Hoofdstuk 1
Er zijn meerdere soorten rapporten;
- onderzoeksplannen, onderzoeksverslagen
- Adviesrapporten, evaluatierapporten, stage- en projectverslagen
- Beleidsnota’s
De teks van een rapport moet altijd goed leesbaar zijn, een lezer moet zich snel en met
weinig moeite moeten kunnen informeren.
De tekst moet ook doelgericht zijn, uit de tekst moet duidelijk blijken wat je ermee wilt
bereiken.
Als laatste moet de tekst verzorgd en foutloos zijn, zorg dat de layout en de opbouw van
een tekst gewoon netjes is en zonder fouten.
Opbouw rapport:
- Omslag en titelpagina
- Inhoudsopgave
- Voorwoord
- Samenvatting
- Inleiding
- De hoofdtekst
- Conclusie en aanbevelingen
- Literatuurlijst
- Bijlagen
Een rapport schrijven doe je in 8 stappen:
1. De opdracht in kaart brengen
2. Informatie verzamelen
3. Indeling bepalen
4. Eerste versie schrijven
5. Zorg voor samenhang
6. Maak de tekst overtuigend
7. Gebruik heldere taal
8. Werk je tekst af
Als je op deze manier werkt ben je niet met alles tegelijk bezig en kan je alles nog
makkelijk bijstellen.
Hoofdstuk 2
Voordat je van start gaat is het belangrijk om te weten waar je over gaat schrijven. Zorg
dat je je opdracht afgebakend hebt, maak het niet te breed. Vertel dan ook al in de
inleiding tot welk deelgebied je je beperkt.
Denk vervolgens goed na over voor wie je je rapport schrijft, wie gaat het uiteindelijk
lezen? Daar moet je namelijk je tekst op aanpassen, denk daarbij aan de volgende
vragen:
- Wat is hun kennisniveau?
- Hoeveel moeite willen ze doen om de tekst te lezen?
- Zijn je lezers jong of oud? Hoogopgeleid of niet?
- Weten ze al iets over het onderwerp?
Bedenk vervolgens wat je over het onderwerp wil zeggen, wat wil je bereiken met de
tekst? Schrijf dit doel ook op. Bij alles wat je toevoegd kan je dan kijken of het aansluit bij
het doel van je tekst.
Als het doel niet helder is dan klopt er sneller iets niet, als het doel op de opdracht vaag is
dan wordt de tekst dat automatisch ook.
Geef daarna de centrale vraag op. Er zijn 4 soorten centrale vragen:
1. Informerend; beschrijvend, inventariserend of inzicht proberen te verschaffen
2. Verklarend; oorzaken bloot leggen
, 3. Beoordelend; positief of negatief oordeel ontwikkelen, iets ter discussie stellen.
4. Adviserend; iets aanraden.
Elke tekst heeft maximaal 1 centrale vraag. Om de centrale vraag te beantwoorden moet
je vaak eerst een aantal andere vragen beantwoorden, dat zijn subvragen of deelvragen.
Houdt de centrale vraag objectief en neutraal. Jouw oordeel mag er nog niet uit blijken.
Hoofdstuk 3
Brainstormen → De onderwerp van een tekst op een vel papier zetten en alles
wat je kan bedenken er omheen zetten (mindmap).
Als je gebrainstormed heb kan je informatie gaan verzamelen. Je hebt daar 2
verschillende manieren voor; desk research (informatie opzoeken thuis) en field research
(interviewen enzo).
Niet alle informatie die je tegenkomt is geschikt als bron voor je onderzoek, je moet zorgen
dat je bronnen altijd betrouwbaar zijn. Je moet zorgen dat je altijd je bron chekt, en zorg
voor oorpronkelijke bronnen.
Pas ook op voor plagiaat, letterlijk overnemen mag alleen als je de tekst ook citeert.
Zorg dat je ook een duidelijke planning maakt, als je een duidelijke plannijng maakt
voorkomt dat stressen op het laatste moment. In een planning neem je de volgende
onderwerpen mee:
- deadline
- omvang, aantal woorden gehele tekst
- inhoudelijke eisen van de tekst
Maak een lijstje met data, houdt daarbij rekening met hoeveel tijd je nodig gaat hebben
voor (tel terug vanaf de deadline):
- afronding
- bijstellen
- bespreken
- schrijven
- plannen
- voorbereiden
Hoofdstuk 4
Nadat je onderzoek hebt gedaan heb je informatie die wel en niet meer bij je rapport past,
zoek dit eerst uit. Je kan dan al een plan gaan maken welke informatie je in welk
hoofdstuk gaat gebruiken. Op die manier kan je een inhoudsopgave maken waar je al in
kan zetten welke informatie in welk deel van je tekst komt.
Er zijn 4 tekstschema’s die je kan gebruiken bij het schrijven van een tekst:
- informerend
- Iets beschrijven, inventariseren of opsommen.
- Opbouw:
- inleiding; aanleiding, centrale vraag en leeswijzer
- middenstuk; informatie
- samenvatting
- adviserend
- Wat er moet gebeuren om een probleem op te lossen
- Opbouw:
- inleiding; aanleiding, centrale vraag en leeswijzer
- achtergronden; de huidige situatie + het probleem
- mogelijke oplossingen
- beoordeling mogelijke oplossingen
- conclusie; advies
Er zijn meerdere soorten rapporten;
- onderzoeksplannen, onderzoeksverslagen
- Adviesrapporten, evaluatierapporten, stage- en projectverslagen
- Beleidsnota’s
De teks van een rapport moet altijd goed leesbaar zijn, een lezer moet zich snel en met
weinig moeite moeten kunnen informeren.
De tekst moet ook doelgericht zijn, uit de tekst moet duidelijk blijken wat je ermee wilt
bereiken.
Als laatste moet de tekst verzorgd en foutloos zijn, zorg dat de layout en de opbouw van
een tekst gewoon netjes is en zonder fouten.
Opbouw rapport:
- Omslag en titelpagina
- Inhoudsopgave
- Voorwoord
- Samenvatting
- Inleiding
- De hoofdtekst
- Conclusie en aanbevelingen
- Literatuurlijst
- Bijlagen
Een rapport schrijven doe je in 8 stappen:
1. De opdracht in kaart brengen
2. Informatie verzamelen
3. Indeling bepalen
4. Eerste versie schrijven
5. Zorg voor samenhang
6. Maak de tekst overtuigend
7. Gebruik heldere taal
8. Werk je tekst af
Als je op deze manier werkt ben je niet met alles tegelijk bezig en kan je alles nog
makkelijk bijstellen.
Hoofdstuk 2
Voordat je van start gaat is het belangrijk om te weten waar je over gaat schrijven. Zorg
dat je je opdracht afgebakend hebt, maak het niet te breed. Vertel dan ook al in de
inleiding tot welk deelgebied je je beperkt.
Denk vervolgens goed na over voor wie je je rapport schrijft, wie gaat het uiteindelijk
lezen? Daar moet je namelijk je tekst op aanpassen, denk daarbij aan de volgende
vragen:
- Wat is hun kennisniveau?
- Hoeveel moeite willen ze doen om de tekst te lezen?
- Zijn je lezers jong of oud? Hoogopgeleid of niet?
- Weten ze al iets over het onderwerp?
Bedenk vervolgens wat je over het onderwerp wil zeggen, wat wil je bereiken met de
tekst? Schrijf dit doel ook op. Bij alles wat je toevoegd kan je dan kijken of het aansluit bij
het doel van je tekst.
Als het doel niet helder is dan klopt er sneller iets niet, als het doel op de opdracht vaag is
dan wordt de tekst dat automatisch ook.
Geef daarna de centrale vraag op. Er zijn 4 soorten centrale vragen:
1. Informerend; beschrijvend, inventariserend of inzicht proberen te verschaffen
2. Verklarend; oorzaken bloot leggen
, 3. Beoordelend; positief of negatief oordeel ontwikkelen, iets ter discussie stellen.
4. Adviserend; iets aanraden.
Elke tekst heeft maximaal 1 centrale vraag. Om de centrale vraag te beantwoorden moet
je vaak eerst een aantal andere vragen beantwoorden, dat zijn subvragen of deelvragen.
Houdt de centrale vraag objectief en neutraal. Jouw oordeel mag er nog niet uit blijken.
Hoofdstuk 3
Brainstormen → De onderwerp van een tekst op een vel papier zetten en alles
wat je kan bedenken er omheen zetten (mindmap).
Als je gebrainstormed heb kan je informatie gaan verzamelen. Je hebt daar 2
verschillende manieren voor; desk research (informatie opzoeken thuis) en field research
(interviewen enzo).
Niet alle informatie die je tegenkomt is geschikt als bron voor je onderzoek, je moet zorgen
dat je bronnen altijd betrouwbaar zijn. Je moet zorgen dat je altijd je bron chekt, en zorg
voor oorpronkelijke bronnen.
Pas ook op voor plagiaat, letterlijk overnemen mag alleen als je de tekst ook citeert.
Zorg dat je ook een duidelijke planning maakt, als je een duidelijke plannijng maakt
voorkomt dat stressen op het laatste moment. In een planning neem je de volgende
onderwerpen mee:
- deadline
- omvang, aantal woorden gehele tekst
- inhoudelijke eisen van de tekst
Maak een lijstje met data, houdt daarbij rekening met hoeveel tijd je nodig gaat hebben
voor (tel terug vanaf de deadline):
- afronding
- bijstellen
- bespreken
- schrijven
- plannen
- voorbereiden
Hoofdstuk 4
Nadat je onderzoek hebt gedaan heb je informatie die wel en niet meer bij je rapport past,
zoek dit eerst uit. Je kan dan al een plan gaan maken welke informatie je in welk
hoofdstuk gaat gebruiken. Op die manier kan je een inhoudsopgave maken waar je al in
kan zetten welke informatie in welk deel van je tekst komt.
Er zijn 4 tekstschema’s die je kan gebruiken bij het schrijven van een tekst:
- informerend
- Iets beschrijven, inventariseren of opsommen.
- Opbouw:
- inleiding; aanleiding, centrale vraag en leeswijzer
- middenstuk; informatie
- samenvatting
- adviserend
- Wat er moet gebeuren om een probleem op te lossen
- Opbouw:
- inleiding; aanleiding, centrale vraag en leeswijzer
- achtergronden; de huidige situatie + het probleem
- mogelijke oplossingen
- beoordeling mogelijke oplossingen
- conclusie; advies