Pluriformiteit in Nederland
Pluriforme samenleving- Een land waarin mensen naast elkaar leven met
uiteenlopende godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van
verdraagzaamheid heerst.
Cultuur- Alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of
samenleving met elkaar delen.
Cultuurkenmerken zie je terug in bijvoorbeeld:
- waarden en normen.
- symbolen.
- feestdagen.
- rituelen.
- kennis.
- gewoonten.
Dominante cultuur- de overheersende cultuur in een land of samenleving. (Spreken
van de Nederlandse taal, gelijkheid mannen en vrouwen, koningsdag, etc.)
Subculturen- groep mensen met eigen manier van leven en eigen normen. (gothics,
boeren, moslims, hipsters, etc.)
Een subcultuur hoeft niet strijdig te zijn met de dominante cultuur. Dat is wel zo bij
een tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of daar
zelfs een bedreiging voor vormen. (Denk aan= anonymous een groep activisten
hackers die websites plat leggen van organisaties waar ze het niet mee eens zijn of
dierenactivisten.)
Culturele diversiteit:
Stad= drukte, anonimiteit (individuele vrijheid)
Platteland= onderlinge betrokkenheid, sociale cohesie (samenhang en
verbondenheid binnen een bepaalde groep mensen)
Tussen jonge en oude mensen bestaan culturele verschillen.
Jij draagt andere kleding, luistert naar andere muziek en doet andere dingen in je vrije
tijd dan je (groot)ouders.
Deze verschillen leiden soms tot een generatieconflict (botsing tussen mensen uit
verschillende generaties. Bijv= ouders en kinderen)
Bedrijfscultuur- Alle waarden, normen en gewoonten die in een bedrijf gelden.
De bedrijfscultuur bepaalt:
• Hoe je met je baas omgaat.
• Welk imago het bedrijf heeft.
• Welke kledingvoorschriften er gelden.
• Hoe je met collega’s en klanten omgaat.
Ook tussen mannen en vrouwen zijn er culturele verschillen.
Er zijn verschillen in kleding, hobby’s en interesses, etc.
Dit heeft niet alleen te maken met de persoonlijke keuzes maar ook met rolpatronen
(algemene verwachtingen over hoe iemand zich moet gedragen). Jongens dragen
volgens traditionele rolpatronen geen jurk en de meisjes deden lange tijd niet aan
vechtsporten. Door de emancipatiebeweging (emancipatie=streven naar gelijke
rechten en zelfstandigheid) zijn de rolpatronen van mannen en vrouwen flink
veranderd.
, Door migratie leven er in Nederland veel mensen met verschillende etnische
achtergronden samen. In de jaren ’70 werden de woorden allochtoon (= als jij of één
van je ouders in het buitenland is geboren) en autochtoon (=als jij én je beide ouders
in Nederland zijn geboren) geïntroduceerd. Tegenwoordig is er veel discussie over
deze begrippen.
De termen worden generaliserend beschouwd en zorgen voor een tweedeling in de
samenleving.
Pluriforme samenleving- Een land waarin mensen naast elkaar leven met
uiteenlopende godsdiensten en levensstijlen en waar een redelijke mate van
verdraagzaamheid heerst.
Cultuur- Alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of
samenleving met elkaar delen.
Cultuurkenmerken zie je terug in bijvoorbeeld:
- waarden en normen.
- symbolen.
- feestdagen.
- rituelen.
- kennis.
- gewoonten.
Dominante cultuur- de overheersende cultuur in een land of samenleving. (Spreken
van de Nederlandse taal, gelijkheid mannen en vrouwen, koningsdag, etc.)
Subculturen- groep mensen met eigen manier van leven en eigen normen. (gothics,
boeren, moslims, hipsters, etc.)
Een subcultuur hoeft niet strijdig te zijn met de dominante cultuur. Dat is wel zo bij
een tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of daar
zelfs een bedreiging voor vormen. (Denk aan= anonymous een groep activisten
hackers die websites plat leggen van organisaties waar ze het niet mee eens zijn of
dierenactivisten.)
Culturele diversiteit:
Stad= drukte, anonimiteit (individuele vrijheid)
Platteland= onderlinge betrokkenheid, sociale cohesie (samenhang en
verbondenheid binnen een bepaalde groep mensen)
Tussen jonge en oude mensen bestaan culturele verschillen.
Jij draagt andere kleding, luistert naar andere muziek en doet andere dingen in je vrije
tijd dan je (groot)ouders.
Deze verschillen leiden soms tot een generatieconflict (botsing tussen mensen uit
verschillende generaties. Bijv= ouders en kinderen)
Bedrijfscultuur- Alle waarden, normen en gewoonten die in een bedrijf gelden.
De bedrijfscultuur bepaalt:
• Hoe je met je baas omgaat.
• Welk imago het bedrijf heeft.
• Welke kledingvoorschriften er gelden.
• Hoe je met collega’s en klanten omgaat.
Ook tussen mannen en vrouwen zijn er culturele verschillen.
Er zijn verschillen in kleding, hobby’s en interesses, etc.
Dit heeft niet alleen te maken met de persoonlijke keuzes maar ook met rolpatronen
(algemene verwachtingen over hoe iemand zich moet gedragen). Jongens dragen
volgens traditionele rolpatronen geen jurk en de meisjes deden lange tijd niet aan
vechtsporten. Door de emancipatiebeweging (emancipatie=streven naar gelijke
rechten en zelfstandigheid) zijn de rolpatronen van mannen en vrouwen flink
veranderd.
, Door migratie leven er in Nederland veel mensen met verschillende etnische
achtergronden samen. In de jaren ’70 werden de woorden allochtoon (= als jij of één
van je ouders in het buitenland is geboren) en autochtoon (=als jij én je beide ouders
in Nederland zijn geboren) geïntroduceerd. Tegenwoordig is er veel discussie over
deze begrippen.
De termen worden generaliserend beschouwd en zorgen voor een tweedeling in de
samenleving.