INTRODUCTIE PSYCHOBIOLOGIE
HOOFDSTUK 13
13.1
De menselijke cortex bestaat uit 4 kwabben:
- Frontaalkwab: motorisch
- Occipitaalkwab: zien
- Pariëtaalkwab: sensorisch
- Temporaalkwab: horen
Figuur 13.1:
- De occipitaalkwab ligt op de achterkwab van de hersenen
- De occipitaalkwab en de pariëtaalkwab worden van elkaar gescheiden door de pariëtaal-
occipitaal sulcus
- De calcarine sulcus verdeelt de bovenste en onderste helft van het visuele; en bevat V1
primary visual cortex
- De lingual gyrus bevat delen van V2 en VP
- De fusiform gyrus bevat V4
Figuur 13.2
Figuur 13.3:
- De early visual areas (V1-V4) van de mens en de aap lijken op elkaar
- De overige gebieden (vanaf V4) zijn bij de mens meer ontwikkeld dan bij de aap
concludeert dat de mens meer visuele proccessing capaciteiten hebben dan de aap
Figuur 13.4:
Gebied V1 en V2 zijn functioneel gezien heterogeen
V1:
- Cellen in de ‘vlek’ nemen deel aan kleurperceptie
- De ‘tussenvlekken’ hebben een rol in vorm en motie perceptie
V2:
- ‘dunne strepen’ nemen deel aan kleurperceptie
- ‘dikke strepen’ nemen deel aan vormperceptie
- ‘bleke strepen’ nemen deel aan motieperceptie
De belangrijkste functie van V4 is kleurprocessing
Kleurvisie geeft belangrijke informatie voor objectherkenning
Striate cortex = visual cortex
Belangrijkste principes van de visuele wegen:
- V1 (striate cortex) is de eerste processing level in de hiërarchie
Krijgt de meeste input van de thalamus en geeft door naar de andere occipitale gebieden
, - V2, tweede processing level in de hiërarchie, geeft ook door naar de andere occipitale
gebieden
- Na V2 zijn er drie wegen die gaan naar:
1. Pariëtaal cortex
2. Superior temporal sulcus (STS)
3. Temporaal cortex
Dorsal stream: de pariëtale weg, neemt deel in de visuele guidance van beweging
Ventral stream: de temporale weg, neemt deel in de perceptie van objecten en vernemen van
bepaalde types van beweging
13.2
Informatie van de ‘blob areas’ van V1 gaan naar V4 kleurgebied
Informatie van V1 naar V2 en dan naar V5 bewegingsgebied
Informatie van V1 naar V2 en dan naar V3 dynamic form; de vorm van objecten in beweging
Letsel in V4 verlies van kleurcognitie
Letsel in V5 verlies van vermogen om objecten in beweging te vernemen
Letsel in V3 negatief effect op vormperceptie
Letsel in V1 krijgt geen visuele input meer
Tabel 13.1:
- Visie is niet unitair; is niet één enkele eenheid, maar is samengesteld uit vele zeer specifieke
vormen van verwerking
- Deze vormen van verwerking worden georganiseerd in 5 algemene categoriën:
1. Vision for action
2. Action for vision
3. Visual recognition
4. Visual space
5. Visual attention
VENTRAL STREAMS REGIONS
LO Lateral occipital Object analysis
FFA Fusiform face area Face analysis
EBA Extrastriate body area Body analysis
FBA Fusiform body area Body analysis
STS Superior temporal sulcus Analysis of biological motion
STSp Superiour temporal sulcus Moving-body analysis
posterior
PPA Parahippocampal place area Analysis of landmarks
HOOFDSTUK 13
13.1
De menselijke cortex bestaat uit 4 kwabben:
- Frontaalkwab: motorisch
- Occipitaalkwab: zien
- Pariëtaalkwab: sensorisch
- Temporaalkwab: horen
Figuur 13.1:
- De occipitaalkwab ligt op de achterkwab van de hersenen
- De occipitaalkwab en de pariëtaalkwab worden van elkaar gescheiden door de pariëtaal-
occipitaal sulcus
- De calcarine sulcus verdeelt de bovenste en onderste helft van het visuele; en bevat V1
primary visual cortex
- De lingual gyrus bevat delen van V2 en VP
- De fusiform gyrus bevat V4
Figuur 13.2
Figuur 13.3:
- De early visual areas (V1-V4) van de mens en de aap lijken op elkaar
- De overige gebieden (vanaf V4) zijn bij de mens meer ontwikkeld dan bij de aap
concludeert dat de mens meer visuele proccessing capaciteiten hebben dan de aap
Figuur 13.4:
Gebied V1 en V2 zijn functioneel gezien heterogeen
V1:
- Cellen in de ‘vlek’ nemen deel aan kleurperceptie
- De ‘tussenvlekken’ hebben een rol in vorm en motie perceptie
V2:
- ‘dunne strepen’ nemen deel aan kleurperceptie
- ‘dikke strepen’ nemen deel aan vormperceptie
- ‘bleke strepen’ nemen deel aan motieperceptie
De belangrijkste functie van V4 is kleurprocessing
Kleurvisie geeft belangrijke informatie voor objectherkenning
Striate cortex = visual cortex
Belangrijkste principes van de visuele wegen:
- V1 (striate cortex) is de eerste processing level in de hiërarchie
Krijgt de meeste input van de thalamus en geeft door naar de andere occipitale gebieden
, - V2, tweede processing level in de hiërarchie, geeft ook door naar de andere occipitale
gebieden
- Na V2 zijn er drie wegen die gaan naar:
1. Pariëtaal cortex
2. Superior temporal sulcus (STS)
3. Temporaal cortex
Dorsal stream: de pariëtale weg, neemt deel in de visuele guidance van beweging
Ventral stream: de temporale weg, neemt deel in de perceptie van objecten en vernemen van
bepaalde types van beweging
13.2
Informatie van de ‘blob areas’ van V1 gaan naar V4 kleurgebied
Informatie van V1 naar V2 en dan naar V5 bewegingsgebied
Informatie van V1 naar V2 en dan naar V3 dynamic form; de vorm van objecten in beweging
Letsel in V4 verlies van kleurcognitie
Letsel in V5 verlies van vermogen om objecten in beweging te vernemen
Letsel in V3 negatief effect op vormperceptie
Letsel in V1 krijgt geen visuele input meer
Tabel 13.1:
- Visie is niet unitair; is niet één enkele eenheid, maar is samengesteld uit vele zeer specifieke
vormen van verwerking
- Deze vormen van verwerking worden georganiseerd in 5 algemene categoriën:
1. Vision for action
2. Action for vision
3. Visual recognition
4. Visual space
5. Visual attention
VENTRAL STREAMS REGIONS
LO Lateral occipital Object analysis
FFA Fusiform face area Face analysis
EBA Extrastriate body area Body analysis
FBA Fusiform body area Body analysis
STS Superior temporal sulcus Analysis of biological motion
STSp Superiour temporal sulcus Moving-body analysis
posterior
PPA Parahippocampal place area Analysis of landmarks