Samenvatting scheikunde
Hoofdstuk 13 en 18 (chemie en chemie overal)
Hoofdstuk 13 kunststoffen
Kunststoffen, polymeren opgebouwd uit meerdere monomeren.
Het koppelen van monomeren kan door additie- en condensatiepolymerisatie.
Additiepolymerisatie:
Stap 1: initiatie
Het vormen van een radicaal molecuul dat kan reageren met bv. etheen. Er ontstaan
daardoor twee radicalen die verder kunnen reageren.
Stap 2: propagatie
De gevormde radicaalmoleculen reageren verder met dezelfde stof bv. etheen. Dit
herhaalt zich vele malen. De repeterende eenheid noem je de monomeereenheid.
Stap 3: terminatie
De reactie stopt als twee radicaalmoleculen met elkaar reageren. Dan bevindt zich
aan beide uiteinde een deel van het initiatormolecuul.
Condensatiepolymerisatie:
Condensatiereactie, uit twee moleculen wordt één groter molecuul gemaakt en er splitst
water af.
Hydrolysereactie, moleculen splitsen door te reageren met water.
Condensatiepolymeer, reactie tussen een zuur en alcohol, dizuur of diol zijn
Types condensatiepolymeren:
1. Polyester, monomeren zijn verbonden met een esterbinding (C=O en O-C)
2. Copolymeer, een polymeer ontstaan uit verschillende monomeren.
3. Polyamide, monomeren zijn verbonden door een amide binding (C=O en NH). Dit
ontstaat bij een reactie tussen een zuur en een amide, dizuur of diamide.
Thermoplasten:
Het polymeer bestaat uit losse polymeerketens en wordt zacht bij verwarmen. Het is flexibel
en dat is afhankelijk van:
1. Grootte van de zijketens
2. Polymerisatiegraad (de lengte van een polymeer)
3. Aanwezigheid van weekmakers.
Thermoharders:
Het blijft hard bij verwarmen.
Netwerkpolymeer, de polymeerketens zijn verbonden met crosslinks. Deze ontstaan als er
nog dubbele bindingen zijn in de polymeerketen of als er nog zijgroepen vast zitten aan de
polymeerketens die met elkaar kunnen reageren.
Formules:
mol zuurgroepen
aantal zuurgroepen=
mol polymeerketen
polymeermassa−massa watermolecuul
polymerisatiegraad=
massa monomere eenheid
Geconjugeerd systeem, de afwisseling van een dubbele en enkele binding in een polymeer
waardoor deze stroom kan geleiden.
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 13 en 18 (chemie en chemie overal)
Hoofdstuk 13 kunststoffen
Kunststoffen, polymeren opgebouwd uit meerdere monomeren.
Het koppelen van monomeren kan door additie- en condensatiepolymerisatie.
Additiepolymerisatie:
Stap 1: initiatie
Het vormen van een radicaal molecuul dat kan reageren met bv. etheen. Er ontstaan
daardoor twee radicalen die verder kunnen reageren.
Stap 2: propagatie
De gevormde radicaalmoleculen reageren verder met dezelfde stof bv. etheen. Dit
herhaalt zich vele malen. De repeterende eenheid noem je de monomeereenheid.
Stap 3: terminatie
De reactie stopt als twee radicaalmoleculen met elkaar reageren. Dan bevindt zich
aan beide uiteinde een deel van het initiatormolecuul.
Condensatiepolymerisatie:
Condensatiereactie, uit twee moleculen wordt één groter molecuul gemaakt en er splitst
water af.
Hydrolysereactie, moleculen splitsen door te reageren met water.
Condensatiepolymeer, reactie tussen een zuur en alcohol, dizuur of diol zijn
Types condensatiepolymeren:
1. Polyester, monomeren zijn verbonden met een esterbinding (C=O en O-C)
2. Copolymeer, een polymeer ontstaan uit verschillende monomeren.
3. Polyamide, monomeren zijn verbonden door een amide binding (C=O en NH). Dit
ontstaat bij een reactie tussen een zuur en een amide, dizuur of diamide.
Thermoplasten:
Het polymeer bestaat uit losse polymeerketens en wordt zacht bij verwarmen. Het is flexibel
en dat is afhankelijk van:
1. Grootte van de zijketens
2. Polymerisatiegraad (de lengte van een polymeer)
3. Aanwezigheid van weekmakers.
Thermoharders:
Het blijft hard bij verwarmen.
Netwerkpolymeer, de polymeerketens zijn verbonden met crosslinks. Deze ontstaan als er
nog dubbele bindingen zijn in de polymeerketen of als er nog zijgroepen vast zitten aan de
polymeerketens die met elkaar kunnen reageren.
Formules:
mol zuurgroepen
aantal zuurgroepen=
mol polymeerketen
polymeermassa−massa watermolecuul
polymerisatiegraad=
massa monomere eenheid
Geconjugeerd systeem, de afwisseling van een dubbele en enkele binding in een polymeer
waardoor deze stroom kan geleiden.
Hoofdstuk 18