100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Rode loper depressie $9.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Rode loper depressie

 639 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide rode loper over depressie. In dit verslag komt het volgende aan bod: - De begripsbepaling - De anatomie en fysiologie - Neurotransmitters - Etiologie - Sociale factoren - Lichamelijke oorzaken - Symptomen (bij kinderen) - Verschillende vormen van depressie - Meerder...

[Show more]
Last document update: 2 year ago

Preview 10 out of 19  pages

  • March 16, 2021
  • January 15, 2022
  • 19
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
In dit verslag is een uitgebreide rode loper
uitgewerkt, met de bijbehorende medicatie
en therapieën.




Depressie
Verpleegkunde 3e jaar




Nerise Klomp

,1

,Inhoud
Richtlijnen diagnostiek...........................................................................................................................8
Evaluatie...........................................................................................................................................10
Richtlijnen beleid..................................................................................................................................16




2

,Begripsbepaling
Een depressie is een aandoening die valt onder de 'stemmingsstoornissen'. Het is een ziekte
van de stemming en gevoelens. Van een depressieve stemming is sprake als er gedurende
een langere periode een abnormale somberheid bestaat en/of een abnormale lusteloosheid,
verlies van interesse of een onvermogen om ergens van te genieten

Epidemiologie
In Nederland krijgt iets minder dan 1 op de 5 volwassenen van 18-64 jaar ooit in het leven te
maken met een depressie. Elk jaar geldt dat voor ongeveer 5% van de volwassenen.
Vrouwen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar hebben de grootste kans op een depressie. Dit is
ongeveer 550.000 mensen in Nederland.

Anatomie / fysiologie
Emoties zijn de positieve en negatieve gevoelens die ontstaan als reactie op bepaalde
prikkels, of op een bepaalde situatie. Door vrolijke muziek bijvoorbeeld word je opgewekt. Als
je iemand ziet lijden, maakt dit je treurig. Emoties lokken vaak reacties uit. De reactie kan
bewust zijn, bijvoorbeeld dansen op vrolijke muziek. reacties kunnen ook onbewust zijn: door
verdrietige gevoelens springen de tranen in je ogen. In het centrum van de hersenen bevindt
zich een groep functioneel samenwerkende hersendelen, die betrokken zijn bij je emoties en
de reactie daarop. Deze vormen met elkaar samenhangende delen en vormen het limbische
systeem. Het limbische systeem ligt als een ringvormig structuur midden in de hersenen. Het
omvat delen van de grote herenen die je bewuste handelingen coördineren. In het limbische
systeem zitten ook delen van de tussenhersenen, waar de vegetatieve functies gereguleerd
worden. onder invloed van jet limbische systeem ontstaan gevoelens als harmonie, plezier,
woede, agressie en depressiviteit. Het limbische systeem reguleert ook je gedrag dat verbant
houdt met de emoties. Daarbij kan het gaan om bewust gedrag, bijvoorbeeld je beheersen
als je boos bent. het betreft ook vaak je onbewuste lichamelijke reacties van de vegetatieve
stelsels. Voorbeelden van lichamelijke reacties zijn veranderingen in hartslag, bloeddruk,
ademhaling, doorbloeding van de huid en zweet productie.




3

,Neurotransmitters
Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de
zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen.
Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de
stemming. Bij depressie zie je vaak een te lage concentratie van deze stoffen in de
hersenen.

Etiologie
Er is niet één speciale oorzaak voor het ontstaan van een depressie. Het is vrijwel altijd het
gevolg van een combinatie van factoren op meerdere gebieden tegelijk. In de wetenschap
spreekt men van een bio-psycho-sociaal model: een combinatie van erfelijkheid, persoonlijke
eigenschappen en wat iemand meemaakt in zijn leven. Sommige mensen hebben aanleg,
anderen zijn door omstandigheden beïnvloed, maar meestal is het van alles wat. Het is niet
eenvoudig om dé oorzaak van een depressie op te sporen.

Sociale factoren
Ook een grote gebeurtenis of ernstige stress kan een depressie veroorzaken. Bijvoorbeeld
het overlijden van je naaste, een scheiding of een ontslag. De depressie komt dan niet altijd
meteen na de gebeurtenis, maar enige tijd later.
Seksuele, lichamelijke of geestelijke mishandeling in je jeugd kan je soms jaren later in je
leven depressief maken.
Een depressie kan ook erin sluipen. Mensen die zich bijvoorbeeld lang eenzaam voelen
en/of een klein sociaal netwerk hebben, hebben ook een hoger risico op het ontwikkelen van
een depressie.

Lichamelijke oorzaken
Een depressie kan ‘in de familie’ zitten. Het kan dus erfelijk zijn. Genetische factoren maken
een mens kwetsbaar, maar dit hoeft niet te betekenen dat je dan ook altijd depressief wordt.
Omgekeerd, als iemand depressief is, dan blijken bij ongeveer een derde van deze mensen
genetische factoren aanwezig te zijn.

Andere lichamelijke oorzaken
Maar ook andere stoffen in het lichaam kunnen een rol spelen en de kans op depressie
vergroten, zoals medicijnen, alcohol en drugs, maar ook ontstekingen. Er zijn ziektes die bij
sommige mensen – zeker als ook andere factoren een rol spelen – depressieve gevoelens
aanwakkeren. Bijvoorbeeld afwijkingen aan de schildklier- en bijnierschors, diabetes, hart en
vaatziekten of de ziekte van Parkinson.




4

,Symptomen
Volgens de DSM-5 (een psychiatrisch classificatiesysteem) is er sprake van een depressie
als er minstens vijf van de volgende symptomen gedurende ten minste twee weken
aanwezig zijn geweest.
1. Depressieve stemming (of geprikkeldheid bij kinderen en jongeren) gedurende vrijwel
de gehele dag, bijna elke dag.
2. Duidelijke vermindering van interesse voor of plezier aan (bijna) alle activiteiten,
gedurende vrijwel de gehele dag, bijna elke dag.
3. Onopzettelijk, duidelijk gewichtsverlies of onopzettelijke gewichtstoename, of een af-
of toename van de eetlust. Bij kinderen kan er sprake zijn van het uitblijven van de
verwachte gewichtstoename.
4. Slaapklachten: niet (voldoende) kunnen slapen, te veel moeten slapen, bijna elke
dag.
5. Psychomotorische gejaagdheid of geremdheid, bijna elke dag.
6. Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag.
7. Gevoelens van waardeloosheid, of ernstige c.q. inadequate schuldgevoelens.
8. Vermindering van het vermogen om te denken, zich te concentreren, of
besluiteloosheid.
9. Gevoelens van wanhoop, zelfmoordgedachten, fantasieën over zelfmoord zonder
specifieke plannen, een zelfmoordpoging of een specifiek plan voor zelfmoord. Niet
alleen de vrees dood te gaan.

Symptomen bij Kinderen
Een depressie kan ook voorkomen bij jongere kinderen. Van kinderen tussen de zes en
twaalf jaar heeft 1 à 2% een depressie. In plaats van somber en futloos zijn depressieve
kinderen vooral prikkelbaar en druk. Daarnaast
denken ze vaak negatief en kunnen ze zich snel
schuldig en onbemind voelen. Symptomen van een
depressie bij kinderen kunnen zijn:

1. Slaapproblemen
2. Nachtmerries
3. Verlies van eetlust
4. Onverklaarbare lichamelijke pijn
5. Slechtere schoolprestaties
6. Gedragsveranderingen.




5

,Vormen van depressie
Naast lichte, zware en chronische depressies zijn er nog andere soorten van depressie (zie
tabel 1).



Tabel 1 Behandeling per diagnose

Diagnose Initiële beleid


Depressieve klachten  Voorlichting
 Eventueel uitleg over dag-
structurering en
activiteitenplanning


Depressie stoornis of  Voorlichting
Dysthymie  Dag structurering en
activiteitenplanning
 Kortdurende
psychologische behandelin

Postpartumdepressie  Voorlichting
 Praktische ondersteuning
 Dag structurering en
activiteitenplanning
 Kortdurende
psychologische behandelin

Winterdepressie  Voorlichting
 Dag structurering en
activiteitenplanning
 Kortdurende
psychologische behandelin


6

,De klachten verschillen voor iedere persoon, maar een depressie heeft vaak grote invloed.
Vaak heb je helemaal nergens energie voor, heb je veel meer moeite met je werk. Je kunt
het bijna niet volhouden om naar je werk te gaan. Je ziet overal tegenop. Je hebt de neiging
om niet goed te zorgen voor het huishouden en jezelf. Je sport minder, eet minder gezond.
Ook zoek je minder contact met je vrienden, je trekt je steeds meer terug. Daardoor kom je
steeds meer alleen te staan: dat maakt dan weer jouw negatieve gevoel over jezelf sterker.
Het is alsof je in een groot zwart gat zit.
Kinderen, jongeren of ouderen hoeven niet per sé somber te zijn, bij hen uit depressief
gedrag zich bijvoorbeeld in een prikkelbare stemming die dagenlang terugkomt.




Diagnose
Er bestaan geen goede of nuttige biologische of radiologische onderzoeken om depressie te
diagnosticeren. De diagnose wordt hoofdzakelijk gesteld worden aan de hand van het
bestaan van kenmerkende symptomen. Analoog zal pas gesproken worden van verbetering
of van genezing als bepaalde symptomen van de depressie verminderd, of weg zijn. Het is
dan ook belangrijk dat de patiënt zijn arts zoveel mogelijk informatie geeft over de evolutie
van zijn toestand

Therapie/ behandeling
Een behandeling van een depressie kan bijvoorbeeld bestaan uit coachende begeleiding,
psychotherapie of antidepressiva. Er zijn ook heel specialistische behandelingen voor
mensen met een lange ernstige depressie.

Eenvoudige hulp
Bij een lichte depressie helpen zijn er eenvoudige manieren om je weer beter te gaan
voelen. Voorbeelden zijn zelfhulp, online tools (e-health) en begeleiding om dagelijks
activiteiten te ondernemen en te bewegen of sporten.

Psychotherapeutische hulp
Psychotherapeutische hulp helpt bij een zware en/of terugkerende depressie. De huisarts
verwijst je door. Bij een psychotherapeutische behandeling leer beter met je depressie
omgaan. Je wordt dan minder kwetsbaar. Er zijn verschillende soorten:
 Interpersoonlijke Psychotherapie (IPT): een korte gesprekstherapie die speciaal
bedoeld is voor de behandeling van depressieve patiënten. Je gaat heel praktisch
met één, hoogstens twee probleemgebieden aan de slag die je laatst uit evenwicht
hebben gebracht.
 Cognitieve Gedragstherapie (CGT): een therapie waarbij je leert om sombere
gedachten om te zetten in ‘helpende’ gedachten. Door je gedachten te veranderen en
oefeningen te doen kun je je gedrag en gevoel veranderen. Je gaat actief met
verschillende huiswerkopdrachten aan de slag.
 Kortdurende Psychoanalytische Steungevende Psychotherapie (KPSP): een therapie
die helpt depressieve klachten minder te maken. Tijdens de behandeling verandert
ook de manier waarop je naar jezelf en anderen kijkt. Het verbetert je zelfvertrouwen
en je relaties met anderen worden plezieriger. Zo kun je voorkomen dat stress of een
tegenslag in je leven weer leidt tot een depressie.


7

,Therapie via je lichaam
Er zijn ook behandelingen via je lichaam.
1. Elektroshock: Electro Convulsie Therapie (ECT) helpt bij een ernstige depressie. Het
is een effectieve behandeling voor een langdurig ernstige depressie. De behandeling
gebeurt onder narcose. Op de korte termijn werkt ECT erg goed, wel 50 tot 70% van
de therapieresistente depressieve patiënten hebben er baat bij.
2. Deep Brain Stimulation (DBS) helpt bij een lange ernstige depressie: een
hersenstimulatie via een hersenoperatie. Met een stimulator probeert de arts dan
bepaalde gebieden in de hersenen te beïnvloeden. Een gespecialiseerd neurochirurg
brengt elektroden via een klein boorgaatje in de schedel naar dieper gelegen
hersengebieden om deze gebieden meer te activeren zodat ze weer beter gaan
werken.

Richtlijnen diagnostiek
Eerste oriëntatie
Vraag naar:

- Sombere stemming, depressieve gevoelens
- Interesseverlies, minder plezier beleven

Als de patiënt beide vragen ontkennend beantwoordt, zijn depressieve klachten of
stoornissen uitgesloten.
Als de patiënt minstens 1 vraag bevestigend beantwoordt, vraag dan: ‘Is dit iets waar u hulp
voor zou willen hebben?’ Als de patiënt deze vraag bevestigend beantwoordt, is er reden om
de klachten verder te verkennen

Klachtexploratie
Het SCEGS-model kan hierbij ondersteunend zijn:
Somatische dimensie
 Beoordeel of er sprake is van chronische somatische comorbiditeit, pijn,
medicatiegebruik en functionele beperkingen en of de gezondheidsproblemen
optimaal worden behandeld (en pas dit zo nodig aan). Ga na of de patiënt
depressogene geneesmiddelen gebruikt.
 Ga na of er aanwijzingen zijn voor aandoeningen met op depressieve klachten of een
depressieve stoornis gelijkende symptomencomplexen, zoals hypothyreoïdie,
dementie en de ziekte van Parkinson.
 Inventariseer in hoeverre een patiënt met een chronische somatische aandoening en
depressieve symptomen problemen heeft met zelfmanagement, zowel in medisch
(opvolgen van leefstijl- en medicatieadviezen, zelfcontroles van bijvoorbeeld
bloedsuikers, hanteerbaar maken van beperkingen) als emotioneel opzicht, als ook
bij het vervullen van zijn sociale rol(len), bijvoorbeeld als partner of als ouder.
Cognitieve dimensie
Ideeën van de patiënt over een aanleiding
Emotionele dimensie
Gevoelens van de patiënt over de situatie, zoals verdriet, boosheid, schuld, schaamte,
machteloosheid.



8

, Gedragsmatige dimensie
Hoe de patiënt de situatie hanteert: passief of actief (van belang om te bepalen in welke
mate iemand geactiveerd moet worden).
Sociale dimensie
Welke steun de patiënt ondervindt van zijn omgeving.
Het gebruik van een vragenlijst zoals de 4DKL kan helpen bij het uitvragen van de klachten
en aanleiding geven voor een diagnostisch gesprek. Een vragenlijst is niet geschikt om de
diagnose depressie te stellen; dit vergt nadere diagnostiek.
Concrete vragen kunnen helpen om meer inzicht te krijgen in de beleving van depressieve
klachten bij patiënten met verschillende culturele achtergronden.



Beoordelen van de ernst van de depressieve stoornis
De ernst van de depressieve stoornis wordt bepaald aan de hand van het aantal DSM-
symptomen.
Weeg daarnaast de volgende factoren mee:
 Lijdensdruk en sociaal disfunctioneren (werk, hobby, relaties)
 Aanwezigheid van psychische comorbiditeit (angststoornis, problematisch alcohol-of
drugsgebruik, surmenage, persoonlijkheidsstoornis)
 Psychotische kenmerken, manische fasen in de voorgeschiedenis (bipolaire stoornis)
 Suïcidaliteit
Suïcidaliteit
 Het risico op suïcide wordt groter wanneer:
o Er meerdere signalen (direct, indirect verbaal of gedragsmatig) gedurende
langere tijd zichtbaar zijn
o Er eerdere pogingen gedaan zijn
o Er een positieve familieanamnese is

 Vraag expliciet naar concrete suïcideplannen en de inhoud daarvan. Hoe
nauwkeuriger en specifieker het plan, hoe groter het risico op daadwerkelijke
uitvoering ervan.
 Hoe meer ongunstige factoren er aanwezig zijn, hoe ernstiger de depressieve
stoornis. Omdat er sprake is van een continuüm, wordt er geen afkappunt gehanteerd
tussen ernstige en minder ernstige depressieve stoornissen.

Lichamelijk en aanvullend onderzoek
Verricht alleen lichamelijk en/of aanvullend onderzoek bij aanwijzingen voor bijkomende en
onderliggende aandoeningen.
Verricht bij ouderen onderzoek naar cognitief functioneren (zie NHG-Standaard Dementie).

Gezamenlijke probleemdefinitie
Formuleer samen met de patiënt de (voorlopige) probleemdefinitie. Dit is een samenvatting
van de klachten, de beïnvloedende factoren en de gevolgen. De probleemdefinitie kan in de
loop van de tijd veranderen, bijvoorbeeld als de klachten of omstandigheden veranderen.


9

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NeriseKlomp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.20  3x  sold
  • (0)
  Add to cart