Natuurkunde
Centrale examens 2021
Inhoudsopgave
Centrale examens 2021..........................................................................................................................1
Inhoudsopgave...................................................................................................................................1
Domein A - Vaardigheden.......................................................................................................................2
A1 - Informatievaardigheden gebruiken............................................................................................2
A2 – Communiceren..........................................................................................................................2
A5 – Onderzoeken.............................................................................................................................2
A6 – Ontwerpen................................................................................................................................2
A7 – Modelvorming...........................................................................................................................2
A8 – Natuurwetenschappelijk instrumentarium................................................................................3
A9 – Waarderen en oordelen............................................................................................................3
A10 – Kennisontwikkeling en – toepassing........................................................................................3
A11 – Technisch-instrumentele vaardigheden...................................................................................4
A12 – rekenkundige en wiskundige vaardigheden............................................................................4
A13 – Vaktaal.....................................................................................................................................5
A15 – Kwantificeren en interpreteren...............................................................................................5
Domein B – Golven.................................................................................................................................6
B1 – Informatieoverdracht................................................................................................................6
B2 – Medische beeldvorming............................................................................................................7
Domein C – Beweging en wisselwerking...............................................................................................10
C1 – Kracht en beweging.................................................................................................................10
C2 – Energie en wisselwerking.........................................................................................................11
C3 – Gravitatie.................................................................................................................................12
Domein D – Lading en veld...................................................................................................................13
D1 – Elektrische systemen...............................................................................................................13
D2 – Elektrische en magnetische velden..........................................................................................14
Domein E – Straling en materie............................................................................................................16
E2 – Elektromagnetische straling en materie..................................................................................16
Domein F – Quantumwereld en relativiteit..........................................................................................17
F1 – Quantumwereld.......................................................................................................................17
Domein H – Natuurwetten en modellen...............................................................................................19
1
,Domein A - Vaardigheden
A1 - Informatievaardigheden gebruiken
☐ Doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken
A2 – Communiceren
☐ Adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over
onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied
A5 – Onderzoeken
☐ Een natuurwetenschappelijk probleem herkennen en specificeren
☐ Een natuurwetenschappelijk probleem herleiden tot 1 of meerdere onderzoeksvragen
☐ Verbanden leggen tussen een onderzoeksvraag en natuurwetenschappelijke kennis
☐ Een hypothese opstellen bij een onderzoeksvraag en verwachtingen formuleren
☐ Een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek
☐ Meetgegevens verwerken en presenteren op een wijze die helpt bij de beantwoording van een
onderzoeksvraag
☐ Op grond van verzamelde gegevens van een uitgevoerd onderzoek conclusies trekken die
aansluiten bij de onderzoeksvragen van het onderzoek
☐ De uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren, gebruik makend van de begrippen
validiteit, nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid
A6 – Ontwerpen
☐ Verbanden leggen tussen natuurwetenschappelijke kennis en taken en eigenschappen van een
ontwerp
☐ Verschillende (deel)uitwerkingen geven voor taken en eigenschappen van een ontwerp
☐ Een ontwerpproces en -product evalueren, rekening houdend met het PvE
☐ Voorstellen doen voor verbetering van een ontwerp
A7 – Modelvorming
☐ Relevante grootheden en relaties in een probleemsituatie identificeren en selecteren
☐ Door het doen van aannamen en het maken van vereenvoudiging een natuurwetenschappelijk
probleem inperken tot een onderzoekbare vraagstelling
☐ Bij een natuurwetenschappelijk probleem een model selecteren dat geschikt is om het probleem
te bestuderen
☐ Een beargumenteerde schatting maken voor waarden en foutmarges van modelparameters op
basis van gegevens
☐ Toetsbare verwachtingen formuleren over het gedrag van een model
☐ Een model evalueren op basis van uitkomsten, verwachtingen en (meet)gegevens, rekening
houdend met eventuele foutmarges in modelparameters
2
, A8 – Natuurwetenschappelijk instrumentarium
☐ Informatie verwerven en selecteren uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen
☐ Gegevens halen uit grafieken, tabellen, tekeningen, simulaties, schema’s en diagrammen
☐ Grootheden, eenheden, symbolen, formules en gegevens opzoeken in geschikte tabellen
☐ Informatie, gegevens en meetresultaten analyseren, weergeven en structureren in grafieken,
tekeningen, schema’s, diagrammen en tabellen
☐ Uitleggen wat bedoeld wordt met de significantie van meetwaarden en uitkomsten van
berekeningen weergeven in het juiste aantal significante cijfers
- Bij het optellen en aftrekken van meetwaarden wordt de uitkomst gegeven met evenveel
decimalen als de gegeven meetwaarde met het kleinste aantal decimalen;
- Bij het delen en vermenigvuldigen wordt de uitkomst gegeven in evenveel significante cijfers
als de gegeven meetwaarde met het kleinste aantal significante cijfers;
- Als de logaritme van een meetwaarde wordt genomen, krijgt het antwoord evenveel
decimalen als de meetwaarde significante cijfers heeft;
- Gehele getallen die verkregen zijn door discrete objecten te tellen, vallen niet onder de
regels van significante cijfers (dit geldt ook voor mathematische constanten en
geldbedragen);
☐ Aangeven met welke technieken en apparaten de belangrijkste grootheden uit de
natuurwetenschappen worden gemeten
A9 – Waarderen en oordelen
☐ Een beargumenteerd oordeel geven over een situatie waarin natuurwetenschappelijke kennis een
belangrijke rol speelt/een beargumenteerde keuze maken tussen alternatieven bij vraagstukken van
natuurwetenschappelijke aard
☐ Onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke
overwegingen en persoonlijke opvattingen
☐ Feiten met bronnen verantwoorden
☐ De betrouwbaarheid beoordelen van informatie en de waarde daarvan vaststellen voor de
beantwoording van het betreffende vraagstuk
A10 – Kennisontwikkeling en – toepassing
☐ In contexten analyseren op welke wijze natuurkundige en technologische kennis wordt ontwikkeld
en toegepast
3
Centrale examens 2021
Inhoudsopgave
Centrale examens 2021..........................................................................................................................1
Inhoudsopgave...................................................................................................................................1
Domein A - Vaardigheden.......................................................................................................................2
A1 - Informatievaardigheden gebruiken............................................................................................2
A2 – Communiceren..........................................................................................................................2
A5 – Onderzoeken.............................................................................................................................2
A6 – Ontwerpen................................................................................................................................2
A7 – Modelvorming...........................................................................................................................2
A8 – Natuurwetenschappelijk instrumentarium................................................................................3
A9 – Waarderen en oordelen............................................................................................................3
A10 – Kennisontwikkeling en – toepassing........................................................................................3
A11 – Technisch-instrumentele vaardigheden...................................................................................4
A12 – rekenkundige en wiskundige vaardigheden............................................................................4
A13 – Vaktaal.....................................................................................................................................5
A15 – Kwantificeren en interpreteren...............................................................................................5
Domein B – Golven.................................................................................................................................6
B1 – Informatieoverdracht................................................................................................................6
B2 – Medische beeldvorming............................................................................................................7
Domein C – Beweging en wisselwerking...............................................................................................10
C1 – Kracht en beweging.................................................................................................................10
C2 – Energie en wisselwerking.........................................................................................................11
C3 – Gravitatie.................................................................................................................................12
Domein D – Lading en veld...................................................................................................................13
D1 – Elektrische systemen...............................................................................................................13
D2 – Elektrische en magnetische velden..........................................................................................14
Domein E – Straling en materie............................................................................................................16
E2 – Elektromagnetische straling en materie..................................................................................16
Domein F – Quantumwereld en relativiteit..........................................................................................17
F1 – Quantumwereld.......................................................................................................................17
Domein H – Natuurwetten en modellen...............................................................................................19
1
,Domein A - Vaardigheden
A1 - Informatievaardigheden gebruiken
☐ Doelgericht informatie zoeken, beoordelen, selecteren en verwerken
A2 – Communiceren
☐ Adequaat schriftelijk, mondeling en digitaal in het publieke domein communiceren over
onderwerpen uit het desbetreffende vakgebied
A5 – Onderzoeken
☐ Een natuurwetenschappelijk probleem herkennen en specificeren
☐ Een natuurwetenschappelijk probleem herleiden tot 1 of meerdere onderzoeksvragen
☐ Verbanden leggen tussen een onderzoeksvraag en natuurwetenschappelijke kennis
☐ Een hypothese opstellen bij een onderzoeksvraag en verwachtingen formuleren
☐ Een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek
☐ Meetgegevens verwerken en presenteren op een wijze die helpt bij de beantwoording van een
onderzoeksvraag
☐ Op grond van verzamelde gegevens van een uitgevoerd onderzoek conclusies trekken die
aansluiten bij de onderzoeksvragen van het onderzoek
☐ De uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren, gebruik makend van de begrippen
validiteit, nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid
A6 – Ontwerpen
☐ Verbanden leggen tussen natuurwetenschappelijke kennis en taken en eigenschappen van een
ontwerp
☐ Verschillende (deel)uitwerkingen geven voor taken en eigenschappen van een ontwerp
☐ Een ontwerpproces en -product evalueren, rekening houdend met het PvE
☐ Voorstellen doen voor verbetering van een ontwerp
A7 – Modelvorming
☐ Relevante grootheden en relaties in een probleemsituatie identificeren en selecteren
☐ Door het doen van aannamen en het maken van vereenvoudiging een natuurwetenschappelijk
probleem inperken tot een onderzoekbare vraagstelling
☐ Bij een natuurwetenschappelijk probleem een model selecteren dat geschikt is om het probleem
te bestuderen
☐ Een beargumenteerde schatting maken voor waarden en foutmarges van modelparameters op
basis van gegevens
☐ Toetsbare verwachtingen formuleren over het gedrag van een model
☐ Een model evalueren op basis van uitkomsten, verwachtingen en (meet)gegevens, rekening
houdend met eventuele foutmarges in modelparameters
2
, A8 – Natuurwetenschappelijk instrumentarium
☐ Informatie verwerven en selecteren uit schriftelijke, mondelinge en audiovisuele bronnen
☐ Gegevens halen uit grafieken, tabellen, tekeningen, simulaties, schema’s en diagrammen
☐ Grootheden, eenheden, symbolen, formules en gegevens opzoeken in geschikte tabellen
☐ Informatie, gegevens en meetresultaten analyseren, weergeven en structureren in grafieken,
tekeningen, schema’s, diagrammen en tabellen
☐ Uitleggen wat bedoeld wordt met de significantie van meetwaarden en uitkomsten van
berekeningen weergeven in het juiste aantal significante cijfers
- Bij het optellen en aftrekken van meetwaarden wordt de uitkomst gegeven met evenveel
decimalen als de gegeven meetwaarde met het kleinste aantal decimalen;
- Bij het delen en vermenigvuldigen wordt de uitkomst gegeven in evenveel significante cijfers
als de gegeven meetwaarde met het kleinste aantal significante cijfers;
- Als de logaritme van een meetwaarde wordt genomen, krijgt het antwoord evenveel
decimalen als de meetwaarde significante cijfers heeft;
- Gehele getallen die verkregen zijn door discrete objecten te tellen, vallen niet onder de
regels van significante cijfers (dit geldt ook voor mathematische constanten en
geldbedragen);
☐ Aangeven met welke technieken en apparaten de belangrijkste grootheden uit de
natuurwetenschappen worden gemeten
A9 – Waarderen en oordelen
☐ Een beargumenteerd oordeel geven over een situatie waarin natuurwetenschappelijke kennis een
belangrijke rol speelt/een beargumenteerde keuze maken tussen alternatieven bij vraagstukken van
natuurwetenschappelijke aard
☐ Onderscheid maken tussen wetenschappelijke argumenten, normatieve maatschappelijke
overwegingen en persoonlijke opvattingen
☐ Feiten met bronnen verantwoorden
☐ De betrouwbaarheid beoordelen van informatie en de waarde daarvan vaststellen voor de
beantwoording van het betreffende vraagstuk
A10 – Kennisontwikkeling en – toepassing
☐ In contexten analyseren op welke wijze natuurkundige en technologische kennis wordt ontwikkeld
en toegepast
3