Samenvatting sport en trainingsleer

Sport en Trainingsleer hoorcollege samenvatting

Energiesystemen H2
Blz. 81 t/m 94
- Geen vragen uit ‘’wetenschapsperspectieven’’
- Geen vragen over enzymen / enzymactiviteiten

Uitputting bij duursporters: Uitputting van spierglycogeen (glucose)
Bij duurprestatie gaat het over de primaire brandstofbronnen, dat zijn koolhydraten en vetten. Dat
heb je nodig voor een duurprestatie. Je hebt ook constante toevoer van zuurstof nodig.

100 meter sprint: 9.58 sec.
Snelheid gem.: 37,6 km/uur

Marathon: 1 uur 59,40 min.
Snelheid gem.: 21,1 km/uur

Wandelen: uren / dagen
Snelheid gem.: 5-6 km/uur

Je vermogen neemt steeds af, maar je capaciteit neemt steeds toe.

Zuurstof
Zuurstofopname = VO2 max.
Zuurstofopname is niet alleen zuurstof die je in je longen en bloedvaten opneemt, maar wordt ook
getransporteerd naar je spieren en daar worden opgenomen.

Arterioveneus zuurstofverschil (A-V O2) van het bloed:
- Het bloed levert noodzakelijke zuurstof (O2) aan werkende spieren.
- Het bloed dat bij de spieren aangeleverd (Arterieel bloed) wordt bevat veel zuurstof (O2) en het
bloed dat de spieren verlaat (Veneus bloed), is zuurstofarm.
- Het verschil in zuurstofgehalte tussen Arterieel en Veneus bloed wordt Arterioveneus
zuurstofverschil (A-V O2) genoemd.

VO2 max: Uithoudingsvermogen (aerobe uithoudingsvermogen)
Vergelijken met:
- Normwaarde
- Geslacht
- Leeftijd

MET : Het metabool equivalent van een taak. Eén MET is gelijk aan 3,5 ml zuurstof per kg
lichaamsgewicht per minuut (ml O2 kg min).

,- Vetten en koolhydraten zijn de primaire energiebronnen voor oxidatieve (met zuurstof)
energieleverantie van de spieren.
- De oxidatieve productie van energie voor spiercontractie (ATP) vindt plaats in mitochondria.
- Oxidatief → er is zuurstof (O2) nodig = aeroob proces
- Aerobe energieleverantie is de belangrijkste methode voor duuractiviteiten.
- Getrainde duursporters kunnen meer O2 opnemen in spieren.
- Getrainde duursporters kunnen meer glycogeen opslaan!
Verbranden van koolhydraten en vetten met zuurstof = Aeroob proces.

Spierglycogeen: Is belangrijk bij het volhouden van duursport. Kan je toenemen door te trainen,
maar ook door goede voeding. Veel koolhydraatrijke voeding, zoals pasta, brood, bonen.

Vetverbranding als functie van de VO2: Hoge intensiteit sporten, gebruik je relatief weinig vet. Lage
intensiteit sporten, gebruik je relatief veel vet.




Bij hoog intensiteit verbrandt je ongeveer hetzelfde aantal vetten als bij laag intensiteit. Je vebrandt
ook nog eens meer calorieën.

Van spiercontractie naar bewegen: de rol van ATP
F=mxa a=F/m
F = Spierkracht (Newton)
M = massa (kg)
A = versnelling (m/s2)
Hoe groter de kracht die je kan leveren, met een bepaald lichaamsgewicht, hoe meer
versnellingsvermogen die je kan krijgen.

Enkelgewricht is er sprake van een hefboom. En door deze spieren samen te trekken wordt die spier
korter en komt er kracht opwaarts op de achillespees en hielbeen. Omdat dit een hefboom is wordt
je voet als het ware naar beneden gedrukt.

Sliding filament theory (spier contractie)
ATP: Adenosine Tri Phosfaat. Primaire brandstof voor spiercontractie (de spier verkort). Essentiële
Spierbrandstof.

, ATP → ADP + P + energie
A-P-P-P  → A-P-P
Energie +P

1. Myosinekop maakt connectie met actine (crossbridge)
2. Op myosinekop hecht een molecuul ATP
3. ATP (splitst) → ADP + P → energie
4. Met behulp van deze energie klapt de myosinekop om.
5. Hiermee trekt myosine zich in de actine = Powerstroke




- Probleem: ATP voor 2-5 sec.
- Zonder ATP kan een spier niet contraheren
- Alle (sport)bewegingen zouden dan slechts enkele seconden duren.
- Gelukkig is er resynthese van ATP




Resynthese van ATP door 4 verschillende processen:
- CP (Creatine Phosfaat) Geen O2
- Anaerobe glycolyse Geen O2
- Oxidatieve (of aerobe) glycolyse met O2
- Oxidatieve (of aerobe) lipolyse Met O2