsbewustzijn.
3. Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn.
4. Voorwaardelijke opzet.
6. Wat heeft de verschillende vorm van opzet in Dat de verdachte willens en wetens heeft gehandeld.
gemeen?
7. Wat is het verschil tussen de verschillende vormen In hoeverre een verdachte iets heeft gewild of geweten.
van opzet?
8. Wat houdt opzet als bedoeling in? Een verdachte heeft een bepaalde bedoeling en daarom
pleegt hij een strafbaar feit. De verdachte wil dat een gevolg
intreedt en daarom handelt hij.
9. Wat wordt bedoeld met de bestanddeel ‘oogmerk’ Als er gesproken worden over opzet als bedoeling, dan komt
bij opzet met bedoeling? dit naast het bestanddeel opzet, in een delictsomschrijving
Waarom is dit belangrijk? vaat tot uiting door het bestanddeel oogmerk.
Bij oogmerk gaat het om het doel dat een verdachte heeft.
Om dit doel te realiseren, pleegt de verdachten willens en
wetens een strafbaar feit.
Er wordt gekeken naar het naaste doel van de verdachte en
niet zijn uiteindelijke doel.
10. Wat houdt opzet als zekerheidsbewustzijn in? Het moet namelijk gaan om een gevolg waar de wil van de
Mr. H.J. Starrenburg
Mr. M.P. de Graaf
Hfst 1
Vraag Antwoord
1. Waar gaat het Wetboek van Strafrecht (Sr) over? Dit draait om strafbare feiten. De grootste gedeelte bevat
bepalingen waarin staat wat strafbaar is en welke straf op
de overtreding van de bepaling staat.
2. Wat is een strafbaar feit? Is een menselijke gedraging die valt binnen een
delictsomschrijving en die wederrechtelijk en aan schuld te
wijten is.
3. Wanneer is iemand een verdachten? Art. 27 Sv:
Iemand wordt als verdachten aangemerkt als een redelijke
vermoede is dat deze persoon een strafbaar feit heeft
gepleegd.
4. Welke 4 voorwaarden zijn er om van een strafbaar 1. Het gaat om een menselijke gedraging.
feit te kunnen spreken? 2. De gedraging valt binnen een delictsomschrijving.
3. De gedraging is wederrechtelijk.
4. De gedraging is aan schuld te wijten.
5. Wat wordt bedoeld met een menselijke gedraging? Dat een persoon een gedraging heeft verricht. Of te wel een
gewilde spierbeweging heeft uitgeoefend.
Overigens kan de gedraging bestaan uit een doen of een
nalaten.
6. Wat wordt er bedoeld met de menselijke Hierbij is doorslaggevend dat de verdachten een
gedraging die bestaat uit het nalaten? spierbeweging had kunnen maken, maar dit niet heeft
gedaan.
7. Wie kan een strafbaar feit plegen? Natuurlijke mensen en rechtspersonen.
8. Wat is functioneel daderschap? Dit is als een rechtspersoon een strafbaar feit heeft
gepleegd.
9. Wat is een delictsomschrijving? Dit is een omschrijving van een menselijke gedraging die
volgens de wet verboden zijn.
10. Wat houdt het legaliteitsbeginsel in? Art. 1 Sr.
Een feit is pas strafbaar als er voorafgaand aan de gedraging
een wettelijke strafbepaling is geformuleerd.
Een delictsomschrijving moet altijd wettelijk zijn vastgelegd.
11. Wat wordt bedoeld met wederrechtelijke In strijd met het recht.
gedraging?
12. Op welke grond kan een verdachten zich beroepen Rechtvaardigheidsgrond
om de wederrechtelijkheid aan te vechten?
13. Wat wordt bedoeld met de gedraging is aan schuld De gedraging moet de verdachten worden toegerekend. Er
te wijten? is sprake van verwijtbaarheid als de verdachten anders had
kunnen handelen, maar dat niet heeft gedaan.
14. Wat houdt de schulduitsluitingsgrond in? Een verdachten beroep zich op schulduitsluitingsgrond als er
een omstandigheid is waardoor hem geen verwijt kan
worden gemaakt.
,15. Wat zijn elementen? Wederrechtelijkheid en schuld.
De elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand
te kunnen straffen.
16. Wat zijn bestanddelen? De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat.
De bestanddelen staan altijd in een tenlastelegging
opgenomen en moeten door een rechter bewezen worden
verklaard.
17. Noem de verschillende types strafbare feiten. 1. Misdrijf
2. Overtreding
3. Formele delicten
4. Materiële delicten
5. Commissiedelicten
6. Omissiedelicten
7. Gronddelicten
8. Gekwalificeerde delicten
9. Geprivilegieerde delicten
18. Waar vindt je misdrijven en overtredingen in de Misdrijven – Boek 2 Wetboek van Strafrecht
wet? Overtredingen – Boek 3 Wetboek van Strafrecht
19. Wat zijn de belangrijke verschillen tussen een Misdrijven zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de
misdrijf en een overtreding? overtreder ervan zwaarder gestraft moet woden. Op
misdrijven staat dan ook altijd een gevangenisstraf.
Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft
gemeend dat de strafbedreiging wat minder mag zijn. Voor
overtreding krijgt de dader een geldboete of hechtenis.
20. Welke belangrijke reden is er voor de wetgever om Procesrechtelijk.
een onderscheid te maken tussen een misdrijf en Overtredingen behoren tot de bevoegdheid van de
een overtreding? kantonrechter; misdrijven tot de bevoegdheid van de
rechtbank.
21. Wat zijn het verschil tussen een formeel en De wijze waarop de wetgever het delict in de wet heeft
materieel delict? omschreven.
22. Wat is een formeel delict? Dit zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen.
23. Wat zijn een materiële delicten? Dit zijn delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg
juist strafbaar.
24. Wat is een commissiedelict? Dit zijn een delicten die een bepaald handelen strafbaar
stellen.
25. Wat is een omissiedelict? Dit zijn een delict die het nalaten strafbaar stellen.
26. Wat is bijzonder aan een omissiedelict? In de delictsomschrijving moet altijd goed omschrijven staan
welk nalaten aan wie moet worden toegerekend.
27. Wat is een gronddelict? Uitgangspunt dat een bepaalde gedraging strafbaar is
gesteld.
28. Wat is een gekwalificeerd delict? Dat is een delict die ernstiger is dan het gronddelict.
Kent ook een zwaardere straf dan het gronddelict.
29. Wat is een geprivilegieerd delict? Dit is een lichtere variant van het gronddelict met een lagere
strafbedreiging.
, Hfst 2
Vraag Antwoord
1. Wat houdt de leer van Remmelink in? Dit is de eerste betekenis van wederrechtelijk en kan
worden opgevat als ‘zonder toestemming van de
rechthebbende’. Hierbij gaat het overigens niet alleen om
een privaatrechtelijke bevoegdheid van de verdachte maar
kan ook een publiekrechtelijke bevoegdheid bedoeld
worden.
2. Welke andere betekenis naast de leer van In strijd met het recht.
Remmelink heeft wederrechtelijkheid?
3. Waar wordt de betekenis van wederrechtelijkheid In het proces-verbaal.
genoemd?
Hfst 3
Vraag Antwoord
1. Welke twee betekenissen kan juridische gezien aan 1. Handelen als je met je handelen kwaad in zin hebt.
omzet worden gegeven? 2. Opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft.
2. Wat houdt boos opzet in? Wanneer de verdachten willens en wetens de strafwet heeft
overtreden. De verdachten wist dat hij de wet overtrad en
hij heeft dat ook gewild.
3. Wat is kleurloos opzet? Bij kleurloos omzet wordt er alleen gekeken naar de
handelen van verdachten. Wanneer een verdachten willens
en wetens heeft gehandeld, is er spraken van (kleurloos)
opzet.
4. Welke vorm van opzet gaat de wetgever vanuit? Kleurloos opzet. Wanneer een verdachte willens en wetens
heeft gehandeld, is zijn handelen opzettelijk geweest.
5. Welke verschillende vormen van opzet zijn er? 1. Opzet als bedoeling.
2. Opzet als zekerheidsbewustzijn.
3. Opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn.
4. Voorwaardelijke opzet.
6. Wat heeft de verschillende vorm van opzet in Dat de verdachte willens en wetens heeft gehandeld.
gemeen?
7. Wat is het verschil tussen de verschillende vormen In hoeverre een verdachte iets heeft gewild of geweten.
van opzet?
8. Wat houdt opzet als bedoeling in? Een verdachte heeft een bepaalde bedoeling en daarom
pleegt hij een strafbaar feit. De verdachte wil dat een gevolg
intreedt en daarom handelt hij.
9. Wat wordt bedoeld met de bestanddeel ‘oogmerk’ Als er gesproken worden over opzet als bedoeling, dan komt
bij opzet met bedoeling? dit naast het bestanddeel opzet, in een delictsomschrijving
Waarom is dit belangrijk? vaat tot uiting door het bestanddeel oogmerk.
Bij oogmerk gaat het om het doel dat een verdachte heeft.
Om dit doel te realiseren, pleegt de verdachten willens en
wetens een strafbaar feit.
Er wordt gekeken naar het naaste doel van de verdachte en
niet zijn uiteindelijke doel.
10. Wat houdt opzet als zekerheidsbewustzijn in? Het moet namelijk gaan om een gevolg waar de wil van de
