MK: Kindergeneeskunde
Leerdoelen
HBO-V: leerjaar 2
,Bijeenkomst 1:
1. De ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven ten aanzien van
lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische ontwikkeling;
Pasgeborene (<1 maand oud) Zuigeling (0-1 jaar)
Lengte 50 à 55 cm 72 à 83 cm
Gewicht 6 à 8 pond Het eerste kwartaal groeit het kind
150-175 gram per week, bij 5
maanden is het geboortegewicht
verdubbeld en bij 1 jaar
verdrievoudigd.
Schedelomtrek De helft van de lengte + 10 cm, Hetzelfde als bij pasgeborenen.
gem 35 cm. Het hoofd is bij een
baby ¼ van het lichaam.
Reflexen De pasgeborene beschikt over Hetzelfde als bij pasgeborene.
meerdere reflexen die erop
gericht zijn het leven in stand te
houden en te beschermen.
- Moro-reflex
Bij plotselinge prikkeling
omhoog en opzij
bewegen van de armen.
Verdwijnt na 3 maanden.
- Zuigreflex
Beweging bij honger en
prikkeling. Verdwijnt na 6-
8 maanden.
- Zoekreflex
Bij aanraking van de wang
of lippen draaien van het
hoofd naar de zijde van
de aanraking. Verdwijnt
na 6 maanden.
Motorische Het begint met het bewegen van - 3 maanden
ontwikkeling het hoofd. Rond de 6 weken ook Voorwerp met de ogen
lachen, aanvankelijk zonder volgen en spelen met de
speciale aanleiding. handjes.
- 4 maanden
Naar een voorwerp grijpen
en rammelen.
- 5 à 6 maanden
Draaien van rug- naar
buikligging.
- 6 à 7 maanden
, Glimlachen als reactie op een
ander, een voorwerp
onderzoeken.
- 8 maanden
Gaan zitten.
- 10 à 14 maanden
Gaan staan en langs de
boxrand lopen.
2. de verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan anderen uitleggen;
0-curve = Het gemiddelde van alle kinderen in Nederland met een Nederlandse achtergrond.
-1-curve = Wil zeggen dat je 1 standaarddeviatie afwijkt. Dat wil zeggen dat je dus lager bent
dan het normale gewicht, maar je zit nog steeds in het donkergroene gedeelte.
< -2-curve = dan zijn er zorgen en worden er extra maatregelen getroffen om te kijken wat er
verder aan de hand is.
3. De opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen;
De reflexen worden getest na een geboorte. Maar eerst wordt een test uitgevoerd, namelijk
de Apgarscore. Deze doe je meteen na de geboorte. Hoe hoger de score hoe beter.
Leerdoelen
HBO-V: leerjaar 2
,Bijeenkomst 1:
1. De ontwikkeling en groei van de pasgeborene en de zuigeling beschrijven ten aanzien van
lengte, gewicht, schedelomtrek, reflexen en motorische ontwikkeling;
Pasgeborene (<1 maand oud) Zuigeling (0-1 jaar)
Lengte 50 à 55 cm 72 à 83 cm
Gewicht 6 à 8 pond Het eerste kwartaal groeit het kind
150-175 gram per week, bij 5
maanden is het geboortegewicht
verdubbeld en bij 1 jaar
verdrievoudigd.
Schedelomtrek De helft van de lengte + 10 cm, Hetzelfde als bij pasgeborenen.
gem 35 cm. Het hoofd is bij een
baby ¼ van het lichaam.
Reflexen De pasgeborene beschikt over Hetzelfde als bij pasgeborene.
meerdere reflexen die erop
gericht zijn het leven in stand te
houden en te beschermen.
- Moro-reflex
Bij plotselinge prikkeling
omhoog en opzij
bewegen van de armen.
Verdwijnt na 3 maanden.
- Zuigreflex
Beweging bij honger en
prikkeling. Verdwijnt na 6-
8 maanden.
- Zoekreflex
Bij aanraking van de wang
of lippen draaien van het
hoofd naar de zijde van
de aanraking. Verdwijnt
na 6 maanden.
Motorische Het begint met het bewegen van - 3 maanden
ontwikkeling het hoofd. Rond de 6 weken ook Voorwerp met de ogen
lachen, aanvankelijk zonder volgen en spelen met de
speciale aanleiding. handjes.
- 4 maanden
Naar een voorwerp grijpen
en rammelen.
- 5 à 6 maanden
Draaien van rug- naar
buikligging.
- 6 à 7 maanden
, Glimlachen als reactie op een
ander, een voorwerp
onderzoeken.
- 8 maanden
Gaan zitten.
- 10 à 14 maanden
Gaan staan en langs de
boxrand lopen.
2. de verschillende groeicurves beschrijven en de betekenis ervan aan anderen uitleggen;
0-curve = Het gemiddelde van alle kinderen in Nederland met een Nederlandse achtergrond.
-1-curve = Wil zeggen dat je 1 standaarddeviatie afwijkt. Dat wil zeggen dat je dus lager bent
dan het normale gewicht, maar je zit nog steeds in het donkergroene gedeelte.
< -2-curve = dan zijn er zorgen en worden er extra maatregelen getroffen om te kijken wat er
verder aan de hand is.
3. De opvang van de pasgeborene beschrijven en de Apgarscore uitleggen;
De reflexen worden getest na een geboorte. Maar eerst wordt een test uitgevoerd, namelijk
de Apgarscore. Deze doe je meteen na de geboorte. Hoe hoger de score hoe beter.