Inhoud
Meervoudig risicomodel .......................................................................................................................... 2
Aantekeningen Powerpoint ................................................................................................................. 2
Aantekeningen les ............................................................................................................................... 5
Extra document ................................................................................................................................... 5
Balansmodel ............................................................................................................................................ 7
Aantekeningen Powerpoint ................................................................................................................. 7
Extra document ................................................................................................................................... 9
Visies op gedrag ..................................................................................................................................... 11
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 12
Leertheorie/Gedragstheoretisch/Gedragsmodel.................................................................................... 12
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 12
Extra document ................................................................................................................................. 13
Cognitieve gedragstherapie ................................................................................................................... 14
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 14
Extra document ................................................................................................................................. 14
Ecologische (systeemtheorie) ................................................................................................................. 17
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 17
Extra document ................................................................................................................................. 18
Interactionele visie: Roos van Leary ....................................................................................................... 20
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 20
Oplossingsgerichte visie ......................................................................................................................... 23
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 23
Extra document ................................................................................................................................. 23
Medisch/Biologische visie ...................................................................................................................... 24
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 24
Rest aantekeningen Powerpoint/les ...................................................................................................... 26
Professional in de Spiegel ...................................................................................................................... 27
Werkboek hoofdstuk 1 ...................................................................................................................... 27
Constructen ........................................................................................................................................... 33
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 33
1
,Meervoudig risicomodel
Weten voor tentamen:
• Probleemgedrag
• Persoonskenmerken
• School
• Gezin
• Vrije tijd
• Sociale steun
• Traumatische gebeurtenis
Ken het schema en weet er inhoud aan te geven!
Aantekeningen Powerpoint
Door van der Ploeg samengesteld → biedt zicht op:
• Mogelijke risico’s (preventie)
• Beschermende factoren in de persoon zelf (persoonskenmerken)
• In de omgeving van de persoon (gezin, school, vrije tijd)
• En in de wisselwerking
Onderscheidt 4 typen probleemgedrag:
• Externaliserend: schreeuwt alles eruit → hoeft geen verband tussen te zijn dat deze persoon
extravert is → kan ook introvert zijn bij het rest van het leven
o Mensen die op extreme manier hun emoties uiten → zij hebben vaak problemen
in/met de maatschappij
o Agressieve personen
o Hyperactieve personen
• Internaliserend: binnenvetter
o Mensen hebben vooral zelf last van problemen die zij hebben
o Angstige personen
o Depressieve personen
➔ Op basis van deze indeling ga je opzoek naar verklaringen van gedrag in het systeem van de
persoon en in de persoon zelf je afzet tegen traumatische ervaringen en sociale steun
Voorbeeld: wat kan je verwachten bij de ontwikkeling van probleemgedrag wanneer iemand
hyperactief is + er sprake is van risicofactoren in of rondom iemand?
In en rondom de persoon zijn er meerdere risicofactoren die kunnen leiden tot probleemgedrag
Risicofactoren:
• 4 in persoon zelf
o Zelfbeeld
▪ Welke indruk je van jezelf hebt en welke houding je tegenover jezelf
aanneemt
▪ Ook gaat het hierbij om welke oordelen je over jezelf velt
▪ Gekoppeld aan je zelfbeeld is:
• Eigen gedrag
• Prestaties
• Emoties
• Fysieke mogelijkheden
▪ Indruk van jezelf
• Hoe je eruitziet
• Hoe sportief je bent
• Hoe goed je met een pc kan omgaan, etc.
2
, Veel zelfvertrouwen Weinig zelfvertrouwen
Succes verklaren door Intern → door zijn Extern → door omgeving
persoon: eigen kunnen
Falen verklaren door Extern → zegt dat het Intern → zoekt de fout in
persoon: de schuld is van de zichzelf
docent bijvoorbeeld
➔ Zou deze 2 dingen van intern en extern bij beide personen moeten omdraaien en meer
positief over zichzelf te zijn! → zelfbeschikking
▪ Houding ten opzichte van jezelf
▪ Oordeel over jezelf
▪ Gekoppeld aan:
• Eigen gedrag
• Prestaties
• Emoties
• Fysieke mogelijkheden
o Zelfhandhaving (coping)
▪ De wijze waarop iemand omgaat met stressvolle omstandigheden (gedrag,
cognitie, emoties)
▪ Voorbeelden/model (buiten de persoon)
▪ Inschatten van situaties
o Zelfbeschikking → lotus of control
▪ Causaal verband tussen inspanning en bepaalde prestaties
▪ Bij internaliserende problemen: negatieve zelfbeschikking
• Succes: externe attributie → vanuit je omgeving
• Falen: interne attributie (leven = pech en geluk) → vanuit jezelf
o Goede dingen zijn geluk hebben
▪ Bij externaliserende problemen: positieve zelfbeschikking
• Succes: interne attributie → vanuit jezelf
• Falen: externe attributie (leven=resultaat van mijn inspanning) →
vanuit de omgeving
o Zelfcontrole
▪ Gaat erover hoe goed je de controle over jezelf hebt
• Hoe goed kan je weerstand bieden tegen verleiding?
• Hoe goed kan je omgaan met behoeftebevrediging?
• Hoe goed kan je je impulsen beheersen?
▪ Macht over eigen driften en behoeften
▪ Weerstand tegen verleidingen
▪ Omgaan met behoeftebevrediging
▪ Beheersen van impuslen
• 5 in omgeving, dus buiten de persoon
o School/opleiding
▪ Hierbij gaat het enorm om welke manier je school beleeft, hoe vaak je
schooluitval hebt, in wat voor schoolklimaat je zit en wat de kenmerken van je
school zijn
▪ Schoolbeleving
▪ Schooluitval
▪ Schoolklimaat
▪ Schoolkenmerken
▪ Het is dus heel belangrijk om wat voor school je hebt gezeten → basis- of
middelbare school
o Gezin → primaire sociale omgeving
3
, ▪ Hierbij gaat het op de opvoedingsstijl van de ouders/verzorgers, de interacties
binnen het gezin en hoe het gezin functioneert
• Daarnaast wordt er gekeken naar of de ouders problemen hebben op
medisch, psychisch, sociaal of financieel gebied
▪ Opvoedingsstoel
▪ Gezinsinteracties
▪ Gezin functioneren
▪ Problemen ouders (medisch, psychisch, sociaal, financieel)
o Vrije tijd
▪ Hierbij wordt gekeken naar hoe je je vrije tijd indeelt, welke leefstijl je erop
nahoudt en of je riskant gedrag vertoont
• Daarnaast wordt er gekeken naar de invloeden van vrienden op het
gedrag
▪ Vrijetijdsbesteding
▪ Leefstijl
▪ Riskant gedrag
▪ Vrienden
o Trauma’s
▪ Was het een eenmalig zeer ernstige gebeurtenis, of is het meerdere malen
voorgekomen en is het minder ernstig?
▪ Eenmalig, zeer ernstig
▪ Repeterend, minder ernstig
• Meerdere keren
▪ Iets valt onder een trauma wanneer het je belemmert in je eigen ontwikkeling
o Sociale steun
▪ In welke mate voel jij je betrokken door de buurt waarin je opgroeit, je
familie, je directe omgeving en verschillende instanties?
• Hoeveel steun krijg jij van hun?
▪ Buurt
▪ Familie
▪ Direct betrokkenen
▪ Instanties
4
Meervoudig risicomodel .......................................................................................................................... 2
Aantekeningen Powerpoint ................................................................................................................. 2
Aantekeningen les ............................................................................................................................... 5
Extra document ................................................................................................................................... 5
Balansmodel ............................................................................................................................................ 7
Aantekeningen Powerpoint ................................................................................................................. 7
Extra document ................................................................................................................................... 9
Visies op gedrag ..................................................................................................................................... 11
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 12
Leertheorie/Gedragstheoretisch/Gedragsmodel.................................................................................... 12
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 12
Extra document ................................................................................................................................. 13
Cognitieve gedragstherapie ................................................................................................................... 14
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 14
Extra document ................................................................................................................................. 14
Ecologische (systeemtheorie) ................................................................................................................. 17
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 17
Extra document ................................................................................................................................. 18
Interactionele visie: Roos van Leary ....................................................................................................... 20
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 20
Oplossingsgerichte visie ......................................................................................................................... 23
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 23
Extra document ................................................................................................................................. 23
Medisch/Biologische visie ...................................................................................................................... 24
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 24
Rest aantekeningen Powerpoint/les ...................................................................................................... 26
Professional in de Spiegel ...................................................................................................................... 27
Werkboek hoofdstuk 1 ...................................................................................................................... 27
Constructen ........................................................................................................................................... 33
Aantekeningen Powerpoint/les ......................................................................................................... 33
1
,Meervoudig risicomodel
Weten voor tentamen:
• Probleemgedrag
• Persoonskenmerken
• School
• Gezin
• Vrije tijd
• Sociale steun
• Traumatische gebeurtenis
Ken het schema en weet er inhoud aan te geven!
Aantekeningen Powerpoint
Door van der Ploeg samengesteld → biedt zicht op:
• Mogelijke risico’s (preventie)
• Beschermende factoren in de persoon zelf (persoonskenmerken)
• In de omgeving van de persoon (gezin, school, vrije tijd)
• En in de wisselwerking
Onderscheidt 4 typen probleemgedrag:
• Externaliserend: schreeuwt alles eruit → hoeft geen verband tussen te zijn dat deze persoon
extravert is → kan ook introvert zijn bij het rest van het leven
o Mensen die op extreme manier hun emoties uiten → zij hebben vaak problemen
in/met de maatschappij
o Agressieve personen
o Hyperactieve personen
• Internaliserend: binnenvetter
o Mensen hebben vooral zelf last van problemen die zij hebben
o Angstige personen
o Depressieve personen
➔ Op basis van deze indeling ga je opzoek naar verklaringen van gedrag in het systeem van de
persoon en in de persoon zelf je afzet tegen traumatische ervaringen en sociale steun
Voorbeeld: wat kan je verwachten bij de ontwikkeling van probleemgedrag wanneer iemand
hyperactief is + er sprake is van risicofactoren in of rondom iemand?
In en rondom de persoon zijn er meerdere risicofactoren die kunnen leiden tot probleemgedrag
Risicofactoren:
• 4 in persoon zelf
o Zelfbeeld
▪ Welke indruk je van jezelf hebt en welke houding je tegenover jezelf
aanneemt
▪ Ook gaat het hierbij om welke oordelen je over jezelf velt
▪ Gekoppeld aan je zelfbeeld is:
• Eigen gedrag
• Prestaties
• Emoties
• Fysieke mogelijkheden
▪ Indruk van jezelf
• Hoe je eruitziet
• Hoe sportief je bent
• Hoe goed je met een pc kan omgaan, etc.
2
, Veel zelfvertrouwen Weinig zelfvertrouwen
Succes verklaren door Intern → door zijn Extern → door omgeving
persoon: eigen kunnen
Falen verklaren door Extern → zegt dat het Intern → zoekt de fout in
persoon: de schuld is van de zichzelf
docent bijvoorbeeld
➔ Zou deze 2 dingen van intern en extern bij beide personen moeten omdraaien en meer
positief over zichzelf te zijn! → zelfbeschikking
▪ Houding ten opzichte van jezelf
▪ Oordeel over jezelf
▪ Gekoppeld aan:
• Eigen gedrag
• Prestaties
• Emoties
• Fysieke mogelijkheden
o Zelfhandhaving (coping)
▪ De wijze waarop iemand omgaat met stressvolle omstandigheden (gedrag,
cognitie, emoties)
▪ Voorbeelden/model (buiten de persoon)
▪ Inschatten van situaties
o Zelfbeschikking → lotus of control
▪ Causaal verband tussen inspanning en bepaalde prestaties
▪ Bij internaliserende problemen: negatieve zelfbeschikking
• Succes: externe attributie → vanuit je omgeving
• Falen: interne attributie (leven = pech en geluk) → vanuit jezelf
o Goede dingen zijn geluk hebben
▪ Bij externaliserende problemen: positieve zelfbeschikking
• Succes: interne attributie → vanuit jezelf
• Falen: externe attributie (leven=resultaat van mijn inspanning) →
vanuit de omgeving
o Zelfcontrole
▪ Gaat erover hoe goed je de controle over jezelf hebt
• Hoe goed kan je weerstand bieden tegen verleiding?
• Hoe goed kan je omgaan met behoeftebevrediging?
• Hoe goed kan je je impulsen beheersen?
▪ Macht over eigen driften en behoeften
▪ Weerstand tegen verleidingen
▪ Omgaan met behoeftebevrediging
▪ Beheersen van impuslen
• 5 in omgeving, dus buiten de persoon
o School/opleiding
▪ Hierbij gaat het enorm om welke manier je school beleeft, hoe vaak je
schooluitval hebt, in wat voor schoolklimaat je zit en wat de kenmerken van je
school zijn
▪ Schoolbeleving
▪ Schooluitval
▪ Schoolklimaat
▪ Schoolkenmerken
▪ Het is dus heel belangrijk om wat voor school je hebt gezeten → basis- of
middelbare school
o Gezin → primaire sociale omgeving
3
, ▪ Hierbij gaat het op de opvoedingsstijl van de ouders/verzorgers, de interacties
binnen het gezin en hoe het gezin functioneert
• Daarnaast wordt er gekeken naar of de ouders problemen hebben op
medisch, psychisch, sociaal of financieel gebied
▪ Opvoedingsstoel
▪ Gezinsinteracties
▪ Gezin functioneren
▪ Problemen ouders (medisch, psychisch, sociaal, financieel)
o Vrije tijd
▪ Hierbij wordt gekeken naar hoe je je vrije tijd indeelt, welke leefstijl je erop
nahoudt en of je riskant gedrag vertoont
• Daarnaast wordt er gekeken naar de invloeden van vrienden op het
gedrag
▪ Vrijetijdsbesteding
▪ Leefstijl
▪ Riskant gedrag
▪ Vrienden
o Trauma’s
▪ Was het een eenmalig zeer ernstige gebeurtenis, of is het meerdere malen
voorgekomen en is het minder ernstig?
▪ Eenmalig, zeer ernstig
▪ Repeterend, minder ernstig
• Meerdere keren
▪ Iets valt onder een trauma wanneer het je belemmert in je eigen ontwikkeling
o Sociale steun
▪ In welke mate voel jij je betrokken door de buurt waarin je opgroeit, je
familie, je directe omgeving en verschillende instanties?
• Hoeveel steun krijg jij van hun?
▪ Buurt
▪ Familie
▪ Direct betrokkenen
▪ Instanties
4
