MCQ-vragen histologie
JUIST-FOUT VRAGEN
1) Het overgangsepitheel komt voor in de ureter. In dit epitheel zijn de paraplucellen de meest
oppervlak gelegen cellen die microvilli vertonen, die het epitheel beschermen tegen
hypertone urine.
FOUT: het moet crusta zijn ipv microvilli
2) Endocriene klieren produceren hormonen die gesecreteerd worden in de bloedbaan.
Exocriene klieren produceren die via afvoerkanalen in de buitenwereld terechtkomen.
JUIST
3) Het peesweefsel bestaat uit dicht regelmatig collageen bindweefsel. Tussen de
collageenvezels komen gladde spiercellen voor die trekkracht kunnen oefenen op de
aangehechte spierbundels.
FOUT: geen gladde spiercellen
4) In hyalien kraakbeen bestaat de interstitiële stof voornamelijk uit collageen I en
glycosaminoglycanen. Glycosaminoglycanen kunnen vetten binden en zorgen voor een
soepele beweging van gewrichtsoppervlakte.
FOUT: bindt met water
5) Plurivacuolaire vetweefsel heeft de eigenschap om warmte vrij te geven. Deze warmte wordt
gegenereerd in de mitochondriën.
JUIST
6) Microgliacellen zijn de microfagen van het centraal zenuwstelsel, zoals de astrocyten en
oligodendrocyten vinden zij hun herkomst uit de neurale buis.
FOUT
7) In het lymfeknoop komen hoogendotheel venulen in het paracorticaal gebied. RB treden hier
uit de bloedbaan in en worden gefacocyteerd door macrofagen.
8) Botweefsel is geen dode materie. In de osteonen zijn de osteocyten met elkaar verbonden
door fijne canaliculi die verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van metabolieten. Ook
bloedcellen kunnen zich langs de canaliculi van het centrum van het osteon naar de perifere
verplaatsen.
9) Bij koude gaat m.arrector pilli, die ook bindweefselschede omheen de haarfollikel verbindt
met een epitheelkam en bestaat uit glad spierweefsel, contraheren, hierdoor zal de
haarschacht rechtop staan.
10) De huidskleur wordt bepaald door pigment in de melanocyt. Dit pigment wordt doorgegeven
aan de keratonocyten waarin het vooral gestapeld wordt aan de zonnekant van de kern.
11) EPO wordt aangemaakt in de longen. …
12) Welke uitspraak over het oplossend vermogen is juist?
De resolutie(kwaliteit en scherpte van het beeld). De kleinste afstand tussen 2 punten die
nog net gescheiden kunnen worden waargenomen. Oplossende vermogen is vooral
afhankelijk van het objectief.
13) 13Welke uitspraak over het epitheel is fout?
Functie van tightjunctions, epitheel opgebouwd uit 2 lagen. Celdeling vindt plats in alle lagen van een
meerlagig plaveiselepitheel
14) Wat kan de oorzaak zijn van oedeem?
, MCQ-vragen histologie
Weefselvloeistof: intermediaire medium waarlangs voedingsstoffen en afvalstoffen kunnen worden
uitgewisseld tussen cellen. Een tegenkracht hierbij is colloid osmotische druk waardoor oedem
ontstaat. Worden niet opgenomen door de proteoglycanen
15)Welke uitstulpingen komen voor in de darm aan oppervlak?
a) Microvilli
b) ciliën
c) stereociliën
d) flagellen
e) microtubuli
16. Welke uitspraak geld voor zowel univacuolair als plurivacuolair vetweefsel?
Ze zijn allebei sterk gevasculariseerd
17. Waardoor worden mestcellen gestimuleerd om histamine uit te scheiden?
Doordat er antigen IG(E) binnen komt wordt er receptoren vrijgemaakt zodat de antigen op
receptoren kan binden. En zo histamin kan vrij maken. Antigeen bindt aan IgE of mestcel
18.Hoe noemt men transport van perikaryon naar synaptischespleet?
Anterograad axonaal transport (kinesine)
19.Welke uitspraak over gliacellen is fout?
Plasmacellen komen zowel voor in CZS als in PZS
20. Welke uitspraak over neutrofiel granulocyt is fout?
Neutrofiel granulocyt bevat LGL (larg granular lymfocyt)./ hun cytoplasma bevat specifieke granules
met major binding protein MBP.
21. Welke uitspraak over erythropoese is juist?
Polychromatofiel erythroblast stopt de mitose
22. Welke uitspraak over hartspier weefsel is fout?
kunnen regenereren na celschad; diade, triade
23. Welke uitspraak over neuronen van de retina is juist?
De nervus opticus wordt gevormd vanuit niet-gemyeliniseerde axonen van de zeunwvezellaag van de
retina. Op de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat zijn behalve de zenuwvezellaag, geen andere
lagen aanwezig ( blinde vlek/papilla nervus optici). Buiten het oog zijn de axonen wel gemyeliniseerd.
Antw: cellen van Müller
24. Een marathonloper moet spanning leveren.... welke uitspraak m.b.t spiervezel is juist?
rodespiervezels hebben meer mitochondrion
25. Welke uitspraak m.b.t. haarfollikels is fout?
JUIST-FOUT VRAGEN
1) Het overgangsepitheel komt voor in de ureter. In dit epitheel zijn de paraplucellen de meest
oppervlak gelegen cellen die microvilli vertonen, die het epitheel beschermen tegen
hypertone urine.
FOUT: het moet crusta zijn ipv microvilli
2) Endocriene klieren produceren hormonen die gesecreteerd worden in de bloedbaan.
Exocriene klieren produceren die via afvoerkanalen in de buitenwereld terechtkomen.
JUIST
3) Het peesweefsel bestaat uit dicht regelmatig collageen bindweefsel. Tussen de
collageenvezels komen gladde spiercellen voor die trekkracht kunnen oefenen op de
aangehechte spierbundels.
FOUT: geen gladde spiercellen
4) In hyalien kraakbeen bestaat de interstitiële stof voornamelijk uit collageen I en
glycosaminoglycanen. Glycosaminoglycanen kunnen vetten binden en zorgen voor een
soepele beweging van gewrichtsoppervlakte.
FOUT: bindt met water
5) Plurivacuolaire vetweefsel heeft de eigenschap om warmte vrij te geven. Deze warmte wordt
gegenereerd in de mitochondriën.
JUIST
6) Microgliacellen zijn de microfagen van het centraal zenuwstelsel, zoals de astrocyten en
oligodendrocyten vinden zij hun herkomst uit de neurale buis.
FOUT
7) In het lymfeknoop komen hoogendotheel venulen in het paracorticaal gebied. RB treden hier
uit de bloedbaan in en worden gefacocyteerd door macrofagen.
8) Botweefsel is geen dode materie. In de osteonen zijn de osteocyten met elkaar verbonden
door fijne canaliculi die verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van metabolieten. Ook
bloedcellen kunnen zich langs de canaliculi van het centrum van het osteon naar de perifere
verplaatsen.
9) Bij koude gaat m.arrector pilli, die ook bindweefselschede omheen de haarfollikel verbindt
met een epitheelkam en bestaat uit glad spierweefsel, contraheren, hierdoor zal de
haarschacht rechtop staan.
10) De huidskleur wordt bepaald door pigment in de melanocyt. Dit pigment wordt doorgegeven
aan de keratonocyten waarin het vooral gestapeld wordt aan de zonnekant van de kern.
11) EPO wordt aangemaakt in de longen. …
12) Welke uitspraak over het oplossend vermogen is juist?
De resolutie(kwaliteit en scherpte van het beeld). De kleinste afstand tussen 2 punten die
nog net gescheiden kunnen worden waargenomen. Oplossende vermogen is vooral
afhankelijk van het objectief.
13) 13Welke uitspraak over het epitheel is fout?
Functie van tightjunctions, epitheel opgebouwd uit 2 lagen. Celdeling vindt plats in alle lagen van een
meerlagig plaveiselepitheel
14) Wat kan de oorzaak zijn van oedeem?
, MCQ-vragen histologie
Weefselvloeistof: intermediaire medium waarlangs voedingsstoffen en afvalstoffen kunnen worden
uitgewisseld tussen cellen. Een tegenkracht hierbij is colloid osmotische druk waardoor oedem
ontstaat. Worden niet opgenomen door de proteoglycanen
15)Welke uitstulpingen komen voor in de darm aan oppervlak?
a) Microvilli
b) ciliën
c) stereociliën
d) flagellen
e) microtubuli
16. Welke uitspraak geld voor zowel univacuolair als plurivacuolair vetweefsel?
Ze zijn allebei sterk gevasculariseerd
17. Waardoor worden mestcellen gestimuleerd om histamine uit te scheiden?
Doordat er antigen IG(E) binnen komt wordt er receptoren vrijgemaakt zodat de antigen op
receptoren kan binden. En zo histamin kan vrij maken. Antigeen bindt aan IgE of mestcel
18.Hoe noemt men transport van perikaryon naar synaptischespleet?
Anterograad axonaal transport (kinesine)
19.Welke uitspraak over gliacellen is fout?
Plasmacellen komen zowel voor in CZS als in PZS
20. Welke uitspraak over neutrofiel granulocyt is fout?
Neutrofiel granulocyt bevat LGL (larg granular lymfocyt)./ hun cytoplasma bevat specifieke granules
met major binding protein MBP.
21. Welke uitspraak over erythropoese is juist?
Polychromatofiel erythroblast stopt de mitose
22. Welke uitspraak over hartspier weefsel is fout?
kunnen regenereren na celschad; diade, triade
23. Welke uitspraak over neuronen van de retina is juist?
De nervus opticus wordt gevormd vanuit niet-gemyeliniseerde axonen van de zeunwvezellaag van de
retina. Op de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat zijn behalve de zenuwvezellaag, geen andere
lagen aanwezig ( blinde vlek/papilla nervus optici). Buiten het oog zijn de axonen wel gemyeliniseerd.
Antw: cellen van Müller
24. Een marathonloper moet spanning leveren.... welke uitspraak m.b.t spiervezel is juist?
rodespiervezels hebben meer mitochondrion
25. Welke uitspraak m.b.t. haarfollikels is fout?
