100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Recht 3

Rating
-
Sold
-
Pages
61
Uploaded on
08-04-2021
Written in
2020/2021

Alles wat je moet kennen voor het examen recht van office management. Dit document bevat ook voorbeelden, om sommige zaken duidelijker uit te leggen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 8, 2021
Number of pages
61
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Recht
1 Bronnen van Economisch Recht

a) De wet


= algemene regel die door de bevoegde overheid wordt uitgevaardigd & algemeen bindend is voor
wie eraan onderworpen is (personeel & territoriaal)



Men heeft 2 soorten rechtsbronnen:

1. Materiële rechtsbronnen: alle mogelijke wetenschappen die als basis kunnen dienen om
rechtsregels uit te ontwikkelen.

• Inhoud is van belang
• Uitgevaardigd door bevoegde overheid
• Afdwingbaar

Vb.: euthanasiewet was voor 2002 niet wettelijk geregeld. Elke huisarts die iemand hielp
euthanaseren werd standaard vervolgd voor moord bij het hof van assisen. Het was een
ontwikkeling in de wetenschap dus werd er de euthanasiewet opgesteld => evolutie in de
sociologie en geneeskunde die leiden tot een rechtsregel.

2. Formele rechtsbronnen: juridische bronnen.

• Vorm is van belang
• Uitgevaardigd door gezamenlijke werking van twee/drie takken van de wetgevende macht
(parlement)
• Afdwingbaar

Vb.: Emissiezone in Brussel door het parlement beslist.



Opmerking

België is een positivist/continentaal land: we hechten heel veel aan wetgeving. Een contract gaat
zich vooral focussen op wat niet in de wet staat. In andere landen met de common law gaan
landen zich meer focussen op de rechtspraak en niet zozeer op de wetgeving zoals de VS.

,b) De rechtspraak


= recht dat wordt toegepast door de rechter.

• Vaststellen van de feiten
• Vaststellen van het toepasselijk recht
• Het toepassen van het recht op de feiten

= rechter die het recht vormt

Probleem: wet is vaak onvolledig of onduidelijk:

→ De rechter zal het ‘recht’ soms moeten ‘vormen’

Vb.: onbetaalde facturen



c) De rechtsleer


= wetenschappelijke en een objectieve benadering van een juridisch onderwerp.

Vb.: monografieën, doctoraten, traités, …



d) Het gewoonte(recht)


= men is ervan overtuigd dat iets moet op een bepaalde manier.

Dit is vooral belangrijk in common law landen, iets minder van belang bij ons.

De gewoonterecht omvat twee elementen:

1. Materieel aspect: gebruik dat reeds enige tijd bestaat.
2. Psychologisch aspect: overtuiging dat dit gebruik moet worden nageleefd.

Vb.: tijdig protesteren tegen een factuur, geen overmacht bij soortgoederen, …

Gewoonterecht → ongeschreven, niet-zelfstandige, bindende rechtsbron.

! Soms wordt gewoonterecht wettelijk vastgelegd



e) De algemene rechtsbeginselen (5)


= de fundamenten van onze rechtsstaat of samenleving. Dit zijn grote principes die heersen op
het niveau van de staat.

Vb.: scheiding der machten, rechter moet onpartijdig zijn bij geschil

,f) De billijkheid


= marge van de rechter waarbinnen hij kan beslissen. De rechter kan de harde toepassing van de
wet verzachten.

→ komt veel voor in handelsrecht

Vb.: uitstel van betaling toekennen (door COVID niet kunnen betalen)



Wetgeving en rechtspraak zijn bij ons de twee belangrijkste rechtsbronnen! Bij ons
primeert de wetgeving en is de rechtspraak ondergeschikt, eerder om de wet toe te
passen en uit te leggen. In de VS, VK, Canada,… is de rechtspraak het allerbelangrijkst
en de wetgeving minder.



2 Verbintenissenrecht

Contract = overeenkomst. Het is een verzameling van verbintenissen.

Een verbintenis is een enkele relatie tussen personen.



De aard van verbintenissen:
• Iets doen
• Iets niet doen
• Iets geven

a) Soorten verbintenissen


1. Inspanningsverbintenis: moeite doen om job te doen. Het resultaat is gewenst, maar niet
gegarandeerd.

2. Resultaatsverbintenis: bepaalde resultaat garanderen.



3. Verbintenis onder opschortende voorwaarde: je hebt pas een contract als er een bepaalde
voorwaarde vervuld is.

Vb.: huis kopen onder opschortende voorwaarde (als de persoon de lening krijgt, gaat de
verkoop door, zo niet, dan gaat de verkoop niet door)

4. Verbintenis onder ontbindende voorwaarde: je sluit een contract met iemand, maar als
diegene niet doet wat van hem verwacht wordt, dan wordt het contract ontbonden.

Vb.: Raphael doet zijn werk niet goed? → werkgever maakt een einde aan zijn contract.

5. Hoofdelijke verbintenis: verschillende personen kunnen worden aangesproken om te
betalen. Indien 1 persoon betaalt, zijn de anderen bevrijd.

, • Actieve hoofdelijkheid: meerdere schuldeisers

Vb.: Anne en Wouter zijn getrouwd. Tom koopt een appartement van Wouter. Hierbij kan
zowel Anne als Wouter de betaling van het appartement eisen van Tom. Tom kan dus ook
betalen aan Anne, en betaalt zo automatisch aan Wouter.

• Passieve hoofdelijkheid: meerdere schuldenaars

Vb.: Anne, Wouter en Danny kopen een auto van Tom. Ze betalen niet. Anne, Wouter en
Danny zijn hoofdelijk verbonden. Tom eist zijn geld terug van Danny, omdat hij het meeste
geld heeft. Danny moet het bedrag betalen voor Anne en Wouter. Tom krijgt zijn geld en
Danny, Anne en Wouter moeten het verder onderling regelen.



6. Natuurlijke verbintenis: verbintenis die men kan uitvoeren, maar niet afdwingen.

Vb.: Moeder van Anne belooft dat ze haar geld zal geven als ze trouwt met Christopher. De
trouw gebeurt en de moeder van Anne geeft geen geld aan Anne. Anne kan dit niet
afdwingen.

Verschil feit, rechtsfeit en rechtshandeling

• Feit = normale gebeurtenis zonder rechtsgevolgen zoals bv.: wandeling door het park.
• Rechtsfeit = feit die rechtsgevolgen heeft. Dit gebeurt onbewust zoals bv.: fietser
aanrijden.
• Rechtshandeling = iets doen om rechtsgevolgen te creëren. Dit gebeurt bewust zoals bv.:
investeren in Bitcoin.

 Verbintenissen kunnen ontstaan uit een overeenkomst

b) Soorten overeenkomsten


1. Plechtige overeenkomst: overeenkomst met wettelijke formaliteiten. Hier is een ambtenaar
mee betrokken.
Vb.: verkoop huis, geboorteakte, akte van overlijden

2. Consensuele overeenkomst: overeenkomst waarbij je mag kiezen wat je in het contract
zet. Dit is zonder vooraf vastgestelde verplichtingen.
Vb.: huurcontract, uitlenen van spullen

3. Zakelijke overeenkomst: overeenkomst waarbij men een goed overdraagt. Men krijgt het
eigendomsrecht van dat goed.
Vb.: gsm, huis kopen

4. Eenzijdige overeenkomst: één iemand moet iets doen.
Vb.: jezelf onthouden van iets of iemand

5. Wederkerig overeenkomst: beide partijen moeten iets doen.
Vb.: huurcontract
$9.07
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
DreadGamer

Get to know the seller

Seller avatar
DreadGamer Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
4 year
Number of followers
1
Documents
3
Last sold
8 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions