H 4.1 snelheid NASK VWO 2
Snelheid = tempo waarin je je verplaatst. Heeft een grootte = hoe hard je gaat. En een
richting.
Winnen schaatswedstrijd -> snelste tijd afleggen van bepaalde afstand.
Berekenen gem snelheid: afstand : tijd die ervoor nodig is.
1. Auto legt 50 km af in 1 uur = 50 : 1 = 50 km/uur = 100 km in 2 uur.
2. Fiets legt 9 km af in half uur = 9 : 0,5 = 18 km/uur.
Hoe uit te rekenen bij moeilijkere getallen:
1. Gebruik van een verhoudingstabel:
Ireen Wust schaatste 400 meter in 32 sec. Wat is de gemiddelde snelheid?
- Ireen legde dus in 1 sec 12,5 meter af = 12,5 m/s.
2. Gebruik van een formule
Vgem = s : t
- Vgem = gemiddelde snelheid in m/s.
- s = totale afstand in m.
- t = totale tijdsduur in sec.
Constante snelheid:
Constante snelheid; wanneer snelheid elk moment dezelfde grootte/richting heeft. Bij
beweging met steeds dezelfde grootte/richting; eenparige beweging. De gemiddelde
snelheid staat hierbij gelijk aan de constante snelheid.
, Constante snelheid in beeld:
➢ Filmbeeld met camera: in elke opvolgende foto is de vrouw 0.06 meter opgeschoven.
Tijd tussen twee beelden is steeds hetzelfde en elke sec worden er twintig beeldjes
gemaakt, dus tussen 2 beeldjes is de tijd 1 : 20 seconden = 0,05 sec.
Als t = 0 : s = 0 m
Als t = 0,05 : s = 0,06 m
Als t = 0,10 : s = 0,12 m
Als t = 0,15 : s = 0,18 m
Etc.
In elk tijdsinterval van 0,05 sec is de afstand 0,06 meter, dus gemiddelde snelheid = 0,06 :
0,05 = 1,2 m/s.
Kun je weergeven in een tabel en diagram; afstand, tijd-diagram (s,t)-diagram.
Wat zie je aan de diagram?
- Reiziger heeft een constante snelheid, zie je door de rechte lijn.
- Wanneer snelheid 2x zo groot is is afstand ook 2x zo groot, dus afstand en tijd zijn recht
evenredig met elkaar. Hierdoor rechte lijn door oorsprong.
Recht evenredig verband; verband tussen twee grootheden waarbij de ene steeds even
hard toeneemt als de andere.
Snelheid = tempo waarin je je verplaatst. Heeft een grootte = hoe hard je gaat. En een
richting.
Winnen schaatswedstrijd -> snelste tijd afleggen van bepaalde afstand.
Berekenen gem snelheid: afstand : tijd die ervoor nodig is.
1. Auto legt 50 km af in 1 uur = 50 : 1 = 50 km/uur = 100 km in 2 uur.
2. Fiets legt 9 km af in half uur = 9 : 0,5 = 18 km/uur.
Hoe uit te rekenen bij moeilijkere getallen:
1. Gebruik van een verhoudingstabel:
Ireen Wust schaatste 400 meter in 32 sec. Wat is de gemiddelde snelheid?
- Ireen legde dus in 1 sec 12,5 meter af = 12,5 m/s.
2. Gebruik van een formule
Vgem = s : t
- Vgem = gemiddelde snelheid in m/s.
- s = totale afstand in m.
- t = totale tijdsduur in sec.
Constante snelheid:
Constante snelheid; wanneer snelheid elk moment dezelfde grootte/richting heeft. Bij
beweging met steeds dezelfde grootte/richting; eenparige beweging. De gemiddelde
snelheid staat hierbij gelijk aan de constante snelheid.
, Constante snelheid in beeld:
➢ Filmbeeld met camera: in elke opvolgende foto is de vrouw 0.06 meter opgeschoven.
Tijd tussen twee beelden is steeds hetzelfde en elke sec worden er twintig beeldjes
gemaakt, dus tussen 2 beeldjes is de tijd 1 : 20 seconden = 0,05 sec.
Als t = 0 : s = 0 m
Als t = 0,05 : s = 0,06 m
Als t = 0,10 : s = 0,12 m
Als t = 0,15 : s = 0,18 m
Etc.
In elk tijdsinterval van 0,05 sec is de afstand 0,06 meter, dus gemiddelde snelheid = 0,06 :
0,05 = 1,2 m/s.
Kun je weergeven in een tabel en diagram; afstand, tijd-diagram (s,t)-diagram.
Wat zie je aan de diagram?
- Reiziger heeft een constante snelheid, zie je door de rechte lijn.
- Wanneer snelheid 2x zo groot is is afstand ook 2x zo groot, dus afstand en tijd zijn recht
evenredig met elkaar. Hierdoor rechte lijn door oorsprong.
Recht evenredig verband; verband tussen twee grootheden waarbij de ene steeds even
hard toeneemt als de andere.