Nederlands
Woordenschat H5 & H6
Woordenschat hfst.5
Theorie: bij uitdrukkingen en spreekwoorden is sprake van een figuurlijke betekenis:
Een uitdrukking is een woordcombinatie met een vaste betekenis; je kunt een
uitdrukking wel een beetje aanpassen of veranderen.
Een spreekwoord is een wijsheid of opvatting die geformuleerd is in een hele zin (in
de tegenwoordige tijd); je kunt een spreekwoord niet aanpassen of veranderen.
Uitdrukkingen:
Met de Franse slag doen: slordig doen
Opgroeien voor galg en rad: verkeerde opvoeding krijgen. Op latere leeftijd
waarschijnlijk in de criminaliteit belanden
In aanvaring komen: te maken krijgen met
De hand in eigen boezem steken: eigen schuld erkennen
Uit de verf komen: tot zijn recht komen
Een varkentje wassen: moeilijke karwei opknappen, een klusje wel even doen.
Doorgestoken kaart zijn: het is in feite van tevoren gearrangeerd.
De kogel is door de kerk: na lang aarzelen toch een besluit
De koe bij de horens vatten: een lastig karwei op de juiste manier aanpakken
De kaas niet van het brood laten eten: opkomen voor iets
Het water loopt me in de mond: trek krijgen
Hoe de vork in de steel zit: hoe het eigenlijk zit of wat de bedoeling was.
Met bloed, zweet en tranen: met uiterste inspanning
, Een verborgen agenda hebben: de plannen lijken duidelijk, maar ze heeft er ook
andere bedoelingen mee.
Zich als een vis in het water voelen: je helemaal op je plaats voelen
Iemand de duimschroeven aandraaien: de druk op iemand opvoeren
Jezelf in de vingers snijden: met die actie probeer je voordeel te behalen, maar
benadeel je jezelf.
Niet droog achter de oren zijn: jong, onervaren zijn
Boter aan de galg smeren: ergens je best voor doen, terwijl het nutteloos is.
Met een kluitje in het riet sturen: met een smoesje wegsturen
Op alle slakken zout leggen: op iedere kleinigheid kritiek hebben
Er gaat een belletje rinkelen: ik begin het te begrijpen
Iemand het vel over de neus halen: iemand teveel laten betalen
De huid van de beer niet verkopen voor de beer geschoten is: je kan iets niet
toezeggen als je er nog niet over beschikt.
Dat is lood om oud ijzer: of je nu dit of dat doet, het komt op hetzelfde neer
Naast je schoenen lopen: verwaand/arrogant gedrag vertonen.
Mosterd na de maaltijd: dat komt te laat
Geen rook zonder vuur: in ieder praatje zit iets van waarheid.
Van uitstel komt afstel: als men een klus steeds uitstelt, komt er veelal niets van
terecht.
Tien tegen één: er is een grote kans dat/het is vrijwel zeker dat
Een kort lontje hebben: snel geïrriteerd zijn, een opvliegend karakter hebben
Op tilt slaan: kwaad worden
Iets on hold zetten: iets (even) uitstellen, pas o/d plaats maken
Een koude douche: een onaangename en onverwachte ervaring
Het erg bont maken: veel te ver gaan
Aan een zijden draadje hangen: de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt
erg weinig.
Spreekwoorden:
Als de kat van huis is, dansen de muizen: zonder toezicht doet iedereen wat hij wil.
Holle vaten klinken het hardst: domme mensen voeren vaak het hoogste woord.
Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert: wie met een kleine winst niet
tevreden is, verdient het niet een grote winst te maken.
Woordenschat H5 & H6
Woordenschat hfst.5
Theorie: bij uitdrukkingen en spreekwoorden is sprake van een figuurlijke betekenis:
Een uitdrukking is een woordcombinatie met een vaste betekenis; je kunt een
uitdrukking wel een beetje aanpassen of veranderen.
Een spreekwoord is een wijsheid of opvatting die geformuleerd is in een hele zin (in
de tegenwoordige tijd); je kunt een spreekwoord niet aanpassen of veranderen.
Uitdrukkingen:
Met de Franse slag doen: slordig doen
Opgroeien voor galg en rad: verkeerde opvoeding krijgen. Op latere leeftijd
waarschijnlijk in de criminaliteit belanden
In aanvaring komen: te maken krijgen met
De hand in eigen boezem steken: eigen schuld erkennen
Uit de verf komen: tot zijn recht komen
Een varkentje wassen: moeilijke karwei opknappen, een klusje wel even doen.
Doorgestoken kaart zijn: het is in feite van tevoren gearrangeerd.
De kogel is door de kerk: na lang aarzelen toch een besluit
De koe bij de horens vatten: een lastig karwei op de juiste manier aanpakken
De kaas niet van het brood laten eten: opkomen voor iets
Het water loopt me in de mond: trek krijgen
Hoe de vork in de steel zit: hoe het eigenlijk zit of wat de bedoeling was.
Met bloed, zweet en tranen: met uiterste inspanning
, Een verborgen agenda hebben: de plannen lijken duidelijk, maar ze heeft er ook
andere bedoelingen mee.
Zich als een vis in het water voelen: je helemaal op je plaats voelen
Iemand de duimschroeven aandraaien: de druk op iemand opvoeren
Jezelf in de vingers snijden: met die actie probeer je voordeel te behalen, maar
benadeel je jezelf.
Niet droog achter de oren zijn: jong, onervaren zijn
Boter aan de galg smeren: ergens je best voor doen, terwijl het nutteloos is.
Met een kluitje in het riet sturen: met een smoesje wegsturen
Op alle slakken zout leggen: op iedere kleinigheid kritiek hebben
Er gaat een belletje rinkelen: ik begin het te begrijpen
Iemand het vel over de neus halen: iemand teveel laten betalen
De huid van de beer niet verkopen voor de beer geschoten is: je kan iets niet
toezeggen als je er nog niet over beschikt.
Dat is lood om oud ijzer: of je nu dit of dat doet, het komt op hetzelfde neer
Naast je schoenen lopen: verwaand/arrogant gedrag vertonen.
Mosterd na de maaltijd: dat komt te laat
Geen rook zonder vuur: in ieder praatje zit iets van waarheid.
Van uitstel komt afstel: als men een klus steeds uitstelt, komt er veelal niets van
terecht.
Tien tegen één: er is een grote kans dat/het is vrijwel zeker dat
Een kort lontje hebben: snel geïrriteerd zijn, een opvliegend karakter hebben
Op tilt slaan: kwaad worden
Iets on hold zetten: iets (even) uitstellen, pas o/d plaats maken
Een koude douche: een onaangename en onverwachte ervaring
Het erg bont maken: veel te ver gaan
Aan een zijden draadje hangen: de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt
erg weinig.
Spreekwoorden:
Als de kat van huis is, dansen de muizen: zonder toezicht doet iedereen wat hij wil.
Holle vaten klinken het hardst: domme mensen voeren vaak het hoogste woord.
Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert: wie met een kleine winst niet
tevreden is, verdient het niet een grote winst te maken.