Samenvatting §1t/m3 H16: sport
16.1 Achillespees
Lopen
Je lichaam beweegt doordat je spieren samen trekken, hierdoor bewegen de botten
rond hun draaipunten in de gewrichten.
Door training kunnen spieren meer kracht zetten en krijgen zij een groter
uithoudingsvermogen.
Botten zijn nodig om de krachten van de spieren goed op te vangen en soepele
gewrichten dragen bij aan goede prestaties.
Pezen komen bij veel sporters pas in beeld als er blessures zijn. Toch zijn pezen
onmisbaar bij bewegingen. Een pees is een stevige band van bindweefsel die een
spier aan het bot verbindt.
o De grootste pees in het lichaam is de achillespees. Deze pees vormt de
verbinding tussen de grote kuitspier en het hielbeen in de voet.
o Bij het lopen komt eerste je hiel op de grond. Die ‘klap’ drukt je achillespees
wat in elkaar. Je kuitspier trekt vervolgens samen, maar je voet blijft op de
grond. Die verkorting geeft geen beweging van je voet, maar een verlening
van je achillespees
10mm bij wandelen
15mm bij hardlopen
o Daarmee slaat de kuitspier veel energie op in de achillespees. Die energie
komt vrij bij de afzet van de voet van de grond en maakt een snelle, krachtige
afzet mogelijk.
Pezen
In pezen bevinden zich gespecialiseerde bindweefselcellen die vooral collageen
maken en afgeven. Vele collageenmoleculen vormen samen met een collageenfibril
omgeven door bindweefsel. De fibrillen vormen weer collageenvezels in dicht
opeengepakte, parallel lopende bundels.
Een pees bevat veel tussencelstof de producten die de bindweefselcellen afgeven,
waardoor een samenhangend geheel ontstaat.
Door al het collageen is de pees in staat om de kracht van de spier door te geven aan
het bot, maar ook om veerenergie op te slaan.
Bij volgroeide pezen is er zoveel collageen dat de cellen ver van elkaar verwijderd
zijn. Via dunne uitlopers houden zij contact met elkaar. De celmembranen in de
uitlopers van twee cellen vormen op sommige plaatsen eiwitkanalen met kleine
openingen ‘gap junctions’. Door de eiwitkanalen kunnen ionen van de ene cel naar
de andere diffunderen. Daardoor zijn de cellen in staat om gecoördineerd te
reageren. (bijv. tijdens krachttraining)
Er komt dan regelmatig een grote spanning op de pees. Door de mechanische
krachten komen groeifactoren vrij, die gebonden waren aan eiwitten in de
tussencelstof van de pees. Die groeifactoren binden aan membraanreceptoren van
de bindweefselcellen.
Ook kan beweging van het celmembraan zelf een prikkel voor de cellen zijn.
Ionkanalen gaan open en/of G-eiwitten raken geactiveerd. In de cel komen
secundaire boodschappers vrij die het DNA van de cel bereiken. Is één cel
geactiveerd, dan raken cva de ‘gap junctions’ alle cellen geactiveerd. Binnen 24u na
de inspanning op de pees maken de cellen extra collageen aan
, Blessure en reparatie
Pezen genezen langzaam, doordat zij slecht doorbloed zijn. Alleen de
bindweefselvliezen rond de bundels collageenvezels bevatten enkele bloedvaten met
een paar vertakkingen.
Bij een blessure komen eerst granulocyten in actie. Deze witte bloedcellen eten
bijvoorbeeld bacteriën die bij het ontstaan zijn binnengedrongen.
Door middel van cytokinen activeren granulocyten de rest van het lichaam. De
bindweefselcellen in de pezen reageren op de cytokinen met de productie van het
enzym collagenase dat beschadigd collageen afbreekt.
Ook macrofagen reageren op de cytokinen. Binnen een dag zijn zij druk bezig
beschadigd weefsel op te ruimen. Onder invloed van groeifactoren ontstaan om de
wond nieuwe bloedvaten. Daardoor krijgen de bindweefselcellen meer brand- en
bouwstoffen. Zij delen actief en maken wekenlang extra collageen.
Daarna volgt een periode waarin de collageenmoleculen dwarsverbindingen maken
en in het verlengde van de trekrichting komen te liggen: de pees wint aan sterkte.
Het hele genezingsproces kan maanden duren. Voorzichtig en regelmatig belasten
van pezen werkt stimulerend op de rangschikking van de collageenvezels in de
trekrichting.
o Waarschijnlijk ligt hier het positieve effect van massage; het ‘trekken’
stimuleert het herstel
16.2 Spieren
Van groot naar klein
Skeletspieren (orgaanniveau) zijn met pezen verbonden aan een bot. Ze zijn
opgebouwd uit bundels spiervezels van wel enkele centimeters lang.
o Spiervezels horen wel tot het organisatieniveau ‘cel’ maar zijn geen cellen. Ze
ontstaan uit een samensmelting van honderden spiercellen.
o Elke bundel is omgeven door bindweefsel. Hierin liggen bloedvaten voor de
doorbloeding van de spieren. Spiervezels bevatten bundels langgerekte
eiwitfilamenten (molecuulniveau), de myofibrillen. Door de myofibrillen
kunnen je spieren samentrekken.
o Er zijn dunne en dikke filamenten:
Dunne: zijn opgebouwd uit twee ketens van het eiwit actine
Dikke: zijn opgebouwd uit een aantal ketens van het eiwit myosine
o Door de geordende rangschikking van de actine- en myosinefilamenten
ontstaat een patroon van lichte banden (I-banden) en donkere (A-banden).
In het midden van elke I-band bevindt zich een membraan, de Z-lijn.
Waaraan de actinefilamenten gehecht zijn. Het gedeelte tussen twee Z-lijnen
is een sacromeer, de kleinste samentrekkende eenheid van een spiervezel
o Skeletspieren hebben dwarsgestreept spierweefsel.
Samentrekken
De overdracht van impulsen van motorische neuronen op spiervezels gebeurt via een
neuromusculaire synaps. Doordat de axonen zich over een spier vertakken reageren
meerdere spiervezels tegelijk op de impulsen.
o Motorische eenheid Een groep spiervezels die op de impulsen van één
axon reageert
o De grootte ervan kan variëren van 5 tot enkele honderden.
Nadat impulsen in een spiervezel aankomt, schuiven de actine- en
myosinefilamenten in elkaar. Doordat de myosinefilamenten aan de
16.1 Achillespees
Lopen
Je lichaam beweegt doordat je spieren samen trekken, hierdoor bewegen de botten
rond hun draaipunten in de gewrichten.
Door training kunnen spieren meer kracht zetten en krijgen zij een groter
uithoudingsvermogen.
Botten zijn nodig om de krachten van de spieren goed op te vangen en soepele
gewrichten dragen bij aan goede prestaties.
Pezen komen bij veel sporters pas in beeld als er blessures zijn. Toch zijn pezen
onmisbaar bij bewegingen. Een pees is een stevige band van bindweefsel die een
spier aan het bot verbindt.
o De grootste pees in het lichaam is de achillespees. Deze pees vormt de
verbinding tussen de grote kuitspier en het hielbeen in de voet.
o Bij het lopen komt eerste je hiel op de grond. Die ‘klap’ drukt je achillespees
wat in elkaar. Je kuitspier trekt vervolgens samen, maar je voet blijft op de
grond. Die verkorting geeft geen beweging van je voet, maar een verlening
van je achillespees
10mm bij wandelen
15mm bij hardlopen
o Daarmee slaat de kuitspier veel energie op in de achillespees. Die energie
komt vrij bij de afzet van de voet van de grond en maakt een snelle, krachtige
afzet mogelijk.
Pezen
In pezen bevinden zich gespecialiseerde bindweefselcellen die vooral collageen
maken en afgeven. Vele collageenmoleculen vormen samen met een collageenfibril
omgeven door bindweefsel. De fibrillen vormen weer collageenvezels in dicht
opeengepakte, parallel lopende bundels.
Een pees bevat veel tussencelstof de producten die de bindweefselcellen afgeven,
waardoor een samenhangend geheel ontstaat.
Door al het collageen is de pees in staat om de kracht van de spier door te geven aan
het bot, maar ook om veerenergie op te slaan.
Bij volgroeide pezen is er zoveel collageen dat de cellen ver van elkaar verwijderd
zijn. Via dunne uitlopers houden zij contact met elkaar. De celmembranen in de
uitlopers van twee cellen vormen op sommige plaatsen eiwitkanalen met kleine
openingen ‘gap junctions’. Door de eiwitkanalen kunnen ionen van de ene cel naar
de andere diffunderen. Daardoor zijn de cellen in staat om gecoördineerd te
reageren. (bijv. tijdens krachttraining)
Er komt dan regelmatig een grote spanning op de pees. Door de mechanische
krachten komen groeifactoren vrij, die gebonden waren aan eiwitten in de
tussencelstof van de pees. Die groeifactoren binden aan membraanreceptoren van
de bindweefselcellen.
Ook kan beweging van het celmembraan zelf een prikkel voor de cellen zijn.
Ionkanalen gaan open en/of G-eiwitten raken geactiveerd. In de cel komen
secundaire boodschappers vrij die het DNA van de cel bereiken. Is één cel
geactiveerd, dan raken cva de ‘gap junctions’ alle cellen geactiveerd. Binnen 24u na
de inspanning op de pees maken de cellen extra collageen aan
, Blessure en reparatie
Pezen genezen langzaam, doordat zij slecht doorbloed zijn. Alleen de
bindweefselvliezen rond de bundels collageenvezels bevatten enkele bloedvaten met
een paar vertakkingen.
Bij een blessure komen eerst granulocyten in actie. Deze witte bloedcellen eten
bijvoorbeeld bacteriën die bij het ontstaan zijn binnengedrongen.
Door middel van cytokinen activeren granulocyten de rest van het lichaam. De
bindweefselcellen in de pezen reageren op de cytokinen met de productie van het
enzym collagenase dat beschadigd collageen afbreekt.
Ook macrofagen reageren op de cytokinen. Binnen een dag zijn zij druk bezig
beschadigd weefsel op te ruimen. Onder invloed van groeifactoren ontstaan om de
wond nieuwe bloedvaten. Daardoor krijgen de bindweefselcellen meer brand- en
bouwstoffen. Zij delen actief en maken wekenlang extra collageen.
Daarna volgt een periode waarin de collageenmoleculen dwarsverbindingen maken
en in het verlengde van de trekrichting komen te liggen: de pees wint aan sterkte.
Het hele genezingsproces kan maanden duren. Voorzichtig en regelmatig belasten
van pezen werkt stimulerend op de rangschikking van de collageenvezels in de
trekrichting.
o Waarschijnlijk ligt hier het positieve effect van massage; het ‘trekken’
stimuleert het herstel
16.2 Spieren
Van groot naar klein
Skeletspieren (orgaanniveau) zijn met pezen verbonden aan een bot. Ze zijn
opgebouwd uit bundels spiervezels van wel enkele centimeters lang.
o Spiervezels horen wel tot het organisatieniveau ‘cel’ maar zijn geen cellen. Ze
ontstaan uit een samensmelting van honderden spiercellen.
o Elke bundel is omgeven door bindweefsel. Hierin liggen bloedvaten voor de
doorbloeding van de spieren. Spiervezels bevatten bundels langgerekte
eiwitfilamenten (molecuulniveau), de myofibrillen. Door de myofibrillen
kunnen je spieren samentrekken.
o Er zijn dunne en dikke filamenten:
Dunne: zijn opgebouwd uit twee ketens van het eiwit actine
Dikke: zijn opgebouwd uit een aantal ketens van het eiwit myosine
o Door de geordende rangschikking van de actine- en myosinefilamenten
ontstaat een patroon van lichte banden (I-banden) en donkere (A-banden).
In het midden van elke I-band bevindt zich een membraan, de Z-lijn.
Waaraan de actinefilamenten gehecht zijn. Het gedeelte tussen twee Z-lijnen
is een sacromeer, de kleinste samentrekkende eenheid van een spiervezel
o Skeletspieren hebben dwarsgestreept spierweefsel.
Samentrekken
De overdracht van impulsen van motorische neuronen op spiervezels gebeurt via een
neuromusculaire synaps. Doordat de axonen zich over een spier vertakken reageren
meerdere spiervezels tegelijk op de impulsen.
o Motorische eenheid Een groep spiervezels die op de impulsen van één
axon reageert
o De grootte ervan kan variëren van 5 tot enkele honderden.
Nadat impulsen in een spiervezel aankomt, schuiven de actine- en
myosinefilamenten in elkaar. Doordat de myosinefilamenten aan de