Historische context 2 - Duitsland
Kenmerkende aspecten 2,1:
1. De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving.
2. De moderne vorm van imperialisme, die verband hield met industrialisatie.
3. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionnalisme en feminisme.
4. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
5. Het voeren van twee wereldoorlogen.
6. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens, en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
Kenmerkende aspecten 2,2:
7. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
8. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
9. De crisis van het wereldkapitalisme.
Kenmerkende aspecten 2,3:
10. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
11. Het voeren van twee wereldoorlogen.
12. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
13. Het voeren van twee wereldoorlogen.
14. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.
Kenmerkende aspecten 2,1:
1. De Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële
samenleving.
2. De moderne vorm van imperialisme, die verband hield met industrialisatie.
3. De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme,
socialisme, confessionnalisme en feminisme.
4. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
5. Het voeren van twee wereldoorlogen.
6. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens, en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
Kenmerkende aspecten 2,2:
7. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
8. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
9. De crisis van het wereldkapitalisme.
Kenmerkende aspecten 2,3:
10. De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
11. Het voeren van twee wereldoorlogen.
12. Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
13. Het voeren van twee wereldoorlogen.
14. Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden.