Sociale kaart, sociale zekerheid examensamenvatting
Hoofdstuk 7
Stelsel van sociale zekerheid: alle bij wet geregelde voorzieningen die mensen die in
Nederland wonen bestaanszekerheid bieden
2 soorten verzekeringen :(werknemersverzekering en volksverzekering) de verzekeringen
worden betaald door mensen met inkomen, pensioen en uitkering.
Sociale voorzieningen zijn voorzieningen voor mensen die geen inkomen hebben dus een
minimumbedrag hebben om van te leven.
Volksverzekeringen:
Bestemd voor iedere ingezetene en word betaald door iedereen ingezetene
AOW: vanaf 67 jaar krijgt iedereen die ingezetene is van de overheid hetzelfde bedrag
uitgekeerd door de sociale verzekeringsbank.
ANW: ouder of partner overlijd en krijg je een uitkering tenzij je inkomen te hoog is
AKW: ouders met minderjarige kinderen krijgen een tegemoetkoming om in hun kosten te
voorzien
WLZ: bijzondere ziektekosten worden vergoed. Als ze niet meer te vergoeden zijn bij de
zorgverzekeraar.
Uitvoerende instantie is Sociale verzekeringsbank
Werknemersverzekeringen
Bestemd voor werknemers:
Mensen die in loondienst werken bij een werkgever of recent in loondienst gewerkt hebben.
En word betaald door werkgevers
(Uitvoeringsorgaan/uitvoerende instantie: UWV)
Sociale voorzieningen
Een vangnet:
Mensen die geen inkomen of uitkering hebben, krijgen een minimumbedrag om in hun
levensonderhoud te voorzien.
Deze voorzieningen worden betaald van belastinggeld.
Hoofdstuk 9.1, 9.2 & 9.3
AOW: vanaf 67 jaar krijgt iedereen die ingezetene is van de overheid hetzelfde bedrag
uitgekeerd door de sociale verzekeringsbank.
Ieder jaar dat je verzekerd bent bouw je 2% AOW op. Als je 50 jaar ingezetene bent heb je
het maximale bedrag opgebouwd.
Uitzonderingen: grensarbeiders krijgen ook AOW en als je buiten Nederland hebt gewoond
en niet vrijwillig premies heeft betaald dan kan de AOW lager zijn.
, Hoofdstuk 9.6
ANW: ouder of partner overlijd en krijg je een uitkering tenzij je inkomen te hoog is.
2 soorten uitkeringen: wezen en nabestaanden
Hoofdstuk 9,8
AKW: tegemoetkoming in kosten van de opvoeding is voor iedere ingezetene met
minderjarige kinderen. De betaling is per kwartaal
Het moeten thuiswonende kinderen tot 16 jaar zijn en dan heb je er altijd recht op. 16 en 17-
jarige kinderen hebben er recht op als we onderwijs volgen arbeidsongeschikt zijn of
werkloos
Belastingdienst: voert het kind gebonden budget uit dat is een tegemoetkoming in de kosten.
Hoofdstuk 10
Verzekeringen tegen ziektekosten:
Zorgverzekeringswet: verplichte zorgverzekering voor alle ingezetene tegen ziektekosten in
de vorm van een basispakket. De uitvoerende instanties zijn de ziektekostenverzekeraars.
Je betaald maandelijkse premie aan je zorgverzekeraar.
WLZ: volksverzekering die zorg biedt voor zware bijzondere ziektekosten te niet meer t
verzekeren zijn.
Voorwaarden:
• Verplicht voor alle ingezetenen
• Vergoeding bij een indicatiestelling door Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
• Eigen bijdrageregeling
• 4 vormen van WLZ zorg:
• 1. Zorg met een verblijf in een instelling
• 2 Een volledig pakket aan huis
• 3 een modulair pakket aan huis
4. Een persoonsgebonden budget (pgb)
WMO: de wet maatschappelijke ondersteuning een vangnet (er wordt eerst gekeken of er
geen andere mogelijkheid is om de burger te kunnen ondersteunen) regeling die
maatschappelijke ondersteuning biedt in de vorm van natura, financieel of via de PGB.
Het is bedoeld voor burgers die lichamelijk of geestelijke problemen hebben, door de
ondersteuning zijn ze in staat om mee te kunnen doen in de samenleving
Uitvoerende instantie gemeente
Hoofdstuk 11.2
Volksverzekeringen:
Bestemd voor iedere ingezetene
AOW , WLZ, ANW en AKW
Werknemersverzekeringen:
Bestemd voor werknemers:
Mensen die in loondienst werken bij een werkgever of recent in loondienst gewerkt hebben
(Uitvoeringsorgaan/uitvoerende instantie: UWV)
Hoofdstuk 7
Stelsel van sociale zekerheid: alle bij wet geregelde voorzieningen die mensen die in
Nederland wonen bestaanszekerheid bieden
2 soorten verzekeringen :(werknemersverzekering en volksverzekering) de verzekeringen
worden betaald door mensen met inkomen, pensioen en uitkering.
Sociale voorzieningen zijn voorzieningen voor mensen die geen inkomen hebben dus een
minimumbedrag hebben om van te leven.
Volksverzekeringen:
Bestemd voor iedere ingezetene en word betaald door iedereen ingezetene
AOW: vanaf 67 jaar krijgt iedereen die ingezetene is van de overheid hetzelfde bedrag
uitgekeerd door de sociale verzekeringsbank.
ANW: ouder of partner overlijd en krijg je een uitkering tenzij je inkomen te hoog is
AKW: ouders met minderjarige kinderen krijgen een tegemoetkoming om in hun kosten te
voorzien
WLZ: bijzondere ziektekosten worden vergoed. Als ze niet meer te vergoeden zijn bij de
zorgverzekeraar.
Uitvoerende instantie is Sociale verzekeringsbank
Werknemersverzekeringen
Bestemd voor werknemers:
Mensen die in loondienst werken bij een werkgever of recent in loondienst gewerkt hebben.
En word betaald door werkgevers
(Uitvoeringsorgaan/uitvoerende instantie: UWV)
Sociale voorzieningen
Een vangnet:
Mensen die geen inkomen of uitkering hebben, krijgen een minimumbedrag om in hun
levensonderhoud te voorzien.
Deze voorzieningen worden betaald van belastinggeld.
Hoofdstuk 9.1, 9.2 & 9.3
AOW: vanaf 67 jaar krijgt iedereen die ingezetene is van de overheid hetzelfde bedrag
uitgekeerd door de sociale verzekeringsbank.
Ieder jaar dat je verzekerd bent bouw je 2% AOW op. Als je 50 jaar ingezetene bent heb je
het maximale bedrag opgebouwd.
Uitzonderingen: grensarbeiders krijgen ook AOW en als je buiten Nederland hebt gewoond
en niet vrijwillig premies heeft betaald dan kan de AOW lager zijn.
, Hoofdstuk 9.6
ANW: ouder of partner overlijd en krijg je een uitkering tenzij je inkomen te hoog is.
2 soorten uitkeringen: wezen en nabestaanden
Hoofdstuk 9,8
AKW: tegemoetkoming in kosten van de opvoeding is voor iedere ingezetene met
minderjarige kinderen. De betaling is per kwartaal
Het moeten thuiswonende kinderen tot 16 jaar zijn en dan heb je er altijd recht op. 16 en 17-
jarige kinderen hebben er recht op als we onderwijs volgen arbeidsongeschikt zijn of
werkloos
Belastingdienst: voert het kind gebonden budget uit dat is een tegemoetkoming in de kosten.
Hoofdstuk 10
Verzekeringen tegen ziektekosten:
Zorgverzekeringswet: verplichte zorgverzekering voor alle ingezetene tegen ziektekosten in
de vorm van een basispakket. De uitvoerende instanties zijn de ziektekostenverzekeraars.
Je betaald maandelijkse premie aan je zorgverzekeraar.
WLZ: volksverzekering die zorg biedt voor zware bijzondere ziektekosten te niet meer t
verzekeren zijn.
Voorwaarden:
• Verplicht voor alle ingezetenen
• Vergoeding bij een indicatiestelling door Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
• Eigen bijdrageregeling
• 4 vormen van WLZ zorg:
• 1. Zorg met een verblijf in een instelling
• 2 Een volledig pakket aan huis
• 3 een modulair pakket aan huis
4. Een persoonsgebonden budget (pgb)
WMO: de wet maatschappelijke ondersteuning een vangnet (er wordt eerst gekeken of er
geen andere mogelijkheid is om de burger te kunnen ondersteunen) regeling die
maatschappelijke ondersteuning biedt in de vorm van natura, financieel of via de PGB.
Het is bedoeld voor burgers die lichamelijk of geestelijke problemen hebben, door de
ondersteuning zijn ze in staat om mee te kunnen doen in de samenleving
Uitvoerende instantie gemeente
Hoofdstuk 11.2
Volksverzekeringen:
Bestemd voor iedere ingezetene
AOW , WLZ, ANW en AKW
Werknemersverzekeringen:
Bestemd voor werknemers:
Mensen die in loondienst werken bij een werkgever of recent in loondienst gewerkt hebben
(Uitvoeringsorgaan/uitvoerende instantie: UWV)