RECHT & MENSELIJK GEDRAG
Ex-ante perspectief op recht en gedrag: Het gaat om de rol die recht heeft om ongewenst
gedrag te sturen en dus hoe juridische regels gedrag in de toekomst kunnen beïnvloeden.
Bij het ex-ante perspectief is empirische kennis cruciaal, omdat zonder de empirie we niet
kunnen weten wat de effecten zijn van recht op gedrag.
→ een middel om invloed uit te oefenen op toekomstig gedrag.
Ex-post perspectief: de vraag draait om wat nu de juridisch juiste en beste manier is om te
reageren op gedrag uit het verleden.
WEEK 1
● intrinsieke en extrinsieke motivatie
● de gedragsfunctie van het recht
● ex- post en ex- ante perspectief
● (behavioral code)
● punitieve intuïtie
● generale en speciale preventie
● criminogene effect van straf
● brutalization effect
● experiential effect & gambler’s fallacy
● moral coherence
Experiential effect (= als mensen een misdaad plegen en niet worden gepakt, ontwikkelen
ze een lagere risicoperceptie van zekerheid en ernst van straffen)
Gamblers’ s fallacy (= criminelen geloven dat als ze de eerste keer niet worden gepakt dit
de tweede keer ook niet zal gebeuren)
Moral coherence (= verwijst naar het idee dat wat we persoonlijk denken dat correct is, ook
ons idee vormt over wat het meest effectief is.
De ‘behavioral code → voorbeeld over het invoeren van een verplichting tot het dragen van
gordels → wat voor gedragsmechanismen nieuwe regels met zich mee brengen.
Verandering van gedrag door regels.
Bedrijfscriminaliteit anders dan straatcriminaliteit → van de 20 bedrijven die schuldig
werden bevonden aan het overtreden van de wet, slechts in 1 geval een manager
veroordeeld werd tot een gevangenisstraf.
Sociale normen
● Mensen reageren op het gedrag en de meningen van anderen
● Ze reageren dus op sociale normen
● Soms zijn de sociale normen in overeenstemming met de rechtsregels en dan zal er
meer naleving zijn → positieve sociale normen
● En soms niet en dan is er meer overtreding → negatieve sociale normen
1
, ● Als er positieve sociale normen zijn moeten we oppassen dat we deze niet
verzwakken
● Als er negatieve sociale normen zijn moeten we oppassen dat we ze niet versterken
● Slecht doordachte handhaving en straffen kan positieve sociale normen verzwakken
en negatieve sociale normen versterken
Gedrag als reactie op kosten en baten → als regelnaleving minder oplevert dan
regelovertreding zullen mensen zich niet aan de regels houden
Speciale preventie: de pijnlijke en kostbare ervaringen die gepaard gaan met een straf
maken mensen die gestraft zijn bang om nogmaals de wet te overtreden.
➔ geen empirisch bewijs
➔ problemen met het deugdelijk vaststellen van de causaliteit tussen de straf en
recidive
➔ Negatief effect: criminogeen effect: de tijd in de gevangenis maakt mensen meer
geneigd tot criminaliteit dan daarvoor.
➔ ‘Deviancy training’: het aanleren van crimineel gedrag in de gevangenis
❖ Bij taakstraf/ gevangenisstraf lijkt taakstraf tot minder recidive te leiden, in plaats van
gevangenisstraf → ex- gedetineerden die waren opgesloten hadden een hogere
kans op recidive. → speciale preventie werkt niet.
❖ Is er een verband tussen de periode die iemand in de gevangenis doorbrengt en de
kans op het opnieuw plegen van een strafbaar feit → groot 68 % opnieuw
gearresteerd.
Generale preventie: de dreiging van een straf schrikt mensen af om zelf de wet te
overtreden.
➔ geen sluitend empirisch bewijs
➔ problemen met het deugdelijk vaststellen van de causaliteit tussen de straf en
criminaliteit
➔ brutaliserende effecten: de brutaliteit van (executies) straffen inspireert criminelen
en legaliseert zelfs hun gedrag
vereisten:
➔ strafkans (pakkans en de kans dat je daarna ook echt wordt gestraft)
➔ strafmaat (hoogte van de straf)
➔ strafkans is belangrijker dan de strafmaat
➔ meer nadruk leggen op opsporing en minder op het straffen zelf (de les)
➔ mensen hebben geen inzicht in hoe hoog straffen zijn of wat de pakkans is →
zodoende is communicatie essentieel
❖ Three strikes wetgeving → De three strikes wetgeving zorgt er niet voor dat langere
gevangenisstraffen anderen ervan weerhouden misdaden te plegen.
❖ De misdaadcijfers verminderden niet sneller dan voordat de wet was ingevoerd.
❖ Iemand met al 2 strikes zag ook niet eerder af van een derde overtreding → geen
afschrikkende functie.
❖ Generale preventie. Geen bewijs dat Three strikes de criminaliteit verminderd.
2
, ❖ Ook een studie in Californië waaruit blijkt dat Three strikes- wet wel een
afschrikkende werking had.
❖ Studies vinden geen afschrikkende werking van sancties in de reeks van bedrijfs
misdrijven die worden bestudeerd. Sterkere straffen leiden niet tot afschrikking.
❖ Indien er geen zekerheid is over de uitvoering van straffen, hebben deze simpelweg
geen afschrikkend effect.
❖ Er is bewijs gevonden dat aantoont dat wanneer de zwaarte van de straffen hoger is,
men meer moeite zal doen om niet gepakt te worden.
❖ Stop- and- frisk → werkt niet, terwijl het wel een enorme investering in de
handhaving was.
❖ Kennis van het recht; een analyse van percepties over generale preventie toont aan
dat milieu beheerders helemaal niet nauwkeurig waren in hun kennis van de
frequentie van boetes of de ernst van deze boetes.
❖ Focussed deterrence → benadering bij criminele bendes; het bleek een succes te
zijn voor het verminderen van gewelddadig gedrag van bendes.
Algemene lessen: week 1
- Hoe het recht werkt is een essentiële juridische vraag
- Deze vraag vereist empirische kennis die naast rechts positieve en normatieve
kennis staat
- Idealiter reageert recht niet slechts op gedrag uit het verleden (ex- post) maar stuurt
het ook gedrag in de toekomst (ex- ante)
- Recht beïnvloedt gedrag door verschillende gedragsprocessen
- Straffen kan op verschillende manieren menselijk gedrag sturen
- Straffen kan positieve en negatieve invloed hebben op gedrag
- Er is geen sluitend bewijs dat straffen een speciale of generale preventie- effect heeft
- Gevangenisstraf kan ook een criminogeen effect hebben
- Voor generale preventie is de strafkans essentieel
- Mensen hebben niet een goede perceptie van wat de strafkans en de strafmaat is
- Harder straffen kan ook leiden tot meer ontwijkend gedrag
- De veronderstelde kosten en baten in het recht blijken dus niet altijd zo te werken in
de praktijk
WEEK 2:
● moral development (6 fases) experiment
● moral dumbfounding
● moral judgement (hond) → moral reasoning (staart)
● morele redenering (systeem 1) en morele intuïtie (systeem 2): 2 soorten van morele
cognitie
● bounded ethically
● ethical fading
● neutralization techniques (moral disengagement)→ rightful retaliation, moral licensing
(meer neutralisatie → meer regelovertreding)
● dark triad
● callous- unemotional traits
3
Ex-ante perspectief op recht en gedrag: Het gaat om de rol die recht heeft om ongewenst
gedrag te sturen en dus hoe juridische regels gedrag in de toekomst kunnen beïnvloeden.
Bij het ex-ante perspectief is empirische kennis cruciaal, omdat zonder de empirie we niet
kunnen weten wat de effecten zijn van recht op gedrag.
→ een middel om invloed uit te oefenen op toekomstig gedrag.
Ex-post perspectief: de vraag draait om wat nu de juridisch juiste en beste manier is om te
reageren op gedrag uit het verleden.
WEEK 1
● intrinsieke en extrinsieke motivatie
● de gedragsfunctie van het recht
● ex- post en ex- ante perspectief
● (behavioral code)
● punitieve intuïtie
● generale en speciale preventie
● criminogene effect van straf
● brutalization effect
● experiential effect & gambler’s fallacy
● moral coherence
Experiential effect (= als mensen een misdaad plegen en niet worden gepakt, ontwikkelen
ze een lagere risicoperceptie van zekerheid en ernst van straffen)
Gamblers’ s fallacy (= criminelen geloven dat als ze de eerste keer niet worden gepakt dit
de tweede keer ook niet zal gebeuren)
Moral coherence (= verwijst naar het idee dat wat we persoonlijk denken dat correct is, ook
ons idee vormt over wat het meest effectief is.
De ‘behavioral code → voorbeeld over het invoeren van een verplichting tot het dragen van
gordels → wat voor gedragsmechanismen nieuwe regels met zich mee brengen.
Verandering van gedrag door regels.
Bedrijfscriminaliteit anders dan straatcriminaliteit → van de 20 bedrijven die schuldig
werden bevonden aan het overtreden van de wet, slechts in 1 geval een manager
veroordeeld werd tot een gevangenisstraf.
Sociale normen
● Mensen reageren op het gedrag en de meningen van anderen
● Ze reageren dus op sociale normen
● Soms zijn de sociale normen in overeenstemming met de rechtsregels en dan zal er
meer naleving zijn → positieve sociale normen
● En soms niet en dan is er meer overtreding → negatieve sociale normen
1
, ● Als er positieve sociale normen zijn moeten we oppassen dat we deze niet
verzwakken
● Als er negatieve sociale normen zijn moeten we oppassen dat we ze niet versterken
● Slecht doordachte handhaving en straffen kan positieve sociale normen verzwakken
en negatieve sociale normen versterken
Gedrag als reactie op kosten en baten → als regelnaleving minder oplevert dan
regelovertreding zullen mensen zich niet aan de regels houden
Speciale preventie: de pijnlijke en kostbare ervaringen die gepaard gaan met een straf
maken mensen die gestraft zijn bang om nogmaals de wet te overtreden.
➔ geen empirisch bewijs
➔ problemen met het deugdelijk vaststellen van de causaliteit tussen de straf en
recidive
➔ Negatief effect: criminogeen effect: de tijd in de gevangenis maakt mensen meer
geneigd tot criminaliteit dan daarvoor.
➔ ‘Deviancy training’: het aanleren van crimineel gedrag in de gevangenis
❖ Bij taakstraf/ gevangenisstraf lijkt taakstraf tot minder recidive te leiden, in plaats van
gevangenisstraf → ex- gedetineerden die waren opgesloten hadden een hogere
kans op recidive. → speciale preventie werkt niet.
❖ Is er een verband tussen de periode die iemand in de gevangenis doorbrengt en de
kans op het opnieuw plegen van een strafbaar feit → groot 68 % opnieuw
gearresteerd.
Generale preventie: de dreiging van een straf schrikt mensen af om zelf de wet te
overtreden.
➔ geen sluitend empirisch bewijs
➔ problemen met het deugdelijk vaststellen van de causaliteit tussen de straf en
criminaliteit
➔ brutaliserende effecten: de brutaliteit van (executies) straffen inspireert criminelen
en legaliseert zelfs hun gedrag
vereisten:
➔ strafkans (pakkans en de kans dat je daarna ook echt wordt gestraft)
➔ strafmaat (hoogte van de straf)
➔ strafkans is belangrijker dan de strafmaat
➔ meer nadruk leggen op opsporing en minder op het straffen zelf (de les)
➔ mensen hebben geen inzicht in hoe hoog straffen zijn of wat de pakkans is →
zodoende is communicatie essentieel
❖ Three strikes wetgeving → De three strikes wetgeving zorgt er niet voor dat langere
gevangenisstraffen anderen ervan weerhouden misdaden te plegen.
❖ De misdaadcijfers verminderden niet sneller dan voordat de wet was ingevoerd.
❖ Iemand met al 2 strikes zag ook niet eerder af van een derde overtreding → geen
afschrikkende functie.
❖ Generale preventie. Geen bewijs dat Three strikes de criminaliteit verminderd.
2
, ❖ Ook een studie in Californië waaruit blijkt dat Three strikes- wet wel een
afschrikkende werking had.
❖ Studies vinden geen afschrikkende werking van sancties in de reeks van bedrijfs
misdrijven die worden bestudeerd. Sterkere straffen leiden niet tot afschrikking.
❖ Indien er geen zekerheid is over de uitvoering van straffen, hebben deze simpelweg
geen afschrikkend effect.
❖ Er is bewijs gevonden dat aantoont dat wanneer de zwaarte van de straffen hoger is,
men meer moeite zal doen om niet gepakt te worden.
❖ Stop- and- frisk → werkt niet, terwijl het wel een enorme investering in de
handhaving was.
❖ Kennis van het recht; een analyse van percepties over generale preventie toont aan
dat milieu beheerders helemaal niet nauwkeurig waren in hun kennis van de
frequentie van boetes of de ernst van deze boetes.
❖ Focussed deterrence → benadering bij criminele bendes; het bleek een succes te
zijn voor het verminderen van gewelddadig gedrag van bendes.
Algemene lessen: week 1
- Hoe het recht werkt is een essentiële juridische vraag
- Deze vraag vereist empirische kennis die naast rechts positieve en normatieve
kennis staat
- Idealiter reageert recht niet slechts op gedrag uit het verleden (ex- post) maar stuurt
het ook gedrag in de toekomst (ex- ante)
- Recht beïnvloedt gedrag door verschillende gedragsprocessen
- Straffen kan op verschillende manieren menselijk gedrag sturen
- Straffen kan positieve en negatieve invloed hebben op gedrag
- Er is geen sluitend bewijs dat straffen een speciale of generale preventie- effect heeft
- Gevangenisstraf kan ook een criminogeen effect hebben
- Voor generale preventie is de strafkans essentieel
- Mensen hebben niet een goede perceptie van wat de strafkans en de strafmaat is
- Harder straffen kan ook leiden tot meer ontwijkend gedrag
- De veronderstelde kosten en baten in het recht blijken dus niet altijd zo te werken in
de praktijk
WEEK 2:
● moral development (6 fases) experiment
● moral dumbfounding
● moral judgement (hond) → moral reasoning (staart)
● morele redenering (systeem 1) en morele intuïtie (systeem 2): 2 soorten van morele
cognitie
● bounded ethically
● ethical fading
● neutralization techniques (moral disengagement)→ rightful retaliation, moral licensing
(meer neutralisatie → meer regelovertreding)
● dark triad
● callous- unemotional traits
3