Voltijd opleidingen DEM
STUDIEJAAR 2015-2016
TENTAMEN : AEC Algemene Economie 2 - T2
VERSIE :1
Studiegidsnummer/Studiedeel : 1014AEC_T
OPLEIDING + JAAR : Bedrijfseconomie voltijd jaar 1
DATUM : 18 januari 2016
TIJDSTIP (van - tot) : 17.00 – 19.00 uur
AANTAL BLADZIJDEN (incl. voorblad) : 14
TOEGESTANE HULPMIDDELEN : geen
GEBRUIK REKENMACHINE : ja (geen grafische)
DOCENT(EN) : Ezrah Bakker, Bart de Boer, Daniel van de Buuse,
Jaap van Geffen, Michel Knoppel, Joost Koning,
Kirsten Rauwerda, Tugba Tekatli en
Petra Vermeulen
AANWIJZINGEN :• Dit tentamen bestaat uit 22 meerkeuzevragen en 12 open vragen.
• De antwoorden op de meerkeuzevragen moeten worden ingevuld
op het antwoordformulier op de laatste pagina!
• De antwoorden op de open vragen moeten op het
opgavenformulier worden ingevuld.
• NORMERING: 1 punt per goed beantwoorde meerkeuzevraag
(maximaal 22 punten) en maximaal 24 punten voor de open
vragen (zie bij de opgaven).
Cijferberekening: (behaalde punten / 46) x 9 + 1
VEEL SUCCES GEWENST!
NAAM : ....................................................................
KLAS : ......................
STUDENTNUMMER : ......................
, Tentamen Algemene Economie BE-vt jaar 1 1014AEC_T2
18 januari 2016
MEERKEUZEVRAGEN (22 punten)
Vraag 1
Voor een land gelden de volgende gegevens (alle bedragen × € 1 miljard):
Netto binnenlands product tegen marktprijzen 370
Afschrijvingen bedrijven plus overheid 80
Import 120
Export 140
Saldo primaire inkomens uit en naar buitenland 10
Bruto investeringen overheid plus bedrijven 100
Saldo kostprijsverhogende belastingen/kostprijsverlagende subsidies 40
In dit land bedraagt het bruto nationaal product tegen factorkosten:
A. 400
B. 420
C. 500
D. 520
Vraag 2
Op 1 januari 2015 is de waarde van de vaste kapitaalgoederenvoorraad van een bedrijf 185
miljoen euro. De voorraden eindproduct zijn 110 miljoen euro waard.
Op 1 januari 2016 is de waarde van de vaste kapitaalgoederenvoorrraad van datzelfde
bedrijf 188 miljoen euro. De voorraden eindproduct zijn nu 119 miljoen euro waard.
In het jaar 2015 heeft het bedrijf 25 miljoen euro besteed aan vervangingsinvesteringen. Er
zijn geen vaste kapitaalgoederen verkocht in 2015.
Hoeveel bedroegen de netto-investeringen en de bruto-investeringen van dit bedrijf in
miljoenen euro's over het jaar 2015?
A. netto-investeringen = 3 bruto-investeringen = 37
B. netto-investeringen = 12 bruto-investeringen = 37
C. netto-investeringen = 3 bruto-investeringen = 28
D. netto-investeringen = 12 bruto-investeringen = 28
Vraag 3
De welvaart wordt wel afgemeten aan het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de
bevolking. Het bbp per hoofd is een onderschatting van de werkelijke welvaart omdat niet is
opgenomen:
A. onbetaalde huishoudelijke arbeid
B. de bestrijding van milieuvervuiling
C. de bestrijding van criminaliteit
D. de lonen en salarissen van de ambtenaren
2
STUDIEJAAR 2015-2016
TENTAMEN : AEC Algemene Economie 2 - T2
VERSIE :1
Studiegidsnummer/Studiedeel : 1014AEC_T
OPLEIDING + JAAR : Bedrijfseconomie voltijd jaar 1
DATUM : 18 januari 2016
TIJDSTIP (van - tot) : 17.00 – 19.00 uur
AANTAL BLADZIJDEN (incl. voorblad) : 14
TOEGESTANE HULPMIDDELEN : geen
GEBRUIK REKENMACHINE : ja (geen grafische)
DOCENT(EN) : Ezrah Bakker, Bart de Boer, Daniel van de Buuse,
Jaap van Geffen, Michel Knoppel, Joost Koning,
Kirsten Rauwerda, Tugba Tekatli en
Petra Vermeulen
AANWIJZINGEN :• Dit tentamen bestaat uit 22 meerkeuzevragen en 12 open vragen.
• De antwoorden op de meerkeuzevragen moeten worden ingevuld
op het antwoordformulier op de laatste pagina!
• De antwoorden op de open vragen moeten op het
opgavenformulier worden ingevuld.
• NORMERING: 1 punt per goed beantwoorde meerkeuzevraag
(maximaal 22 punten) en maximaal 24 punten voor de open
vragen (zie bij de opgaven).
Cijferberekening: (behaalde punten / 46) x 9 + 1
VEEL SUCCES GEWENST!
NAAM : ....................................................................
KLAS : ......................
STUDENTNUMMER : ......................
, Tentamen Algemene Economie BE-vt jaar 1 1014AEC_T2
18 januari 2016
MEERKEUZEVRAGEN (22 punten)
Vraag 1
Voor een land gelden de volgende gegevens (alle bedragen × € 1 miljard):
Netto binnenlands product tegen marktprijzen 370
Afschrijvingen bedrijven plus overheid 80
Import 120
Export 140
Saldo primaire inkomens uit en naar buitenland 10
Bruto investeringen overheid plus bedrijven 100
Saldo kostprijsverhogende belastingen/kostprijsverlagende subsidies 40
In dit land bedraagt het bruto nationaal product tegen factorkosten:
A. 400
B. 420
C. 500
D. 520
Vraag 2
Op 1 januari 2015 is de waarde van de vaste kapitaalgoederenvoorraad van een bedrijf 185
miljoen euro. De voorraden eindproduct zijn 110 miljoen euro waard.
Op 1 januari 2016 is de waarde van de vaste kapitaalgoederenvoorrraad van datzelfde
bedrijf 188 miljoen euro. De voorraden eindproduct zijn nu 119 miljoen euro waard.
In het jaar 2015 heeft het bedrijf 25 miljoen euro besteed aan vervangingsinvesteringen. Er
zijn geen vaste kapitaalgoederen verkocht in 2015.
Hoeveel bedroegen de netto-investeringen en de bruto-investeringen van dit bedrijf in
miljoenen euro's over het jaar 2015?
A. netto-investeringen = 3 bruto-investeringen = 37
B. netto-investeringen = 12 bruto-investeringen = 37
C. netto-investeringen = 3 bruto-investeringen = 28
D. netto-investeringen = 12 bruto-investeringen = 28
Vraag 3
De welvaart wordt wel afgemeten aan het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de
bevolking. Het bbp per hoofd is een onderschatting van de werkelijke welvaart omdat niet is
opgenomen:
A. onbetaalde huishoudelijke arbeid
B. de bestrijding van milieuvervuiling
C. de bestrijding van criminaliteit
D. de lonen en salarissen van de ambtenaren
2