De individuele vraag:
- Hoe hoger de prijs hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid.
- Dit negatieve verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid noem je de wet van de
vraag.
- Individuele vraag: Het aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een
bepaalde prijs.
- Betalingsbereidheid: De maximale prijs die een consument wil betalen voor één product bij
een gegeven aantal.
- Discrete vraag: vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een heel getal is.
- Continue vraag: Alle combinaties van prijs en gevraagde hoeveelheid waarbij ook alle
combinaties van gebroken getallen mogelijk zijn. (kan je aflezen bij een vraag/aanbodlijn).
- Consumentensurplus: Mensen die bereidt zijn om meer te betalen dan de oorspronkelijke
prijs.
- Hoe lager de prijs hoe groter het consumentensurplus.
- De individuele vraag naar een product wordt beïnvloedt door 5 factoren.
- 1. Individuele voorkeur
- 2. Beschikbare budget
- 3. Aanwezigheid van substitueerbare producten
- 4. Het bestaan van complementaire producten
- 5. Exogene factoren
Collectieve vraag:
- Collectieve vraag: de vraag naar een product van een hele groep bij een bepaalde prijs.
- Afzetgebied: gebied waar een producent zijn product verkoopt.
- Fietsenfabrikant bv heel Nl, maar een dorpsbakker alleen voor het dorp.
- Collectieve vraag is een optelsom van alle individuele vragen.
- Collectieve consumentensurplus: alle blije kopers van een hele groep.
Prijselasticiteit:
- Prijselasticiteit: procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een
procentuele verandering van de prijs.
- Oftewel: hoe reageert de vraag naar een product op een prijsverhoging of prijsverlaging.
- Formule: prijselasticiteit= procentuele verandering gevraagde hoeveelheid: procentuele
verandering prijs.
- De oorzaak is de verandering van de prijs en het gevolg is dat de gevraagde hoeveelheid
veranderd.
- Stel: de prijs wordt van een product daalt met 10%, waardoor de vraag naar dit product
- De prijselasticiteit is altijd een negatief getal.
- Als de prijselasticiteit van een product -2% is dan weet de producent dat bij een
prijsverhoging van 1% de gevraagde hoeveelheid met 2% zal dalen.
, - Prijselasticiteit:
- Prijselasticiteit=0 - Omzet stijgt
- -1< Prijselasticiteit <0 - Omzet stijgt
- Prijselasticiteit =-1 - Omzet gelijk
- Prijselasticiteit <-1 - Omzet daalt
- Prijselasticiteit= oneindig - Omzet verdwijnt
- -
- Als de vraaglijn vrij vlak loopt dan is de vraag elastisch. Bij een kleine prijsverandering
verandert de gevraagde hoeveelheid veel. (luxe product)
- Als de vraaglijn vrij steil loopt dan is de vraag inelastisch. Bij een kleine prijsverandering
verandert de gevraagde hoeveelheid weinig. (noodzakelijk product)
- Hoe hoger de prijs hoe kleiner de gevraagde hoeveelheid.
- Dit negatieve verband tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid noem je de wet van de
vraag.
- Individuele vraag: Het aantal eenheden dat een consument ergens van wil kopen bij een
bepaalde prijs.
- Betalingsbereidheid: De maximale prijs die een consument wil betalen voor één product bij
een gegeven aantal.
- Discrete vraag: vraag waarbij de gevraagde hoeveelheid een heel getal is.
- Continue vraag: Alle combinaties van prijs en gevraagde hoeveelheid waarbij ook alle
combinaties van gebroken getallen mogelijk zijn. (kan je aflezen bij een vraag/aanbodlijn).
- Consumentensurplus: Mensen die bereidt zijn om meer te betalen dan de oorspronkelijke
prijs.
- Hoe lager de prijs hoe groter het consumentensurplus.
- De individuele vraag naar een product wordt beïnvloedt door 5 factoren.
- 1. Individuele voorkeur
- 2. Beschikbare budget
- 3. Aanwezigheid van substitueerbare producten
- 4. Het bestaan van complementaire producten
- 5. Exogene factoren
Collectieve vraag:
- Collectieve vraag: de vraag naar een product van een hele groep bij een bepaalde prijs.
- Afzetgebied: gebied waar een producent zijn product verkoopt.
- Fietsenfabrikant bv heel Nl, maar een dorpsbakker alleen voor het dorp.
- Collectieve vraag is een optelsom van alle individuele vragen.
- Collectieve consumentensurplus: alle blije kopers van een hele groep.
Prijselasticiteit:
- Prijselasticiteit: procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid als gevolg van een
procentuele verandering van de prijs.
- Oftewel: hoe reageert de vraag naar een product op een prijsverhoging of prijsverlaging.
- Formule: prijselasticiteit= procentuele verandering gevraagde hoeveelheid: procentuele
verandering prijs.
- De oorzaak is de verandering van de prijs en het gevolg is dat de gevraagde hoeveelheid
veranderd.
- Stel: de prijs wordt van een product daalt met 10%, waardoor de vraag naar dit product
- De prijselasticiteit is altijd een negatief getal.
- Als de prijselasticiteit van een product -2% is dan weet de producent dat bij een
prijsverhoging van 1% de gevraagde hoeveelheid met 2% zal dalen.
, - Prijselasticiteit:
- Prijselasticiteit=0 - Omzet stijgt
- -1< Prijselasticiteit <0 - Omzet stijgt
- Prijselasticiteit =-1 - Omzet gelijk
- Prijselasticiteit <-1 - Omzet daalt
- Prijselasticiteit= oneindig - Omzet verdwijnt
- -
- Als de vraaglijn vrij vlak loopt dan is de vraag elastisch. Bij een kleine prijsverandering
verandert de gevraagde hoeveelheid veel. (luxe product)
- Als de vraaglijn vrij steil loopt dan is de vraag inelastisch. Bij een kleine prijsverandering
verandert de gevraagde hoeveelheid weinig. (noodzakelijk product)