HVA
Faculteit gezondheid – verpleegkunde
Mirte Van Stroe
Jaar 2
KLINISCHE GERIATRIE
MEDISCHE KENNIS
,COLLEGE 1
1. DE BEGRIPPEN GERIATRIE EN GERONTOLOGIE
Geriatrie: een medisch specialisme met betrekking tot de medische zorg voor de oudere mens.
Gerontologie: een tak van de wetenschap die het ouder worden bestudeerd in lichamelijk,
maatschappelijk en geestelijk opzicht.
1. BESCHRIJVING VAN DE GERIATRISCHE PATIËNT
Definitie geriatrische patiënt:
Iemand met een complex ziektebeeld, als gevolg van stoornissen op lichamelijk, geestelijk en/of sociaal
gebied waardoor zelfstandig functioneren en de kwaliteit van het leven negatief beïnvloed wordt.
Een aantal kenmerken van de geriatrische patiënt:
- Verwevenheid: samenhang van medische-biologische, psychische en sociale factoren
- Multipele pathologie: multimorbiditeit
- Polyfarmacie: het gebruik van 5 of meer verschillende soorten medicatie
- Atypische presentatie: bepaalde ziektes uiten zich anders dan normaal
- Verminderde reservefunctie: organen kunnen minder goed met elkaar compenseren
- Interindividuele variatie: er kan veel verschil zitten tussen de conditie van ouderen.
- De nadruk van de zorg ligt op herstel en behoud van de zelfredzaamheid.
2. VERKLARING VAN DE TOENAME VAN HET AANTAL OUDEREN
De stijging van het aantal ouderen heeft vooral te maken met:
- Het dalen van het aantal geboorten (door o.a. het toegenomen gebruik van anticonceptie).
- De stijging van de levensverwachting.
- De algemene gezondheid is verbeterd, dus mensen worden ouder dan vroeger.
- De gezondheidszorg is verbeterd, er is meer medicatie en meer ontwikkeling in het behandelen
van ziekten waardoor mensen niet gelijk komen te overlijden.
Deze stijging zal blijven toenemen door de ‘babyboom’ (geboortegolf) na de tweede wereldoorlog. De
vergrijzingswolk zal rond 2040 zijn hoogtepunt bereiken.
3. KWETSBAARHEID BIJ OUDEREN EN DE GEVOLGEN HIERVAN
Ouderen hebben te maken met een toegenomen kwetsbaarheid (frailty). Dit heeft als gevolg dat een
relatief minder ernstige aanleiding bij de oudere tot veel ernstigere gevolgen kan leiden.
Frailty: een multidimensionaal syndroom betrekking hebbend op het verlies van reserves (energie,
functionerende mogelijkheden, cognitie, gezondheid) dat de kwetsbaarheid verhoogd.
Bij ouderen kan een vermindering van mogelijkheden leiden tot verhoging van de fysiologische respons
om de homeostase te handhaven in tijden van acute stress. Uiteindelijk leidt dit tot een Cascade
breakdown: een neerwaartse cyclus waarbij het ene symptoom
het andere opwekt en ernstige gezondheidsproblemen als
gevolg kan hebben.
Top 5 sterfteoorzaken bij 65-plussers:
1. Dementie
2. Beroerte
3. Longkanker
4. Hartfalen
5. Coronaire hartziekten
Het niveau van functioneren gaat langzaam progressief
achteruit bij het ziektetraject van kwetsbare ouderen. In de
figuur hiernaast wordt de samenhang tussen 3 factoren die hierbij een grote rol spelen aangegeven
,4. DE ROL VAN DE VPK BIJ DE DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN DE OUDERE
De diagnostiek begint met een geriatrisch assessment. Hierin wordt gefocust op hoe de arts, patiënt en
de naasten de fysieke, mentale en sociale gezondheid van de patiënt beoordelen. Zoals:
- In welke mate de patiënt hinder ondervindt van functioneringsbeperkingen in het dagelijks leven
- De omgeving waarin de patiënt verblijft
- In welke mate sprake is van een zorgtekort of overbelasting van de mantelzorg
- Medicatiegebruik
Ook kan er een begin gemaakt worden met het opsporen van (behandelbare) aandoeningen.
Behandeling er verpleging moeten zijn afgestemd op de situatie en behoefte van de patiënt en
gezamenlijke besluitvorming. Nadat er een voorlopige diagnose is gesteld wordt er met de patiënt
afgestemd wat diens wensen en behoeften zijn, volgens de stappen:
1. Uitwisseling van informatie
2. Voor- en nadelen van de opties + Voor- en afkeuren van de patiënt
3. Nagaan: heeft de patiënt bedenktijd nodig? Wil de patiënt meebeslissen? Zo ja; samen
bepalen, samen beslissen.
4. Samen een plan maken.
Verpleegkundige hebben een essentiële rol rondom de zorg van de patiënt; zij staan nauw in contact
met deze. Zo zijn zij in de gelegenheid om een volledige en samenhangende inventarisatie te maken
van de risicofactoren waaraan ouderen blootstaan. Dit is niet makkelijk, veel richtlijnen en protocollen
zijn niet ontwikkeld voor de doelgroep ouderen of geven tegenstrijdige adviezen bij comorbiditeit.
5. DE ORGANISATIE VAN DE ZORG RONDOM DE GERIATRISCHE PATIËNT
Autonomie en regie
Het controle kunnen hebben (autonomie en regie) over de eigen gezondheidssituatie is voor ouderen
erg belangrijk. Daarbij is het belangrijk dat zij geholpen worden om deze rol op zich te nemen. Vpk
kunnen helpen problemen voor te blijven door symptomen te observeren. Om als patiënt zelf een rol in
deze symptoomcontrole te hebben, moet deze weten waarop moet worden gelet, namelijk:
- Het herkennen van stressfactoren
- Sociale steun zoeken
- Factoren van persoonlijke controle
- Een stimulerende omgeving
- Dagstructuur
- Denken in voordelen i.p.v. nadelen
- Lichaamsbeweging
- Therapietrouw
Samenhang en 9multidisciplinaire) samenwerking
De organisatie rondom de ouderenzorg vraagt om coördinatie en samenwerking binnen
multidisciplinaire zorg en transmurale samenwerking. Het moet daarin duidelijk zijn welke resultaten
worden nagestreefd en wie daarin welke activiteiten met welk doel verzorgd. Daarnaast is
samenwerking nodig tussen verschillende instellingen (verzorgingstehuis, ziekenhuis, thuiszorg),
waarbij een duidelijk overdracht en verantwoord ontslag belangrijke pijlers zijn.
Advanced care planning
De diagnostische activiteiten en interventies van hulpverleners moeten zo volledig mogelijk aansluiten
op datgene waar de oudere patiënt behoefte aan heeft. Een methode die daarbij kan helpen is de
Advanced Care Planning. Dit is een methode waarbij de oudere met zijn naaste bewust zoekt naar de
wensen en mogelijkheden, om zo zelf invulling te kunnen blijven geven in de autonomie. Hierbij geldt:
- Wees duidelijk
- Zorg voor genoeg interactie; betrek de patiënt er zoveel mogelijk bij
- Verwachting en relatie; voelt de ander zich aangesproken?
- Congruentie; komen de non-verbale en verbale boodschap overeen?
- Beeld; heeft iedereen hetzelfde beeld bij datgene waarnaar gaat worden gestreefd?
Gesprekstechnieken als Motivational Interviewing (MI), of Dementia Care Mapping (DCM) kunnen
hierbij van pas komen.
, 6. DE VORMEN VAN PREVENTIE BIJ DE GERIATRISCHE PATIËNT
- Primaire preventie: activiteiten bij gezonde mensen die ziekte of letsel voorkomen (vaccinaties,
condoomgebruik, gebitsverzorging, dragen van een autogordel)
- Secundaire preventie: het vroegtijdig signaleren van symptomen van ziekte of letsel en dit te
keren (screening of darm- en borstkanker)
- Tertiaire preventie: acties/activiteiten om complicaties, herhaling of verergering van de ziekte of
letsel te voorkomen (antislipsokken bij valgevaar). Revalidatie valt hier ook onder.
7. DE KENMERKEN VAN DE GERIATRISCHE PATIËNT
Symptoomverandering
Aandoeningen kunnen zich bij ouderen anders voordoen dan bij volwassenen. Zo zijn symptoom-
veranderingen in te delen in verschillende categorieën:
- Symptoomverarming: een myocardinfarct bij ouderen verloopt bijvoorbeeld veel stiller dan bij
jongeren. Ouderen hebben last van een licht drukgevoel op de borst een maagpijn, in
tegenstelling tot de hevige druk op de borst en pijn mensen op jongere leeftijd ervaren.
- Symptoomverschuiving: bij bijvoorbeeld een UWI krijgt men normaal last van pijn bij het
plassen, waar een oudere incontinent wordt.
- Symptoomomkering: wanneer juist de tegenovergestelde symptomen optreden.
- Symptoomvermeerdering: welke ontstaat door een optelsom van symptomen die voortkomen
uit meerdere chronische ziekten en elkaar hierdoor versterken.
- Symptomen die hetzelfde lijken, maar vanuit verschillende ziektebeelden komen.
Cascade breakdown
Het fenomeen waarbij de ene aandoening (bijvoorbeeld en uwi) leidt tot de ander (delier) leidt tot de
ander (vergeten van het innemen van medicatie), etc. De neerwaartse spiraal kan door een kleine
oorzaak worden ingezet en grote gevolgen hebben.
Geriatrische syndromen
Meerdere factoren kunnen op verschillende manieren bijdragen aan een symptoom. Bij een geriatrisch
syndroom is een symptoom het samenkomen van meerdere aandoeningen of omstandigheden
tegelijkertijd. Voorbeelden zijn: delier, ondervoeding, dementie, incontinentie, depressie, etc.
Verwevenheid op lichamelijk, psychisch en fysiek gebied
Als er zich bij een oudere iets op lichamelijk of psychisch gebied voordoet, kan dit grote invloed hebben
op de activiteiten die iemand onderneemt. Op deze manier ontstaat er een wisselwerking van systemen
binnen het biopsychosociale model.
Multimorbiditeit
Bij ouderen bestaat er een grote kans op de aanwezigheid van meerdere chronische aandoeningen
tegelijkertijd. Multimorbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van ten minste drie chronische
aandoeningen bij een persoon, over een periode van tenminste een jaar. Tot 98% van de 80-plussers
krijgt hiermee te maken.
Herkenning en uiting van klachten
Klachten zijn, zoals hierboven beschreven, minder goed te herkennen bij ouderen. Ook kunnen zij
moeite hebben met de uiting van klachten, als gevolg van afasie, dysartrie of angst voor artsen.
Interindividuele verschillen
Onderling zijn er grote verschillen tussen ouderen, ieder is uniek. Doordat organen een verandering
doormaken onder invloed van het ouder worden, vermindert de reserve om decompensatie op te
vangen. Deze verminderde reserve zal gevolgen hebben voor het herstel na ziekte. Er zijn twee
soorten: endogeen (erfelijke eigenschappen), en exogeen (factoren van buitenaf).
Farmacotherapie
De verminderde reservecapaciteit, in samenhang met de veranderde lichaamssamenstelling, heeft ook
implicaties voor de werking van medicatie. Zie blz. 40 en 41 voor een uitgebreid schema hiervan.
Faculteit gezondheid – verpleegkunde
Mirte Van Stroe
Jaar 2
KLINISCHE GERIATRIE
MEDISCHE KENNIS
,COLLEGE 1
1. DE BEGRIPPEN GERIATRIE EN GERONTOLOGIE
Geriatrie: een medisch specialisme met betrekking tot de medische zorg voor de oudere mens.
Gerontologie: een tak van de wetenschap die het ouder worden bestudeerd in lichamelijk,
maatschappelijk en geestelijk opzicht.
1. BESCHRIJVING VAN DE GERIATRISCHE PATIËNT
Definitie geriatrische patiënt:
Iemand met een complex ziektebeeld, als gevolg van stoornissen op lichamelijk, geestelijk en/of sociaal
gebied waardoor zelfstandig functioneren en de kwaliteit van het leven negatief beïnvloed wordt.
Een aantal kenmerken van de geriatrische patiënt:
- Verwevenheid: samenhang van medische-biologische, psychische en sociale factoren
- Multipele pathologie: multimorbiditeit
- Polyfarmacie: het gebruik van 5 of meer verschillende soorten medicatie
- Atypische presentatie: bepaalde ziektes uiten zich anders dan normaal
- Verminderde reservefunctie: organen kunnen minder goed met elkaar compenseren
- Interindividuele variatie: er kan veel verschil zitten tussen de conditie van ouderen.
- De nadruk van de zorg ligt op herstel en behoud van de zelfredzaamheid.
2. VERKLARING VAN DE TOENAME VAN HET AANTAL OUDEREN
De stijging van het aantal ouderen heeft vooral te maken met:
- Het dalen van het aantal geboorten (door o.a. het toegenomen gebruik van anticonceptie).
- De stijging van de levensverwachting.
- De algemene gezondheid is verbeterd, dus mensen worden ouder dan vroeger.
- De gezondheidszorg is verbeterd, er is meer medicatie en meer ontwikkeling in het behandelen
van ziekten waardoor mensen niet gelijk komen te overlijden.
Deze stijging zal blijven toenemen door de ‘babyboom’ (geboortegolf) na de tweede wereldoorlog. De
vergrijzingswolk zal rond 2040 zijn hoogtepunt bereiken.
3. KWETSBAARHEID BIJ OUDEREN EN DE GEVOLGEN HIERVAN
Ouderen hebben te maken met een toegenomen kwetsbaarheid (frailty). Dit heeft als gevolg dat een
relatief minder ernstige aanleiding bij de oudere tot veel ernstigere gevolgen kan leiden.
Frailty: een multidimensionaal syndroom betrekking hebbend op het verlies van reserves (energie,
functionerende mogelijkheden, cognitie, gezondheid) dat de kwetsbaarheid verhoogd.
Bij ouderen kan een vermindering van mogelijkheden leiden tot verhoging van de fysiologische respons
om de homeostase te handhaven in tijden van acute stress. Uiteindelijk leidt dit tot een Cascade
breakdown: een neerwaartse cyclus waarbij het ene symptoom
het andere opwekt en ernstige gezondheidsproblemen als
gevolg kan hebben.
Top 5 sterfteoorzaken bij 65-plussers:
1. Dementie
2. Beroerte
3. Longkanker
4. Hartfalen
5. Coronaire hartziekten
Het niveau van functioneren gaat langzaam progressief
achteruit bij het ziektetraject van kwetsbare ouderen. In de
figuur hiernaast wordt de samenhang tussen 3 factoren die hierbij een grote rol spelen aangegeven
,4. DE ROL VAN DE VPK BIJ DE DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN DE OUDERE
De diagnostiek begint met een geriatrisch assessment. Hierin wordt gefocust op hoe de arts, patiënt en
de naasten de fysieke, mentale en sociale gezondheid van de patiënt beoordelen. Zoals:
- In welke mate de patiënt hinder ondervindt van functioneringsbeperkingen in het dagelijks leven
- De omgeving waarin de patiënt verblijft
- In welke mate sprake is van een zorgtekort of overbelasting van de mantelzorg
- Medicatiegebruik
Ook kan er een begin gemaakt worden met het opsporen van (behandelbare) aandoeningen.
Behandeling er verpleging moeten zijn afgestemd op de situatie en behoefte van de patiënt en
gezamenlijke besluitvorming. Nadat er een voorlopige diagnose is gesteld wordt er met de patiënt
afgestemd wat diens wensen en behoeften zijn, volgens de stappen:
1. Uitwisseling van informatie
2. Voor- en nadelen van de opties + Voor- en afkeuren van de patiënt
3. Nagaan: heeft de patiënt bedenktijd nodig? Wil de patiënt meebeslissen? Zo ja; samen
bepalen, samen beslissen.
4. Samen een plan maken.
Verpleegkundige hebben een essentiële rol rondom de zorg van de patiënt; zij staan nauw in contact
met deze. Zo zijn zij in de gelegenheid om een volledige en samenhangende inventarisatie te maken
van de risicofactoren waaraan ouderen blootstaan. Dit is niet makkelijk, veel richtlijnen en protocollen
zijn niet ontwikkeld voor de doelgroep ouderen of geven tegenstrijdige adviezen bij comorbiditeit.
5. DE ORGANISATIE VAN DE ZORG RONDOM DE GERIATRISCHE PATIËNT
Autonomie en regie
Het controle kunnen hebben (autonomie en regie) over de eigen gezondheidssituatie is voor ouderen
erg belangrijk. Daarbij is het belangrijk dat zij geholpen worden om deze rol op zich te nemen. Vpk
kunnen helpen problemen voor te blijven door symptomen te observeren. Om als patiënt zelf een rol in
deze symptoomcontrole te hebben, moet deze weten waarop moet worden gelet, namelijk:
- Het herkennen van stressfactoren
- Sociale steun zoeken
- Factoren van persoonlijke controle
- Een stimulerende omgeving
- Dagstructuur
- Denken in voordelen i.p.v. nadelen
- Lichaamsbeweging
- Therapietrouw
Samenhang en 9multidisciplinaire) samenwerking
De organisatie rondom de ouderenzorg vraagt om coördinatie en samenwerking binnen
multidisciplinaire zorg en transmurale samenwerking. Het moet daarin duidelijk zijn welke resultaten
worden nagestreefd en wie daarin welke activiteiten met welk doel verzorgd. Daarnaast is
samenwerking nodig tussen verschillende instellingen (verzorgingstehuis, ziekenhuis, thuiszorg),
waarbij een duidelijk overdracht en verantwoord ontslag belangrijke pijlers zijn.
Advanced care planning
De diagnostische activiteiten en interventies van hulpverleners moeten zo volledig mogelijk aansluiten
op datgene waar de oudere patiënt behoefte aan heeft. Een methode die daarbij kan helpen is de
Advanced Care Planning. Dit is een methode waarbij de oudere met zijn naaste bewust zoekt naar de
wensen en mogelijkheden, om zo zelf invulling te kunnen blijven geven in de autonomie. Hierbij geldt:
- Wees duidelijk
- Zorg voor genoeg interactie; betrek de patiënt er zoveel mogelijk bij
- Verwachting en relatie; voelt de ander zich aangesproken?
- Congruentie; komen de non-verbale en verbale boodschap overeen?
- Beeld; heeft iedereen hetzelfde beeld bij datgene waarnaar gaat worden gestreefd?
Gesprekstechnieken als Motivational Interviewing (MI), of Dementia Care Mapping (DCM) kunnen
hierbij van pas komen.
, 6. DE VORMEN VAN PREVENTIE BIJ DE GERIATRISCHE PATIËNT
- Primaire preventie: activiteiten bij gezonde mensen die ziekte of letsel voorkomen (vaccinaties,
condoomgebruik, gebitsverzorging, dragen van een autogordel)
- Secundaire preventie: het vroegtijdig signaleren van symptomen van ziekte of letsel en dit te
keren (screening of darm- en borstkanker)
- Tertiaire preventie: acties/activiteiten om complicaties, herhaling of verergering van de ziekte of
letsel te voorkomen (antislipsokken bij valgevaar). Revalidatie valt hier ook onder.
7. DE KENMERKEN VAN DE GERIATRISCHE PATIËNT
Symptoomverandering
Aandoeningen kunnen zich bij ouderen anders voordoen dan bij volwassenen. Zo zijn symptoom-
veranderingen in te delen in verschillende categorieën:
- Symptoomverarming: een myocardinfarct bij ouderen verloopt bijvoorbeeld veel stiller dan bij
jongeren. Ouderen hebben last van een licht drukgevoel op de borst een maagpijn, in
tegenstelling tot de hevige druk op de borst en pijn mensen op jongere leeftijd ervaren.
- Symptoomverschuiving: bij bijvoorbeeld een UWI krijgt men normaal last van pijn bij het
plassen, waar een oudere incontinent wordt.
- Symptoomomkering: wanneer juist de tegenovergestelde symptomen optreden.
- Symptoomvermeerdering: welke ontstaat door een optelsom van symptomen die voortkomen
uit meerdere chronische ziekten en elkaar hierdoor versterken.
- Symptomen die hetzelfde lijken, maar vanuit verschillende ziektebeelden komen.
Cascade breakdown
Het fenomeen waarbij de ene aandoening (bijvoorbeeld en uwi) leidt tot de ander (delier) leidt tot de
ander (vergeten van het innemen van medicatie), etc. De neerwaartse spiraal kan door een kleine
oorzaak worden ingezet en grote gevolgen hebben.
Geriatrische syndromen
Meerdere factoren kunnen op verschillende manieren bijdragen aan een symptoom. Bij een geriatrisch
syndroom is een symptoom het samenkomen van meerdere aandoeningen of omstandigheden
tegelijkertijd. Voorbeelden zijn: delier, ondervoeding, dementie, incontinentie, depressie, etc.
Verwevenheid op lichamelijk, psychisch en fysiek gebied
Als er zich bij een oudere iets op lichamelijk of psychisch gebied voordoet, kan dit grote invloed hebben
op de activiteiten die iemand onderneemt. Op deze manier ontstaat er een wisselwerking van systemen
binnen het biopsychosociale model.
Multimorbiditeit
Bij ouderen bestaat er een grote kans op de aanwezigheid van meerdere chronische aandoeningen
tegelijkertijd. Multimorbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van ten minste drie chronische
aandoeningen bij een persoon, over een periode van tenminste een jaar. Tot 98% van de 80-plussers
krijgt hiermee te maken.
Herkenning en uiting van klachten
Klachten zijn, zoals hierboven beschreven, minder goed te herkennen bij ouderen. Ook kunnen zij
moeite hebben met de uiting van klachten, als gevolg van afasie, dysartrie of angst voor artsen.
Interindividuele verschillen
Onderling zijn er grote verschillen tussen ouderen, ieder is uniek. Doordat organen een verandering
doormaken onder invloed van het ouder worden, vermindert de reserve om decompensatie op te
vangen. Deze verminderde reserve zal gevolgen hebben voor het herstel na ziekte. Er zijn twee
soorten: endogeen (erfelijke eigenschappen), en exogeen (factoren van buitenaf).
Farmacotherapie
De verminderde reservecapaciteit, in samenhang met de veranderde lichaamssamenstelling, heeft ook
implicaties voor de werking van medicatie. Zie blz. 40 en 41 voor een uitgebreid schema hiervan.