Rechter dient de rol van de wetgever te eerbiedigen:
- Geen rechterlijke toetsing wet aan grondwet (art. 120 grondwet) → De rechter treedt
niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.
- Wèl rechterlijke toetsing wet aan rechtstreeks werkend internationaal (en EU) recht
met buiten toepassing laten strijdig nationaal recht (art. 94 grondwet) ‘een ieder
verbindende bepalingen’. (Rookverbod).
Formele wet mag dus niet worden getoetst aan de grondwet, maar de (formele) wet mag wel
worden getoetst aan internationaal of Europees recht (art. 94 GW)
Ministeriële verantwoordelijkheid
‘geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid’
1. Besluiten van de ministerraad (art. 12 lid 2 RoMR)
➔ verantwoordelijkheid voor een besluit van de ministerraad zolang hij geen
gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid zijn ontslag aan te bieden
2. Besluiten van zijn staatssecretaris (art. 46 lid 1 Gw)(die is zelf ook verantwoordelijk)
3. Besluiten van aan hem ondergeschikte ambtenaren (art. 44 lid 1 Gw)
4. Handelen van de Koning (art. 42 lid 2 Gw)
5. Eigen optreden (art. 42 lid 2 Gw)
Tweede Kamer verkiezingen
● geregeld in de Kieswet
● één stem op een kandidaat op een lijst
● de lijst wordt bepaald door een politieke partij
● grote rol van kiesdelers (quotiënten) garandeert evenredigheid
➔ door de zeer lage kiesdrempel (= kiesdeler) weerspiegelt de Tweede Kamer
de voorkeuren van het electoraat betrekkelijk nauwkeurig (doordat er 13
partijen zitten in de TK bv).
➔ De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door
het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige
vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per
te behalen zetel.
Districtenstelsel: volksvertegenwoordigers zijn gekoppeld aan een kiesdistrict: in
meerderheidsstelsels als die van de UK en US, is iedere volksvertegenwoordiger de winnaar
van de verkiezingen in zijn/ haar district. Groot- Brittannië wordt verdeeld in net zoveel
districten als er zetels zijn. Ieder district kiest met een relatieve meerderheid één
afgevaardigde.
● relatieve meerderheden: de grootste partij krijgt de zegel (UK)
● absolute meerderheden: een partij moet de helft + 1 hebben voor een zetel
Nadelen:
1
, ➔ minderheden onvertegenwoordigd
➔ oneerlijke stemmenverdeling (10 stemmen meer krijg je alsnog geen zetel)
➔ districtsgrenzen bepalen de uitslag (gerrymandering)
Voordelen:
➔ regionale vertegenwoordiging
➔ paar grootste partijen → coalitievorming
➔ meer representatie in de regering (op degene wie je stemt, komt in de regering,
doordat er een paar grote partijen zijn)
In landen met een evenredige vertegenwoordiging zijn partijen meestal genoodzaakt om
samen te werken. Ze moeten daarom compromissen sluiten. In landen die een
meerderheidsstelsel hebben, is na verkiezingen vrijwel altijd één partij de sterkste. Die partij
domineert direct het parlement en de regering. Deze landen kennen als regel maar twee of
drie (grote) partijen.
Politieke instellingen van de EU
● Europees Parlement (art. 14 VEU)
- (mede) wetgever
● Europese Raad (art. 15 EU)
- bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten
- oefent geen wetgevingstaak uit
● Raad (art. 16 EU)
- (mede) wetgever
● de Commissie (art. 17 EU)
- dagelijks bestuur
- exclusief wetgevingsinitiatief (dient wetsontwerpen in bij het Parlement, als
enige instelling)
Taken:
Europees Parlement
➔ Wetgeving, begroting en controle Europese Commissie
Europese Raad
➔ Belangrijkste politieke keuzes
Raad
➔ Wetgeving en begroting
Europese Commissie
➔ Initiatiefrecht en bestuur
Hof van Justitie
➔ Rechtspraak
1840 → invoeren strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
1. contraseign: besluiten van de Koning dienen mede ondertekend worden door een
minister (art. 47 Gw)
1848:
2