Tijdvak 6
Tijd van regenten en vorsten
1600 – 1700: 17e eeuw
Icoon:
Voorgrond: Kroon
Achtergrond: handelshuizen Amsterdam
Kenmerkende aspecten:
6.1 ontwikkeling handelskapitalisme & wereldeconomie
6.2 Gouden Eeuw van Nederland
6.3 het streven van vorsten naar absolute macht
6.4 De wetenschappelijke revolutie
Paragraaf 6.1 Een wereldeconomie
- 17e eeuw: handelskapitalisme > handelsnetwerken
- VOC en WIC
- 1595 -1597: Houtman naar Indië
- VOC opgericht in 1602
- Handelsmonopolie (alleenrecht handel met Republiek)
- Verdragen sluiten met vorsten
- Oorlog voeren
- Gebieden besturen
- Multinational > Handelskapitalisme
- Aandelen
- Bestuur: Heeren Zeventien
- Gouveneur – Generaal in Azie
- JP Coen stichtte Batavia en gebruikte veel geweld tegen Banda
- Azie: handelsnetwerk met factorijen
- 17e eeuw: specerijen
18e eeuw: koffie en thee
Handelsnetwerk > begin wereldeconomie
WIC: West – Indische Compagnie (1621): west Afrika en Amerika
Actviteiten:
1. Kaapvaart (Spanje, zilvervloot)
2. Slaven- en goudhandel vanuit West-Afrika -> driehoekshandel
3. Plantages (suiker en koffie) in Suriname
Paragraaf 6.2 De Gouden Eeuw
Kenmerkend aspect:
1. Bijzonder staatkunde van de Republiek
2. Economische bloei
3. Culturele bloei
, Staten – Generaal
Raadpensionaris afgevaardigden Stadhouder:
Secretaris benoemt Gewestelijke Staten (7) benoemt Opperbevelhebber
Contacten met leger en vloot
buitenland afgevaardigden
Benoemt
deel van
bestuur van stadsbestuur
het platteland
Staatkunde
- gewesten hadden door Opstand zelfstandigheid behouden >
- 17e eeuw: meeste landen hadden machtige koning >
- Republiek > zeven aparte staten
- Macht bij regenten:
1. Bestuurders, vaak rijk door handel
2. Gesloten groep: banen onderling verdeeld
3. Steden > vroedschap > vertegenwoordigers naar Staten
- Stadhouder: eigenlijk plaatsvervanger van landsheer (tot 1581)
- Stadhouder van Holland, Zeeland machtig, omdat:
1. Opperbevelhebber van leger en vloot
2. Toezicht op rechtspraak
3. Macht deel regenten in steden benoemen
- Regenten onderverdeeld in ‘prinsgezind’ en ‘staatsgezind’
- Twee stadhouderloze tijdperken
Bestuur Republiek
- Staten-Generaal: afgevaardigden van alle gewesten >
1. Buitenlandse politiek
2. In- en uitvoerrechten
3. Leger en vloot
4. Generaliteitslanden (Brabant, Limburg, Vlaanderen > veroverd)
- Besluiten pas genomen als alle gewesten ermee instemden
- Holland meeste invloed > betaalde het meest
- Belangrijkste man binnen Staten – Generaal:
- landadvocaat of raadpensionaris >
1. Voorzitter van Staten van Holland
2. Vertegenwoordiger Holland in Staten- Generaal
3. Onderhield contacten met het buitenland
- Republiek 2 miljoen inwoners, maar dankzij rijkdom: groot leger
Tijd van regenten en vorsten
1600 – 1700: 17e eeuw
Icoon:
Voorgrond: Kroon
Achtergrond: handelshuizen Amsterdam
Kenmerkende aspecten:
6.1 ontwikkeling handelskapitalisme & wereldeconomie
6.2 Gouden Eeuw van Nederland
6.3 het streven van vorsten naar absolute macht
6.4 De wetenschappelijke revolutie
Paragraaf 6.1 Een wereldeconomie
- 17e eeuw: handelskapitalisme > handelsnetwerken
- VOC en WIC
- 1595 -1597: Houtman naar Indië
- VOC opgericht in 1602
- Handelsmonopolie (alleenrecht handel met Republiek)
- Verdragen sluiten met vorsten
- Oorlog voeren
- Gebieden besturen
- Multinational > Handelskapitalisme
- Aandelen
- Bestuur: Heeren Zeventien
- Gouveneur – Generaal in Azie
- JP Coen stichtte Batavia en gebruikte veel geweld tegen Banda
- Azie: handelsnetwerk met factorijen
- 17e eeuw: specerijen
18e eeuw: koffie en thee
Handelsnetwerk > begin wereldeconomie
WIC: West – Indische Compagnie (1621): west Afrika en Amerika
Actviteiten:
1. Kaapvaart (Spanje, zilvervloot)
2. Slaven- en goudhandel vanuit West-Afrika -> driehoekshandel
3. Plantages (suiker en koffie) in Suriname
Paragraaf 6.2 De Gouden Eeuw
Kenmerkend aspect:
1. Bijzonder staatkunde van de Republiek
2. Economische bloei
3. Culturele bloei
, Staten – Generaal
Raadpensionaris afgevaardigden Stadhouder:
Secretaris benoemt Gewestelijke Staten (7) benoemt Opperbevelhebber
Contacten met leger en vloot
buitenland afgevaardigden
Benoemt
deel van
bestuur van stadsbestuur
het platteland
Staatkunde
- gewesten hadden door Opstand zelfstandigheid behouden >
- 17e eeuw: meeste landen hadden machtige koning >
- Republiek > zeven aparte staten
- Macht bij regenten:
1. Bestuurders, vaak rijk door handel
2. Gesloten groep: banen onderling verdeeld
3. Steden > vroedschap > vertegenwoordigers naar Staten
- Stadhouder: eigenlijk plaatsvervanger van landsheer (tot 1581)
- Stadhouder van Holland, Zeeland machtig, omdat:
1. Opperbevelhebber van leger en vloot
2. Toezicht op rechtspraak
3. Macht deel regenten in steden benoemen
- Regenten onderverdeeld in ‘prinsgezind’ en ‘staatsgezind’
- Twee stadhouderloze tijdperken
Bestuur Republiek
- Staten-Generaal: afgevaardigden van alle gewesten >
1. Buitenlandse politiek
2. In- en uitvoerrechten
3. Leger en vloot
4. Generaliteitslanden (Brabant, Limburg, Vlaanderen > veroverd)
- Besluiten pas genomen als alle gewesten ermee instemden
- Holland meeste invloed > betaalde het meest
- Belangrijkste man binnen Staten – Generaal:
- landadvocaat of raadpensionaris >
1. Voorzitter van Staten van Holland
2. Vertegenwoordiger Holland in Staten- Generaal
3. Onderhield contacten met het buitenland
- Republiek 2 miljoen inwoners, maar dankzij rijkdom: groot leger