Samenvatting Europees recht 3e editie ! Incl. aantekeningen

Europees recht
College 1, week 1.

Literatuur:

 Loonstra, Hoofdstuk 12, par. 12.2, 12.3 en 12.4;
 Handvest VN en Statuut IGH en Weens Verdragen verdrag (In de
wettenbundel)

Hoofdstuk 12 Europees recht

Verdragen ->
 Rechten & plichten tussen staten (milieubeheer)
 Rechten & plichten voor de burgers (géén discriminatie)
 Oprichten van internationale organisaties (EU; Verdrag betreft Europese Unie (VEU)
& Werking van de Europese Unie (WEU))

Intern gouvernementele organisatie: alle verdragsluitende organisaties behouden hun
soevereiniteit
- Alle landen moeten akkoord zijn met een besluit
Supranationale organisatie: een deel van de soevereiniteit is ingeleverd, want als de
meerderheid voor stemt dan telt de tegen stem niet.

Alle 28 EU-landen vanaf 2018;
- België
- Bulgarije
- Cyprus
- Denemarken
- Duitsland
- Estland
- Finland
- Frankrijk
- Griekland
- Hongarije
- Ierland
- Italië
- Kroatië
- Letland
- Litouwen
- Luxemburg
- Malta
- Nederland
- Oostenrijk
- Polen
- Portugal
- Roemenië
- Slovenië

1

, - Slowakije
- Spanje
- Tsjechië
- Zweden

Organen/instellingen: bezit een functie van een verdrag
- Bestaat een verdrag uit

Als een staat een regelgeving aanneemt door middel van intergouvermenteel organisatie, kan
ervan uitgegaan worden dat de staat hieraan houdt.
 Anders druk uitgevoerd op de staat
 Burgers kunnen zich niet direct op de regelgeving richten

Als een staat een regelgeving aanneemt door middel van de supranationale organisatie, kan de
staat, waarbij de regering niet eens is met de regels, worden gedwongen aan het verdrag te
houden, door de organisatie.
 Burgers kunnen hierop beroepen als het gaat om een directe werking

Dualistische visie: Hierbij wordt er onderscheidt gemaakt tussen de nationale & de
internationale rechtsorde. Hierbij wordt het standpunt in acht genomen dat het een
regelgeving niet zonder slag en stoot doorgevoerd kan worden in de nationale rechtsorde.
 Transformatiewet: Van internationaal, naar nationaal vormen.
Monistische visie: Verdragsbepalingen worden rechtstreeks doorgevoerd in de nationale
rechtsorde.
- Burgers kunnen direct op beroepen, doordat een hogere regeling voor gaat op een
lagere.
- Nederland hanteert deze visie (art.93&94 Gw)

De Europese Economische Gemeenschap (EEG): samenwerking op economische vlak
- Opgericht in 1975
- Bestond uit 6 landen (O.A. Nederland)
- EEG-Verdrag
 De Europese Gemeenschap (EG): Niet alleen de economische vlakken, maar ook de
sociale vlakken.
- Bestaat uit het Verdrag van Maastricht
- In werking vanaf 1 Nov 1993
 De Europese unie (EU): Regelgeving tussen landen
- 1 nov 2009
- Opgesteld aan de hand van:
1. Het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)
2. Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
3. EU-Handvest van de grondrechten




2

,Doelstelling EU;
1. Eén interne markt
- Vrij verkeer van goederen (géén douanerechten)
- Vrij verkeer van diensten, personen & kapitaal
- Verbod van staatssteun (subsidies)
- Verbod tot het verkrijgen van monopolypositie van bedrijven, tussen landen.
2. Eén monetaire unie
- Iedereen voert een gezamenlijk munteenheid in, de Euro.
3. Vrede & welzijn
- Voorkomen van een 3de WO
- Afhankelijk zijn, door de productie van de landen
- Economische heropbouw
4. Vrijheid & veiligheid
- Makkelijk reizen
- Handelvoeren
- Buitenland studeren
- Europeaan voelen ipv. Nationale

EU-organen: verwezenlijken elke een eigen doelstelling;
1. Europese Raad
2. Europese Commissie
3. Raad van de Europese Unie
4. Europees Parlement
5. Hof van Justitie van EU.

1. Europese Raad
- Hoogste orgaan van de EU
- Bestaat uit 28 regeringsleiders van elke land
- Om het half jaar bijeen, in een hoofdstad van 1 van de staten
- Gevoelige politieke kwesties besproken
- President van de EU: Voorzitter van de Raad

2. Europese Commissie
- 28 commissarissen van de EU: Burger van de lidstaat (Frans Timmermans)
o Benoemd op deskundigheid
o Staat boven belang van de lidstaat
o Staan aan de hoofd van de Directoraat-Generaal: werken groot aantal
ambtenaren.
- Gehuisvest in Brussel
- Vergaderen in Staatsburg
- Collectief orgaan: een besluit is goedgekeurd door de meerderheid
- Bezitten exclusie recht van initiatief: zij moeten de eerste stap nemen, wilt er een
wetgeving tot stand komen binnen de EU
- Werken samen met de Raad & het Parlement -> bij 3 akkoorden is het een
wetgeving
3

, - Stelt de begroting op -> wordt goedgekeurd door Raad & Parlement



3. Raad van de Europese unie
- Bestaat uit de ministers van de lidstaten
 Afhankelijk van het onderwerp, welke minister aanwezig is
 Komen zij er niet uit -> Europese Raad
- Vanuit Brussel
- Ministers leiden zich door het belang van zijn lidstaat
- Eu-beleidsbeslissingen maken voor een doelstelling in zijn departement.
o Op basis van Unanimiteit: iedereen stemt in
 Gekwalificeerd meerderheid: grote deel mee eens

4. Europees Parlement
- 751 Europarlementariërs
 Afhankelijk van omvang bevolking van de staat, hoeveel leden
Nederland: 26 leden
Frankrijk: 74 leden
Luxemburg: 6 leden
Litouwen: 11 leden
- 1x in de 5 jaar rechtstreeks verkozen
- Elke lid vormt met andere landen een fractie
Fractie Europees Volkspartij (Christen-Democraten) 220 leden
De Partij van Socialisten & Democraten 191 leden
Aliantie van Liberalen 68 leden
Groenen 50 leden
- Een keer per maand bij elkaar, max. 4 dagen in Staatsburg
- Recht van Amendement: wijzigingsvoorstellen indienen voor het voorstel
Primair Europees recht: VEU & VWEU met alle Europese belangen
Secundaire Europese recht: Europees recht dat niet in de VEU/VWEU vast staat, maar is er
wel op gebaseerd.
Kan bestaan uit;
1. Verordening
2. Richtlijn

1. Verordening:
- Heeft uniforme werking: inhoud is totaal van kracht binnen de aangesloten staten
- Heeft een onmiddellijke werking
Vereisten;
- Unanimiteit

2. Richtlijn
- Een bepaald resultaat voorschrijven voor een bepaalde tijd
 Wordt overgelaten aan de staten zelf hoe ze dat doel bereiken
Vereisten;
- Unanimiteit



4