100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting beroep sociaal werk H1-H8 (incl. Pauperparadijs)

Rating
4.4
(12)
Sold
79
Pages
28
Uploaded on
19-03-2021
Written in
2020/2021

(8,8 mee gehaald) Dit document is een samenvatting van het boek ''Sociaal werk in Nederland'', gemaakt aan de hand van de leerdoelen van H1 tot H8. De hoorcollege’s en powerpoints zijn in deze samenvatting verwerkt samen met het boek. Ook zijn de hoorcollege's van het pauperparadijs hierin verwerkt. Het eerste hoofdstuk is volledig samengevat. Er staan onder andere personen, begrippen, processen, stukken over de geschiedenis, belangrijke data en hoofdpunten in. Succes!

Show more Read less
Institution
Course












Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1 tot 7
Uploaded on
March 19, 2021
File latest updated on
April 16, 2021
Number of pages
28
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting beroep sociaal werk

Hoofdstuk 1: De Nederlandse verzorgingsstaat

Verzorgingsstaat -> biedt bescherming tegen sociale risico’s (ziekte, inkomensverlies, ouderdom en
opleiding)

Piet Thoenes: onder een verzorgingsstaat valt het stelsel van sociale zekerheid, de zorg voor zieken,
gehandicapten en ouderen. De overheid speelt een belangrijke rol bij het waarborgen van het
algemeen welzijn.

- Garantie sociale zekerheid voor alle leden van de samenleving
- Zowel materiële- als immateriële voorzieningen
- Biedt ruimte voor toekomstige ontwikkelingen
- Verzorgen, verbinden en verheffen

Hoe is dit ontstaan?

Voor de 19de eeuw vormde armoede geen groot en chronisch maatschappelijk probleem > geen
directe bedreiging van de maatschappelijke orde. Kerk, het bredere familieverband en gilden
zorgden voor bescheiden zekerheden.

Door de industriële revolutie ontstaat een migratiestroom van platteland naar de stad. Kapitalistische
samenleving maakt mensen kwetsbaarder als individu dat afhankelijk was van loonarbeid.
 ‘arbeid’ wordt handelswaar en heeft een schommelende prijs, maar zaken als eten en
huisvesting moeten wel betaald worden. Als je ziek wordt, kun je je “handelswaar’ niet meer
aanbieden.
Liberale visie heerst: geen liefdadigheid, want dan neemt de prikkel tot werken af.
Armenwet van 1834 (Engeland) verbiedt dat armen die gezond waren, maar zonder inkomen, bij de
liefdadigheid konden aankloppen.
• Gevolg: harde kapitalistische samenleving met steeds groter wordende arme en kwetsbare
arbeidersklasse.
• Eerste wetten en maatregelen zijn gericht op de beteugeling van de ergste uitwassen die
maatschappelijke instabiliteit zouden kunnen aanrichten.


Nederlandse verzorgingsstaat:

Fase I 1874 - 1952: eerste aanzet (wetgeving gericht op arbeiders)
• 1874: “Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en
verwaarlozing van kinderen”
• Gelijkwaardige wetgeving al in 1833 in Engeland en in 1839 in Duitsland (Pruisen)
• Was niet uit bekommernis met kinderen, maar de angst dat kinderen: ‘in het wilde
opgroeijen, hunne uren in baldadigheid doorbrengen, en later, zoo zij al niet tot
uitspattingen en misdaden vervallen, toch hunne onbeschaafdheid en zedeloosheid
op kinderen en kindskinderen overplanten.’ Dus eerder angst voor zedeloosheid en
maatschappelijke wanorde.

, • ‘De arbeider moest beter worden gevoed en onderwezen, om zijn rol in het
productieproces te kunnen vervullen. Zijn gezondheid moest worden beschermd,
want deze had economische betekenis gekregen.’
• Artikel 1: ‘Het is verboden kinderen beneden twaalf jaren in dienst te nemen of in
dienst te hebben.’
• Artikel 2: ‘Het verbod van artikel 1 is niet van toepassing op huiselijke en persoonlijke
diensten en op veldarbeid.’

Fase 2 1921-1952: doelgroepverbreding
• Maar wel gericht op mannen die loonarbeid verrichten en kostwinner zijn. Dus niet voor bv
de bakker en de slager zelf, wel voor zijn personeel. Vrouwen horen thuis en voeden de
kinderen op.
• 1901-1921: ongevallenwet (geldt aanvankelijk voor ongeveer 25% van de arbeiders)
• 1930: Ziektewet
• 1952: werkloosheidswet

Fase 3 1952-1977: algemene volksverzekeringen

• 1957 Algemene ouderdomswet
• 1959 Algemene weduwen- en wezenwet
• 1965 Algemene bijstandswet
• 1966 ziekenfondswet
• 1967 Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering
• 1968 Algemene wet bijzondere ziektekosten
• Wetten voor iedereen, ongeacht of er een arbeidsverleden is (in het begin: behalve voor
vrouwen).
• De verzorgingsstaat is qua financiële zekerheid ‘af’…


Samenvatting: fasering
Algemeen
1. Eerste aanzet, met name gericht op arbeiders.
2. Doelgroepverbreding: niet alleen meer arbeiders, ook andere kostwinners en mensen die
niet meer zelf de kost kunnen verdienen.
3. Veralgemenisering: sociale regelingen gaan voor iedereen gelden. Waardevaste uitkeringen
gekoppeld aan de loonontwikkeling
4. Crisis: kostenexplosie. Systeem wordt onbetaalbaar en onbeheersbaar.

In Nederland:
1. 1901 – 1952: ongevallenwet (1901), Armenwet (1912), nieuwe ongevallenwet (1921)
ziektewet (1930), werkloosheidswet (1952)
2. 1952 – 1977: Algemene Ouderdomswet (1957), Algemene Bijstandswet (1965), Wet op de
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (1967)
3. 1977 – nu: economische teruggang, verschraling en versobering ten gevolge van
kostenexplosie.

,Onderstaande tekst bevat belangrijke informatie uit de powerpoint en is niet per sé te koppelen aan
een bepaald hoofdstuk.

Mens als historisch wezen:
 Mens heeft een geheugen en kan aan de hand van eerdere ervaringen ‘’leren’’. Je vormt een
zelfbeeld aan de hand van eigen herinneringen en overgedragen herinneringen.
- Het geheugen selecteert en manipuleert: herinneringen worden bewaard, vervormd,
vergeten.
- Bij taboes of dementie is dit erger.

Zelfbeeld/identiteit kan info bevatten over:
• Rol en opvatting over hiërarchie in groep
• Reden en oorzaak van bestaan (‘ontstaansgeschiedenis’): zingeving
• Opvattingen over loyaliteit (aan wie en hoe)
• Opvattingen over goed en kwaad
• Omgangsvormen
• Historische rechtvaardiging van recht en onrecht
 De som van deze factoren wordt ook wel met de term ‘identiteit’ aangeduid.

Erfgoed kan zowel materieel als immaterieel zijn
1. Immaterieel: Gedrag, normen, waarden, verwachtingen, verhalen van vroeger, religie en
cultuur, genen of gezondheid
2. Materieel: Kapitaal of schuld

Onze genen bevatten DNA waarin onze erfelijke eigenschappen opgeslagen zijn.
Bij voortplanting erven we de helft van de genen van onze ene ouder en de helft van de andere
ouder.
Sommige genetisch erfgoed vinden we positief, ander erfgoed zien we niet zitten en willen we ‘kwijt’.
Vroeger was ons genetische erfgoed onontkoombaar (onvermijdelijk), nu niet meer.
Voorbeeld: plastische chirurgie had men vroeger niet. Tegenwoordig kan je flaporen rechtzetten.

Psychologisch erfgoed Nagy:
Nagy heeft het over overdracht vanuit eerdere generaties. Is er een probleem binnen je gezin? Kijk
verder in meerdere generaties.
Voorbeeld: agressie binnen het gezin kwam bijvoorbeeld al eerder voor in het gezin van je ouders. Zij
nemen dit psychologisch erfgoed mee naar hun eigen gezin.

Namen geven:
1. Vroeger dacht men dat met namen ook de eigenschappen van overledenen doorgegeven
konden worden.
2. Vanaf 1970 mag elke voornaam in Nederland, zolang geen vulgaire naam of bestaande
achternaam.
3. Vanaf de middeleeuwen tot 1960 vernoemden de meeste mensen hun kinderen naar
hun ouders. Daarna voeren modenamen de boventoon.
 In jaren 60-70 grote breuk met veel erfgoed: religieus, cultureel en dus ook namen.
4. Achternamen liggen min of meer vast, men mag nu wel kiezen welke achternaam men
doorgeeft; die van de vader of moeder.

, 5. In andere landen zijn veel strengere regels, zo hebben Nederlanders met ook een
Marokkaans paspoort te maken met een verplichte namenlijst. Doen ze dat niet, dan
krijgen ze problemen met het erfrecht.

Religie:
 Veel ontkerking in beeld. Nederlands Hervormde en Katholieke ouders slagen er het minst
goed in/doen minste moeite om religieuze traditie over te brengen op hun kinderen.
Orthodox gereformeerden lukt dit het best.

Belangrijke begrippen:
• Determinisme: elke gebeurtenis is niet willekeurig, maar gebeurt met een reden.
• Sociaal-determinisme: de sociale omgeving van de mens bepaald zijn visies en ideeën en
daarmee zijn handelen. Probleem: kun je dan nog wel verantwoordelijk zijn voor je daden?
 Een vrije wil gaat uit dat de mens, ondanks zijn culturele/economische/genetische etc
erfgoed altijd een rationeel vermogen heeft om tot een eigenstandige keuze te komen.

Hoorcollege 2:

Symbool industrialisering 19e eeuw -> trein

Urbanisatie:
Migratie -> aanpassing aan veranderende leefomstandigheden, maar tegelijkertijd veroorzaakt het
allerlei verschuivingen die weer nieuwe aanpassingen vereisen > vaak gezien vanuit het vraagstuk of
men in het bestaan kan voorzien door werk. Zorgde voor verlichting bij de achterblijvers > minder
concurrentie op de arbeidsmarkt en soms voor inkomsten door het sturen van geld.

Migranten begonnen over het algemeen onderaan de ladder: slechtste banen en slechtste behuizing.
• Concurrentie met ‘autochtonen’ zorgden voor een dilemma: zo snel mogelijk aanpassen aan
de nieuwe omgeving óf bescherming zoeken binnen de eigen etnische groep.
• Landbouwcrisis in 1878 samen met de industrialisatie zorgt voor sterke trek van platteland
naar de stad, maar ook naar Duitsland en de VS.

Push- en pullfactoren: motieven immigratie of emigratie
• Push: werkloosheid, lage verdiensten, familiespanningen, politieke, religieuze en etnische
conflicten, oorlog, ziekte, dwang.
• Pull: veel werk, hoge verdiensten, gewetensvrijheid, nieuw bestaan kunnen opbouwen,
liefde, verzorgingsstaten.

Jodenvervolging:
Vanaf 1940 systematische uitsluiting, concentratie, deportatie en gedwongen arbeid/moord.
Van de ongeveer 140.000 Nederlandse Joden zijn er 101800 vermoord of door ziekte en uitputting
omgekomen.
 Bij terugkomst weinig erkenning voor leed: wordt tijdens de eerste dodenherdenkingen geen
aandacht aanbesteed. Veel teruggekomen Joden doen tevergeefs aanspraak op
eigendommen als huis of vermogen.
Families werden letterlijk uiteengerukt en weggevaagd.
Pas na de jaren zestig komt er wat erkenning voor het enorme leed.

, Arbeitseinsatz:
In januari 1942 verklaarde Reichsmarschall Hermann Göring dat het voor het Reich dringend
noodzakelijk was arbeiders uit deze gebieden te verplichten voor de Duitse oorlogsindustrie te
werken. In die maand werd in Nederland de Nederlandse Arbeidsdienst ingesteld. Jonge mannen
moesten voor deze dienst hun arbeidsdienstplicht vervullen.
Uiteindelijk gaan rond de 400.000 Nederlandse mannen naar Duitsland om (voor het overgrote deel
verplicht) te werken.

Gezinnen reactie:
• Bijna iedereen heeft een geschiedenis met migratie ergens in zijn stamboom.
• Condition migrante: het idee bij ‘gastarbeiders’, ‘hier te werken, maar daar te willen zijn’.
• ‘een permanent tijdelijk verblijf’: bij veel naoorlogse immigranten blijft het idee maar tijdelijk
in Nederland te verblijven en uiteindelijk terug te gaan naar het moederland een sterke
kracht. Dit idee is ook door de overheid lang aangehangen, zie arbeidsmigranten, Molukkers
en Surinamers.
• Weerstand en ongemak: de ‘autochtonen’ gaan zich verzetten. Multiculturele droom versus
multicultureel dilemma.

F- cultuur
 Het gedrag van individuen is een verantwoordelijkheid van de groep.
Gedrag is vastgelegd binnen strakke culturele normen.
Nastreven van eer, status,

G-cultuur
 Individuen zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen gedrag.
Gedrag is onderhandelbaar en er zijn weinig strakke normen

Hoorcollege 3:

Het gezin:

‘Verband bestaande uit het samenleven tussen een kind en tenminste één natuurlijke ouder.’ Dirk
Damsma, 1999

Gezin is de term voor alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op
microniveau vormen, met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben
en elkaar onderling steun en verzorging verlenen.’, Wikipedia, 2017

Elk leefverband van één of meer volwassenen die verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging en
opvoeding van één of meer kinderen’, Kabinet Kok I, 1996

Raakt aan thema’s als: rolverdeling, huwelijk, opvoeding, seksualiteit, status, opvoeding, orde in de
samenleving, normen & waarden, levensbeschouwing etc.
$7.81
Get access to the full document:
Purchased by 79 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing 7 of 12 reviews
1 year ago

1 year ago

2 year ago

2 year ago

3 year ago

Comprehensive and very nice

3 year ago

3 year ago

4.4

12 reviews

5
6
4
5
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
elseisabel Vrije Universiteit Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1032
Member since
5 year
Number of followers
692
Documents
33
Last sold
1 day ago
Samenvattingen

Hey medestudent, welkom! (Ik heb inmiddels Social Work afgerond en volg momenteel de premaster pedagogische wetenschappen). Ik heb met al mijn samenvattingen de tentamens binnen één keer gehaald. Ik probeer mijn samenvattingen bij te houden aan de hand van powerpoints en hoorcollege’s. Voor mij is dat de belangrijkste informatie. Ik vul aan vanuit het boek waar nodig is of check de leerdoelen. Ik ben mijn eigen samenvattingen gaan maken (en nu aan het verkopen), omdat ik merkte dat geen enkele samenvatting voldeed aan mijn wensen. Geen ellenlange tekst of verhalenvorm, maar overzicht, duidelijkheid en makkelijke tekst. Ik hoop dat het voor jou ook werkt. Neem gerust een kijkje en doe bij vragen een berichtje.

Read more Read less
4.2

125 reviews

5
56
4
51
3
12
2
1
1
5

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions