Gillian Den abt- MBRT 1
Radiotherapie
1. Fundamentele aspecten van kanker
1.1. Kanker
- Latijn: cancer
- Neoplasma: nieuwe abnormale groei ↔ Tumor: zwelling
o Beide zijn benigne of maligne
o Benigne tumoren: niet in staat om door te groeien in omliggende weefsel/uitzaaien
o Neoplasma malignum en maligne tumoren= kanker
1.1.1. Celbiologie
- Cel= allerkleinst levende iets + zelfstandig functionerende eenheid
o Specialiseren/ differentiëren zich
- Groep cellen= weefsel
- Functies cel= stofwisseling of metabolisme
o Celfunctie reguleren dmv externe prikkels
- Celmembraan: opname + uitscheiding stoffen
o Verbinding tussen cytoplasma en buitenmilieu
o Cholesterol: interne milieu vd cel regelen tov externe milieu
o Signaalprikkels via celmembraan
- Cytoplasma: vloeibare matrix + celorganellen
o Cytosol= vloeibare component
o Mitochondria= energiecentrales
o Ribosomen= vertalen van mRNA naar eiwitten
o Golgi-apparaat= router
o Celkern= bron van erfelijke info in de vorm van DNA
o RNA komt in ribosomen terechtà eiwitsynthese
1.1.2. Celdeling
- Groei organisme: enkel mogelijk door toename van aantal cellen
- Celverlies compenseren door celproductie (=homeostase!)
- Adaptatie: reversibel aanpassen van een cel aan de fysiologische stress of pathologische stimuli
- Celschade: wanneer de cel zich niet verder kan adapteren of door blootstelling aan schadelijke
stoffen/ stress
- Adaptatie, reversibele celschade en celdoodà proces van progressieve stoornis
- Celdood: 2 manieren
o Necrose
o Apoptose (geprogrammeerde celdood)
- Celvermeerdering: gecontroleerd proces
o Na mitose: cellen in G1-fase
o S-faseà nieuw DNA aanmaken
o Gap fase (interval)
o G2-fase
- Profilerende cellen
- Rustende cellen: gestimuleerd worden door prikkels om te prolifereren
1
, Gillian Den abt- MBRT 1
1.1.3. Kanker- Tumorbiologie
- DNAà muteren: cel ontspoort en vertoont onregelmatige groei
o Stoornis in groeistimulerende en groeiremmende processen + irreversibel
- Solide tumoren/ vaste tumoren: ontstaan in één orgaan
- Niet-solide tumoren: ontstaan op diverse plaatsen in lichaam
o Bv; bloedbaanà leukemie
- Verschillende mutaties nodig voor tumorgroei
- Groeisnelheid afh van:
o Soort tumor
o Gastheer
o Ruimte
- Tumor kan latent aanwezig zijn + geen klachten geven
- Tumoren met slapend bestaan: door geen goede omstandigheden gaan ze toch niet profileren.
Indien er parameters verbeteren à toch profileren tot tumorcellen
- Hypoxische cellen: slecht nieuws RTà minder gevoelig voor straling
- Tumoren kunnen metastaseren via lymfestelsel, bloedbaan,…
1.1.4. Kenmerken kanker
- 3 essentiële eigenschappen voor ontwikkeling en behoud van meercellige organismen:
o Groei
o Differentiatie Kanker= ziekte van de 3
o Weefselintegriteit
- Ontregelde groei= ontstaan tumor
- Dedifferentiatie= verliezen van normale vorm en functie
- Cellen zijn eerst benigneà dysplastischà maligne
- Maligne tumoren: groeien door basale membraan/ orgaankapselà ander weefsel invaseren
Kenmerken van benigne en maligne tumoren:
Benigne: Maligne:
Traag groeiend Snel groeiend
Goed gediffrentieerd Goed tot slecht gediffrentieerd
Vaak een kapsel Geen kapsel
Niet-invasief Invasief
Geen metastasen Metastasen
Expansief Infiltratie
2
, Gillian Den abt- MBRT 1
1.2. Diagnose
1.2.1. Anamnese + klinisch onderzoek
- 1e stap= anamnese + klinisch onderzoek *verwikkelingen die niet rechtstreeks in
- Lokaal: verband staan met de tumor maar
o palpabele zwelling/ obstructie van vene of hol orgaan ontstaan door de verandering ih
o Manifest of occult bloedverlies kan metabolisme oiv de tumor.
o Ulceratie van huid/mucosa ** extreme vorm van vermageren
o Lokale pijn
- Systematische symptomen:
o Pijn, gewichtsverlies, koorts, paraneoplastische verschijnselen*, cachexie**, dood
1.2.2. Laboratorium
1.2.2.1. Tumormerkers
- Tumormerkers= stoffen, eiwitten die het lichaam aanmaakt als reactie op kanker of door de tumor
zelf
o Vnl in bloed gemeten (hersenvocht, urine etc kan ook)
o Sommige zijn kenmerkend voor 1soort kanker, andere komen bij verschillende
kankers voor
- Vaak bij follow-up gecontroleerdà geen terugkeer van kanker
- Sommige personen: verhoogd risico door genetische factor
o BRCA1 en BRCA2à borstkanker/ eierstokkanker
- Uitslag van een tumormerker alleen is niet voldoende voor de diagnose kanker
1.2.2.2. Anatoom Pathologische Diagnose (APD)- biopt
- Anatoom-pathologisch onderzoekà weefsel wegnemen voor onderzoek op celniveau
- Soorten biopts:
o Tijdens de operatie
o Punch biopt
o Shave biopt
o Excisie biopt
- Anatoom-patholoog kijkt naar:
o Vorm van cellen, aantal cellen, de grootte van celkern en het voorkomen
1.2.3. Beeldvormende onderzoeken
- Ter bevestiging+ exacte locatie en grootte
- CT, MR, PET-CT, echo en endoscopische technieken
- Nucleaire geneeskunde: metastasen opsporen
1.2.4. Diagnose
- Beschrijving van het tumortype, bepaling van uitgebreidheid en inschatting biologisch gedrag
3
Radiotherapie
1. Fundamentele aspecten van kanker
1.1. Kanker
- Latijn: cancer
- Neoplasma: nieuwe abnormale groei ↔ Tumor: zwelling
o Beide zijn benigne of maligne
o Benigne tumoren: niet in staat om door te groeien in omliggende weefsel/uitzaaien
o Neoplasma malignum en maligne tumoren= kanker
1.1.1. Celbiologie
- Cel= allerkleinst levende iets + zelfstandig functionerende eenheid
o Specialiseren/ differentiëren zich
- Groep cellen= weefsel
- Functies cel= stofwisseling of metabolisme
o Celfunctie reguleren dmv externe prikkels
- Celmembraan: opname + uitscheiding stoffen
o Verbinding tussen cytoplasma en buitenmilieu
o Cholesterol: interne milieu vd cel regelen tov externe milieu
o Signaalprikkels via celmembraan
- Cytoplasma: vloeibare matrix + celorganellen
o Cytosol= vloeibare component
o Mitochondria= energiecentrales
o Ribosomen= vertalen van mRNA naar eiwitten
o Golgi-apparaat= router
o Celkern= bron van erfelijke info in de vorm van DNA
o RNA komt in ribosomen terechtà eiwitsynthese
1.1.2. Celdeling
- Groei organisme: enkel mogelijk door toename van aantal cellen
- Celverlies compenseren door celproductie (=homeostase!)
- Adaptatie: reversibel aanpassen van een cel aan de fysiologische stress of pathologische stimuli
- Celschade: wanneer de cel zich niet verder kan adapteren of door blootstelling aan schadelijke
stoffen/ stress
- Adaptatie, reversibele celschade en celdoodà proces van progressieve stoornis
- Celdood: 2 manieren
o Necrose
o Apoptose (geprogrammeerde celdood)
- Celvermeerdering: gecontroleerd proces
o Na mitose: cellen in G1-fase
o S-faseà nieuw DNA aanmaken
o Gap fase (interval)
o G2-fase
- Profilerende cellen
- Rustende cellen: gestimuleerd worden door prikkels om te prolifereren
1
, Gillian Den abt- MBRT 1
1.1.3. Kanker- Tumorbiologie
- DNAà muteren: cel ontspoort en vertoont onregelmatige groei
o Stoornis in groeistimulerende en groeiremmende processen + irreversibel
- Solide tumoren/ vaste tumoren: ontstaan in één orgaan
- Niet-solide tumoren: ontstaan op diverse plaatsen in lichaam
o Bv; bloedbaanà leukemie
- Verschillende mutaties nodig voor tumorgroei
- Groeisnelheid afh van:
o Soort tumor
o Gastheer
o Ruimte
- Tumor kan latent aanwezig zijn + geen klachten geven
- Tumoren met slapend bestaan: door geen goede omstandigheden gaan ze toch niet profileren.
Indien er parameters verbeteren à toch profileren tot tumorcellen
- Hypoxische cellen: slecht nieuws RTà minder gevoelig voor straling
- Tumoren kunnen metastaseren via lymfestelsel, bloedbaan,…
1.1.4. Kenmerken kanker
- 3 essentiële eigenschappen voor ontwikkeling en behoud van meercellige organismen:
o Groei
o Differentiatie Kanker= ziekte van de 3
o Weefselintegriteit
- Ontregelde groei= ontstaan tumor
- Dedifferentiatie= verliezen van normale vorm en functie
- Cellen zijn eerst benigneà dysplastischà maligne
- Maligne tumoren: groeien door basale membraan/ orgaankapselà ander weefsel invaseren
Kenmerken van benigne en maligne tumoren:
Benigne: Maligne:
Traag groeiend Snel groeiend
Goed gediffrentieerd Goed tot slecht gediffrentieerd
Vaak een kapsel Geen kapsel
Niet-invasief Invasief
Geen metastasen Metastasen
Expansief Infiltratie
2
, Gillian Den abt- MBRT 1
1.2. Diagnose
1.2.1. Anamnese + klinisch onderzoek
- 1e stap= anamnese + klinisch onderzoek *verwikkelingen die niet rechtstreeks in
- Lokaal: verband staan met de tumor maar
o palpabele zwelling/ obstructie van vene of hol orgaan ontstaan door de verandering ih
o Manifest of occult bloedverlies kan metabolisme oiv de tumor.
o Ulceratie van huid/mucosa ** extreme vorm van vermageren
o Lokale pijn
- Systematische symptomen:
o Pijn, gewichtsverlies, koorts, paraneoplastische verschijnselen*, cachexie**, dood
1.2.2. Laboratorium
1.2.2.1. Tumormerkers
- Tumormerkers= stoffen, eiwitten die het lichaam aanmaakt als reactie op kanker of door de tumor
zelf
o Vnl in bloed gemeten (hersenvocht, urine etc kan ook)
o Sommige zijn kenmerkend voor 1soort kanker, andere komen bij verschillende
kankers voor
- Vaak bij follow-up gecontroleerdà geen terugkeer van kanker
- Sommige personen: verhoogd risico door genetische factor
o BRCA1 en BRCA2à borstkanker/ eierstokkanker
- Uitslag van een tumormerker alleen is niet voldoende voor de diagnose kanker
1.2.2.2. Anatoom Pathologische Diagnose (APD)- biopt
- Anatoom-pathologisch onderzoekà weefsel wegnemen voor onderzoek op celniveau
- Soorten biopts:
o Tijdens de operatie
o Punch biopt
o Shave biopt
o Excisie biopt
- Anatoom-patholoog kijkt naar:
o Vorm van cellen, aantal cellen, de grootte van celkern en het voorkomen
1.2.3. Beeldvormende onderzoeken
- Ter bevestiging+ exacte locatie en grootte
- CT, MR, PET-CT, echo en endoscopische technieken
- Nucleaire geneeskunde: metastasen opsporen
1.2.4. Diagnose
- Beschrijving van het tumortype, bepaling van uitgebreidheid en inschatting biologisch gedrag
3