Week 1
Borgstelling (of borgtocht)
- Borgtocht is een overeenkomst waarbij iemand zich borg stelt voor de nakoming van
een verbintenis van een ander.
- Drie partijen:
1. Schuldenaar
2. Schuldeiser
3. Borg
- Bijzondere regels i.v.m. borg voor particulier: Vanaf art 7:850 BW met vanaf art 7:857
BW
- Schuldeiser kan de borg pas aanspreken als de schuldenaar tekortschiet in de
nakoming van zijn verbintenis. (In gebreke stellen).
- Schuldeiser moet de borg van een ingebrekestelling op de hoogte stellen.
- Bestaat de verbintenis uit iets anders dan betalen van geld, dan is de borg slechts
aansprakelijk voor schadevergoeding.
- Na betaling door de borg, krijgt de borg een vordering (incl. rente en eventuele
incassokosten) op de schuldenaar.
- Extra bescherming particuliere borg:
• Bedrag moet van tevoren vaststaan of een maximum bevatten.
• Borgstelling moet schriftelijk om bewijs van het bestaan van de borg te kunnen
leveren.
• Geen extra voorwaarden voor de borg.
• Borg voor onbepaalde tijd kan altijd worden opgezegd; voor bepaalde tijd geldt
de overeengekomen termijn.
Pand en Hypotheek
- Absolute zekerheidsrechten die een schuldeiser ‘garanderen’ dat hij zijn geld
terugkrijgt.
- Relatief rechten: schuld kan alleen bij de schuldenaar worden teruggehaald.
- Absolute rechten: recht dat je tegenover iedereen kan terughalen.
- Voorbeeld:
• Marc wil een nieuw huis kopen voor €450.000. Hij heeft met de verkoop van zijn
oude huis een mooie winst gemaakt, maar wil toch van de bank nog €230.000
lenen.
• De bank krijgt daardoor een relatief recht op terugbetaling + rente.
• Relatief = slecht t.o. één persoon te handhaven, immers bank kan alleen van
Marc betaling eisen.
• Daarom wil de bank hem het geld alleen lenen als Marc aan de bank het recht
van hypotheek geeft.
• De bank krijgt daardoor het exclusieve (absolute) recht om het huis te verkopen
en de lening uit de opbrengst af te lossen.
Hypotheek (Art. 3:227 BW):
• Vestigen op registergoederen (onroerende zaken zoals grond en opstallen,
schepen en luchtvaartuigen).
• D.m.v. een notariële akte + inschrijving openbaar register.
, Kenmerken hypotheek/pandrecht
• Afhankelijk recht: nl. afhankelijk van de lening. Dus is niet zelfstandig
overdraagbaar.
• Zaaksgevolg: ook bij (door)verkoop blijft het recht op de zaak rusten.
• Prioriteit: oud gaat voor nieuw
• Parate executie: openbare verkoop zonder tussenkomst van de rechter (art.
3:227 lid 1 en 3:279 BW)
• Separatist in faillissement: ook bij faillissement blijft parate executie mogelijk.
Pandrecht
- Pandrecht wordt gevestigd door overhandiging van de zaak waarop het recht rust
(Art. 3:236 lid 1 BW).
• Op niet-registergoederen (roerende zaken zoals auto’s of inventaris).
• Vestiging van pandrecht op roerende zaken door overhandiging (zgn. vuistpand);
op vorderingen d.m.v. een akte + mededeling aan de debiteur.
• In bedrijfsleven is vuistpand onwerkbaar, dus is een bezitloos pandrecht zonder
overhandiging d.m.v. authentieke/notariële of geregistreerde akte mogelijk. (Art.
3:237 lid 1 BW).
- Verpanding van een vordering zonder mededeling aan de debiteur is mogelijk op
dezelfde manier (authentieke of geregistreerde akte) = zgn. stille verpanding.
• Debiteuren: vordering op naam, stil pandrecht, akte zonder mededeling
debiteuren (Art. 3:239 BW)
Executie
- Pandrecht: in principe d.m.v. openbare verkoop tenzij tussen partijen onderhandse
verkoop is overeengekomen of door instemming van (kort geding) rechter.
- Verpande vorderingen mogen door de pandhouder worden geïnd, voor zover de
hoogte van de lening strekt.
Faillissement
- Algemeen beslag op het vermogen van een schuldenaar door vonnis van de rechter.
- Aangevraagd door:
• Schuldenaar zelf
• Een of meer schuldeisers
• Openbaar ministerie
• Rechtbank
- Bij het vonnis van de rechtbank wordt een curator benoemd die het beheer krijgt
over de failliete boedel.
- De rechter-commissaris houdt toezicht op de werkzaamheden van de curator.
- Voorwaarde:
• Schuldenaar betaald niet meer
• Meerdere schuldeisers, waarvan er één onbetaald blijft.
Borgstelling (of borgtocht)
- Borgtocht is een overeenkomst waarbij iemand zich borg stelt voor de nakoming van
een verbintenis van een ander.
- Drie partijen:
1. Schuldenaar
2. Schuldeiser
3. Borg
- Bijzondere regels i.v.m. borg voor particulier: Vanaf art 7:850 BW met vanaf art 7:857
BW
- Schuldeiser kan de borg pas aanspreken als de schuldenaar tekortschiet in de
nakoming van zijn verbintenis. (In gebreke stellen).
- Schuldeiser moet de borg van een ingebrekestelling op de hoogte stellen.
- Bestaat de verbintenis uit iets anders dan betalen van geld, dan is de borg slechts
aansprakelijk voor schadevergoeding.
- Na betaling door de borg, krijgt de borg een vordering (incl. rente en eventuele
incassokosten) op de schuldenaar.
- Extra bescherming particuliere borg:
• Bedrag moet van tevoren vaststaan of een maximum bevatten.
• Borgstelling moet schriftelijk om bewijs van het bestaan van de borg te kunnen
leveren.
• Geen extra voorwaarden voor de borg.
• Borg voor onbepaalde tijd kan altijd worden opgezegd; voor bepaalde tijd geldt
de overeengekomen termijn.
Pand en Hypotheek
- Absolute zekerheidsrechten die een schuldeiser ‘garanderen’ dat hij zijn geld
terugkrijgt.
- Relatief rechten: schuld kan alleen bij de schuldenaar worden teruggehaald.
- Absolute rechten: recht dat je tegenover iedereen kan terughalen.
- Voorbeeld:
• Marc wil een nieuw huis kopen voor €450.000. Hij heeft met de verkoop van zijn
oude huis een mooie winst gemaakt, maar wil toch van de bank nog €230.000
lenen.
• De bank krijgt daardoor een relatief recht op terugbetaling + rente.
• Relatief = slecht t.o. één persoon te handhaven, immers bank kan alleen van
Marc betaling eisen.
• Daarom wil de bank hem het geld alleen lenen als Marc aan de bank het recht
van hypotheek geeft.
• De bank krijgt daardoor het exclusieve (absolute) recht om het huis te verkopen
en de lening uit de opbrengst af te lossen.
Hypotheek (Art. 3:227 BW):
• Vestigen op registergoederen (onroerende zaken zoals grond en opstallen,
schepen en luchtvaartuigen).
• D.m.v. een notariële akte + inschrijving openbaar register.
, Kenmerken hypotheek/pandrecht
• Afhankelijk recht: nl. afhankelijk van de lening. Dus is niet zelfstandig
overdraagbaar.
• Zaaksgevolg: ook bij (door)verkoop blijft het recht op de zaak rusten.
• Prioriteit: oud gaat voor nieuw
• Parate executie: openbare verkoop zonder tussenkomst van de rechter (art.
3:227 lid 1 en 3:279 BW)
• Separatist in faillissement: ook bij faillissement blijft parate executie mogelijk.
Pandrecht
- Pandrecht wordt gevestigd door overhandiging van de zaak waarop het recht rust
(Art. 3:236 lid 1 BW).
• Op niet-registergoederen (roerende zaken zoals auto’s of inventaris).
• Vestiging van pandrecht op roerende zaken door overhandiging (zgn. vuistpand);
op vorderingen d.m.v. een akte + mededeling aan de debiteur.
• In bedrijfsleven is vuistpand onwerkbaar, dus is een bezitloos pandrecht zonder
overhandiging d.m.v. authentieke/notariële of geregistreerde akte mogelijk. (Art.
3:237 lid 1 BW).
- Verpanding van een vordering zonder mededeling aan de debiteur is mogelijk op
dezelfde manier (authentieke of geregistreerde akte) = zgn. stille verpanding.
• Debiteuren: vordering op naam, stil pandrecht, akte zonder mededeling
debiteuren (Art. 3:239 BW)
Executie
- Pandrecht: in principe d.m.v. openbare verkoop tenzij tussen partijen onderhandse
verkoop is overeengekomen of door instemming van (kort geding) rechter.
- Verpande vorderingen mogen door de pandhouder worden geïnd, voor zover de
hoogte van de lening strekt.
Faillissement
- Algemeen beslag op het vermogen van een schuldenaar door vonnis van de rechter.
- Aangevraagd door:
• Schuldenaar zelf
• Een of meer schuldeisers
• Openbaar ministerie
• Rechtbank
- Bij het vonnis van de rechtbank wordt een curator benoemd die het beheer krijgt
over de failliete boedel.
- De rechter-commissaris houdt toezicht op de werkzaamheden van de curator.
- Voorwaarde:
• Schuldenaar betaald niet meer
• Meerdere schuldeisers, waarvan er één onbetaald blijft.