100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Bachelors en Masters 2020/2021 Samenvatting Hoofdstuk 4 Box 1: Winst uit onderneming

Rating
3.0
(2)
Sold
-
Pages
39
Uploaded on
18-03-2021
Written in
2020/2021

Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 4 Box 1: Winst uit onderneming.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 4 box 1: winst uit onderneming
Uploaded on
March 18, 2021
Number of pages
39
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting Box 1: Winst uit Onderneming
Hoofdstuk 4 Belastingrecht Bachelors en Masters 2020/2021

4.1 Algemeen

Dit hoofdstuk bestaat uit vier onderdelen:
A. Onderneming ondernemerschap en medegerechtigden
B. Bepalen van de winst uit onderneming
C. Ondernemings- en ondernemersfaciliteiten
D. Staking van de onderneming

Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden

4.2 Inleiding

Belastbare winst uit onderneming (art. 3.2 Wet IB): ‘het gezamenlijke bedrag van de winst die de
belastingplichtige als ondernemer geniet uit één of meer ondernemingen, verminderd met de
ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling.

4.3 Onderneming

Definitie onderneming:
- Een duurzame organisatie
- Van kapitaal en arbeid
- Die erop is gericht om deel te nemen aan het maatschappelijke productieproces
(economisch verkeer)
- Met het oogmerk winst te behalen.

Duurzaamheid
Duurzame onderneming: onderneming heeft een niet incidenteel karakter. Duurzaam hoeft slechts
latent aanwezig of bedoeld te zijn. Stel maar 4 maanden gewerkt als ondernemer, dan alsnog
onderneming.

Organisatie van kapitaal en arbeid
Bij een zelfstandig uitgeoefend beroep is het element van kapitaal ondergeschikt aan de kennis en
arbeid van degene die de prestatie verricht. Denk aan artsen, kappers, notarissen. In de wet is het
zelfstandig uitgeoefende beroep gelijkgesteld met een onderneming (art. 3.5 Wet IB)

De volgende elementen spelen een rol bij de vraag of er sprake is van een onderneming:
- Zelfstandigheid
- Aantal opdrachtgevers
- Aanwezigheid debiteurenrisico
- Inschrijving Kamer van Koophandel
- Het lopen van ondernemersrisico
- Het voeren van een administratie
- De manier waarop naar buiten wordt getreden
- Een eigen website, briefpapier

1

, - Omvang van de opbrengsten en/of investeringen

Niet alles hoeft aanwezig te zijn, het gaat erom aan de hand van de feiten van de concrete situatie te
beoordelen of er sprake is van een onderneming.

Voor de inkomstenbelasting zijn er drie bronnen van arbeidsinkomen:
- Winst uit onderneming
- Loon uit dienstbetrekking
- Resultaat uit overige werkzaamheden

Deelname aan het economische verkeer
Als activiteiten verricht worden buiten de eigen kring en niet alleen aan familie- of hobbysfeer.
Meestal is sprake van economisch verkeer als voor de prestatie een vergoeding wordt ontvangen.

Winstoogmerk
Er moet naar winst worden gestreefd en de winst moet ook redelijkerwijs te verwachten zijn. Bij een
hobby is het dus niet de verwachting dat de baten de lasten overtreffen. Wel onderneming als er
redelijkerwijs winst te verwachten is, maar de belastingplichtige die winst niet beoogt. Verwachten
is belangrijker dan beogen.

Soms blijkt dat activiteiten die eerst niet als onderneming werden aangemerkt, na verloop van tijd
wel winstgevend zijn. Dan wordt de winst vanaf dat moment alsnog in de heffing betrokken. De
verliezen uit de ‘vóórondernemingsperiode’ (maximaal 5 jaar) mogen dan alsnog in aanmerking
worden genomen (art. 3.10 Wet IB en art. 5 Uitv.reg. IB)

4.4 Ondernemers en andere winstgenieters

Drie categorieën winstgenieters:
1. Ondernemer (art. 3.4 Wet IB)
2. Medegerechtigden (art. 3.3 lid 1 Wet IB): Belastingplichtige die winst geniet, anders dan als
ondernemer of aandeelhouder, als medegerechtigde tot het vermogen van een
ondernemer.
3. Schuldeisers met specifieke vorderingen (art. 3.3 lid 1 Wet IB): de belastingplichtige die
voordelen geniet uit hoofde van een bepaalde schuldvordering op een ondernemer, ten
behoeve van een voor zijn rekening gedreven onderneming.

Ondernemer
Ondernemer is: de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en
die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming. De
ondernemer moet zelfstandig een onderneming drijven, waarbij sprake is van een zeker continuïteit.
Essentieel is dat de ondernemer ondernemersrisico loopt.

Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen = belastingplichtige is aansprakelijk voor schulden van
de onderneming. Als de gerechtigheid is in huwelijksgemeenschap of nalatenschap = niet
rechtstreeks = niet onderneming. Stel getrouwd in algehele gemeenschap van goederen, man heeft
administratiekantoor. Door huwelijksvermogensrecht kunnen schuldeisers verhaal halen op beide
vermogens. Vrouw geen ondernemer. De onderneming wordt niet rechtstreeks voor haar rekening
en risico gedreven.

2

,Eenmanszaak:
Diegene die voor eigen rekening een onderneming drijft, is rechtstreeks aansprakelijk voor
verbintenissen van zijn eenmanszaak. Hij is ondernemer, ook al zou hij werknemers hebben.

Vennootschap onder firma / maatschap
- Samenwerkingsverbanden van personen
- Geen rechtspersoon, schuldeisers kunnen verhaal halen op het gehele privévermogen van
alle deelnemers. Iedere deelnemer is voor alle schulden geheel hoofdelijk aansprakelijk. Bij
de maatschap is ieder slechts aansprakelijk voor zijn aandeel in de schulden van de
maatschap.
- Alle firmanten of maten worden als ondernemer aangemerkt.
- Man-vrouw-vof is voordeliger. Stel man is belastingadviseur, winst 150.000, belast tegen
toptarief. Man gaat maatschap aan met vrouw, vrouw werkt parttime mee. 2/3 voor man,
dan 50.000 bij vrouw belast voor tegen lager tarief.

Commanditaire vennootschap
Samenwerkingsverband met één of meer beherende vennoten, die voor hun gehele vermogen
aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden, en één of meer commanditaire vennoten. Beherende
vennoten zijn ondernemers. Een commanditaire vennoot (stille vennoot) is een geldschieter die
geen beheersdaden mag verrichten. Hij is slechts aansprakelijk voor zijn aandeel of storting in de
vennootschap. Op grond hiervan mag een commanditaire vennoot niet worden aangemerkt als
ondernemer. Wel geniet hij winst uit onderneming als medegerechtigde, tenzij er sprake is van een
open commanditaire vennootschap. Open CV: stille vennoot kan zijn belang verkopen zonder
toestemming van andere vennoten en wordt gezien als aandeelhouder. Als het belang van de
commanditaire vennoot in een open CV 5% of meer bedraagt, valt het in box 2, kleiner is box 3.

Kan een stille vennoot zijn belang zonder toestemming verkopen?
 Ja: open CV
o CV zelf belastingplichtig voor vpb. Stille vennoten ‘aandeelhouders’ belang 5% of
meer  box 2 anders box 3.
 Nee: ‘gewone’ CV
o Drijft de CV een onderneming?
 Ja: beherende vennoten zijn ondernemer, stille vennoten medegerechtigde,
beide vallen in box 1.
 Nee: belang van zowel beherende als stille vennoten valt in box 3.

Besloten vennootschap / naamloze vennootschap
- Rechtspersoon en onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Bv of nv betaalt dus
vennootschapsbelasting over haar winst i.p.v. inkomstenbelasting.
- Aandeelhouders in bv en nv worden niet rechtstreeks verbonden voor verbintenissen van de
vennootschap. Hierdoor zijn zij geen ondernemer. Het is wel mogelijk dat aandelen in een
rechtspersoon tot het ondernemingsvermogen van een ondernemer behoren en op zijn
balans staan.

Urencriterium
In de omschrijving van ondernemer worden geen normen gesteld aan het aantal uren dat iemand als
ondernemer werkzaam is.


3

, Om te vermijden dat alle ondernemersfaciliteiten ook bij activiteiten met een zeer geringe omvang
binnen handbereik omen, heeft de wetgever het urencriterium geïntroduceerd (art. 3.6 wet IB). Dit
houdt in dat een minimumaantal uren besteed moet zijn aan de onderneming om in aanmerking te
komen voor bepaalde ondernemingsfaciliteiten.

Urencriterium speelt een rol bij:
- Oudedagsreserve (art. 3.67 e.v. Wet IB)
- Zelfstandigenaftrek (art. 3.76 Wet IB)
- Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77 Wet IB)
- Meewerkaftrek (art. 3.78 Wet IB)
Een ondernemer hoeft niet aan het urencriterium te voldoen om de mkb-winstvrijstelling (art. 3.79a
Wet IB) en de stakingsaftrek (art. 3.79 Wet IB) te mogen toepassen.

Norm:
Belastingplichtige voldoet aan het urencriterium als:
- Hij gedurende een kalenderjaar ten minste 1.225 uur besteedt aan werkzaamheden voor
een of meerdere ondernemingen waaruit hij als ondernemer winst geniet, en
- De tijd die in totaal wordt besteed aan die onderneming en het verrichten van
werkzaamheden in de zin van de afdelingen 3.3 (belastbaar loon) en 3.4 (resultaat overige
werkzaamheden), grotendeels (50% of meer) wordt besteed aan die ondernemingen.
De laatste eis geldt niet als de ondernemer in een of meer van de 5 voorafgaande kalenderjaren
geen ondernemer was (startende ondernemer).

Voorbeeld: Marcel 4 jaar eigen zaak, hierin 1.250 uur, en werkt op accountantskantoor 1.300 uur.
Ondanks het feit dat hij maar 49% van zijn tijd in zijn eigen onderneming werkt, voldoet aan het
urencriterium (startende ondernemer). Na het vijfde jaar niet meer, dan geld 50% norm.

Samenwerkingsverbanden
Bij maatschap of vennootschap tussen echtgenoten, ouders of kinderen, voldoet een vennoot niet
altijd aan het urencriterium, ook als hij meer dan 1.225 uur werkt. Want als de werkzaamheden van
een vennoot hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn (bv administratie, bijhouden agenda) en
het bovendien ongebruikelijk is dat een dergelijk samenwerkingsverband tussen niet-verbonden
personen wordt aangegaan, tellen de werkzaamheden van die vennoot niet mee voor ‘zijn’
urencriterium (art. 3.6 lid 2a Wet IB). Verder blijven de binnen een samenwerkingsverband gewerkte
uren ook buiten beschouwing voor het urencriterium als de samenwerking verband houdt met een
onderneming waaruit de belastingplichtige zelf geen inkomen geniet, maar een aan hem verbonden
persoon wel (ondermaatschappen) (art. 3.6 lid 2b Wet IB)
Als verbonden personen van de belastingplichtige worden in dit verband aangemerkt:
- Personen die behoren tot het huishouden van de belastingplichtige; en
- Bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, of personen die tot hun huishouden behoren.




4
$6.57
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 2 reviews
3 year ago

4 year ago

3.0

2 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
1
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
ingev Fontys Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
20
Member since
4 year
Number of followers
19
Documents
10
Last sold
3 year ago

4.1

9 reviews

5
5
4
2
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions