OEFENINGEN WOONKREDIET
1. Bereken de trimestriële intrestvoet equivalent met een jaarlijkse
intrestvoet van 4%.
((1.04) tot de ¼-1) * 4= 3.94%
2. Wat is de werkelijke jaarlijkse intrestvoet equivalent met een
nominale maandelijkse intrestvoet van 6%? 6.17
(1+0.06/12)) totde 12de)-1
3. Stel een aflossingstabel op volgens enerzijds mensualiteiten en
anderzijds vaste kapitaalsaflossingen.
Volgende gegevens zijn jullie bekend:
- 100.000 EUR op 20 jaar met een jaarlijkse rentevoet van
2,73% (maandelijkse rentevoet van 0,225%)
- Mensualiteit bedraagt 539,70 EUR
- Bij vaste kapitaalsaflossingen bedraagt de intrest voor de
laatste maand 0,94 EUR
Wat valt op? Waar is de globale intrestlast het grootst?
1. Bereken de trimestriële intrestvoet equivalent met een jaarlijkse
intrestvoet van 4%.
((1.04) tot de ¼-1) * 4= 3.94%
2. Wat is de werkelijke jaarlijkse intrestvoet equivalent met een
nominale maandelijkse intrestvoet van 6%? 6.17
(1+0.06/12)) totde 12de)-1
3. Stel een aflossingstabel op volgens enerzijds mensualiteiten en
anderzijds vaste kapitaalsaflossingen.
Volgende gegevens zijn jullie bekend:
- 100.000 EUR op 20 jaar met een jaarlijkse rentevoet van
2,73% (maandelijkse rentevoet van 0,225%)
- Mensualiteit bedraagt 539,70 EUR
- Bij vaste kapitaalsaflossingen bedraagt de intrest voor de
laatste maand 0,94 EUR
Wat valt op? Waar is de globale intrestlast het grootst?