100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting deel osteologie van ABS I

Rating
-
Sold
-
Pages
21
Uploaded on
06-04-2021
Written in
2017/2018

Samenvatting van het deel osteologie gegeven door prof. Van Cruchten op basis van de lessen en slides. Zonder practicumnotities.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 6, 2021
Number of pages
21
Written in
2017/2018
Type
Summary

Subjects

Content preview

OSTEOLOGIE EN ARTHROLOGIE
INLEIDING TOT DE OSTEOLOGIE EN ARTHROLOGIE

Definities van de Latijnse termen niet vanbuiten kennen Craniaal Richting schedel
Wel actief kennen: termen van richting, soorten beenderen en soorten Caudaal Richting staart
beenverbindingen. Ventraal Buikzijde

Mediane snede: 2 symmetrische helften (mediaan vlak) Dorsaal Rugzijde
Dextra Rechts
Snede meer naar de laterale kant -> sagittale snede (sagittaal vlak)
Sinestra Links
Dwarse doorsnede: op de lengte richting -> transversaal (krijg je soort van Proximaal Begin of dichtstbij de romp
ronde structuur)Dorsale snede: horizontale snede; longitudinale verticaal
Distaal Einde of verder van de romp
Mens is plantigraad want steunt op volledige voet, hond is digitigraad, Lateraal Buitenzijde
steunt bijna enkel op de tenen, paard steunt op de nagels en is umbitigraad.
Mediaal Binnenzijde
Superficialis en profundus = superficialis is aan de buitenzijde, profundus is Superior Hoger
aan de binnenzijde Inferior Lager
Internus en externus: binnen en buitenkant Posterior Naar achter
Anterior Naar voor
Abaxiaal – axiaal
Internus Binnenkant (organen)
Externus Buitenkant (organen)




SOORTEN BOTWEEFSEL


SOORTEN BEENWEEFSEL
Spongieus been (substantia spongiosa): beenweefselbalkjes vormen driedimensionaal netwerk met ruimtes opgevuld met
beenmerg en bloedvaten.

Compact been (substantia compacta): dichte massa beenweefsel waarin alleen microscopisch kleine ruimten inzitten.


SOORTEN BEENDEREN
Lang been (os longum): getypeerd door twee groeischijven boven- en onderaan het been. Grote stuk:
diafyse, proximale epifyse en distale epifyse. Proximale en distale epifyse zijn grillig van vorm om ervoor
te zorgen dat het bot past in het andere bot. Voornamelijk in de ledematen.

Kort been (os breve): vele korter. Vb. staartbeenderen, carpus

Plat been (os planum): vb. een van de neusbeenderen van een rund/paard of de schedelbeenderen

,Speciale beenderen:
- Onregelmatig been (os irregulare): vb. wervels hebben uitsteeksels nodig voor aanhechtingen, hierdoor
zeer onregelmatig.
- Sesamsbeen (os sesamoideum): deze beenderen zijn ontstaan door wrijving en zitten dus altijd
op een plaats waar een pees zat van een spier. Sesamsbeenderen zijn vaak klein en zal je op
een foto een witte vlek zien. Een witte vlek op foto kan je ook zien als een tumor, hierdoor is
het belangrijk te weten waar de sesamsbeenderen zitten zodat we dit niet fout bekijken.

BEENVORMING

Enchondrale beenvorming, lengtegroei: bindweefsel wordt omgezet in kraakbeen en vervolgens in bot. Vb.: ledematen
Perichondrale/periostale beenvorming:
Rond het bot zit een vlies met zeer veel zenuwvezels -> pijn bij hard contact scheenbeen
Vorming van spongieus been

Gaten in bot zijn plaatsen waar grote bloedvaten zijn binnengedrongen: foramen nutritium.

Botvorming is zeer belangrijk en zorgt voor grote afwijkingen indien het misgaat.

LANG BEEN

Duidelijke epifyse met midden de diafyse. Buiten zeer compact been, binnenin meer spongieus met
beenmerg.

Bij vogels heb je luchtzakken in de beenderen. Toegang tot de luchtzak via het foramen
pneumaticum. Moesten ze dit niet hebben en gevulde beenderen hebben zouden ze veel meer
wegen en moeilijker kunnen vliegen.

Algemene bloedvoorziening van een lang bot via het periost die kunnen binnendringen via foramen.

KORT BEEN

Staartbeenderen maar ook beenderen van de pols. Korte beenderen hebben slechts 1 ossificatiecentrum.

Vb. Carpaal beenderen

PLAT BEEN

Neusbeenderen rund/paard (ossa nasalia), schedelbeenderen met paranasale sinussen (os frontale).
Sinussen kunnen gaan ontsteken bij het rund na onthoorning. Er kan via het gat bacteriële groei
komen en de diepte ingaan. Bij het paard is dit voornamelijk bij tandproblemen. Als de tanden
ontsteken kan het tot binnenin doordringen. Tanden monden uit in de sinussen.

Conchae nasales zijn de neusschelpen, zeer grillig bij de hond.

ONREGELMATIG BEEN

Onregelmatige beenderen zijn symmetrisch gebouwde beenderen met talrijke grote uitsteeksels.

Ook op de wervels kunnen we de groeischuiven waarnemen, deze zullen uiteindelijk sluiten bij een
volwassen dier.

, SESAMSBEEN

Sesamsbeenderen bij het paard aan de kogel zorgen voor het passief
steunapparaat. Ze kunnen hun beenderen op slot zetten zodat ze staand kunnen
slapen. Het straalbeen is een vleugelvormige structuur die kan zorgen voor
problemen. Hierachter loopt de diepe buiger die ervoor zorgt dat de hoef naar
achter gestrokken wordt. Deze buiger zal continu schuren over het slijmvlies
(bursa podotrochlearis) op het distaal sesamsbeen. De knieschijf (patella) is ook
een sesamsbeen.

Tracheaalringen bij vogels ook verbeend.

Bij varkens hebben we het snuitbeen (os rostrale) in de neusschijf. Hier is ook veel
mechanische belasting.

Het rund heeft hartbeentjes (ossa cordis) rond de aortaklep en worden groter naarmate
de dieren ouder worden.

Os penis (baculum) vinden we bij zeer veel dieren terug, voornamelijk bij de hond is deze
zeer uitgesproken. Bij de hond groter dan bij leeuw, tijger en jachtluipaard.

Uniek bot: het gewei van mannelijke hertachtigen, wordt elk seizoen vervangen.

ARTHROLOGIE

Soorten beenverbindingen:
- Synarthrose (onbeweeglijk)
o Bindweefsel (syn …), kraakbeen (synchondrose) or been (synosteosen, naden
in de schedel)
- Amfiarthrose (weinig beweeglijk)
o Ilio-sacraal en carpo-metacarpaal gewricht)
- Diarthrose (beweeglijk) met synoviaal gewricht

a – b gewrichtskraakbeen, nodig om frictie en botvorming te voorkomen. Schokdempers.
A – B het bot
1: synoviaal vlies zal zorgen voor vocht in de holte dat gebruikt wordt als glijmiddel gevormd.
2: gewrichtskapsel bestaande uit collageen als bescherming.
Extra gewrichtsbanden nodig om de beenderen aan elkaar te houden.
K: Gewrichtskapsel is grote dan het moet (recessus) dit is een voordeel voor
ons als dierenarts. Bij ontsteking knie krijg je een zwelling en een overmaat
aan vocht dat geproduceerd wordt. In dit punt kan je een gewrichtspunctie
doen om de diagnose te stellen en een deel vocht te verwijderen. De recessi
zijn grote zakken die makkelijk te gebruiken zijn hiervoor.

Knie gewricht: twee minisci die zorgen voor shockdemper en tegenhouden
van verkeerde bewegingen zodat het gewricht samenblijft.

Als wervels naar links en rechts zouden bewegen kunnen er zenuwen
afgekneld/beschadigd geraken.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
edrr Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
19
Member since
5 year
Number of followers
18
Documents
0
Last sold
3 months ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions