STAAT HET IN DE GENEN GESCHREVEN?
VAN CELKERN TOT DNA EN GEN
- Nucleïnezuren in cel: DNA (desoxyribonuclïnezuur) en RNA (ribonucleïnezuur)
o DNA
In celkern
Gegevens DNA = genetische informatie
Elke cel bevat alle gegevens, behalve zaadcel en eicel
Beschikken over helft genetisch materiaal (apart besproken)
STRUCTUUR DNA
- Francis Crick en James Watson (1953) ontrafelden bouw DNA
o DNA-molecule bestaat uit 2 ketens van vele duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden
Nucleotide
Fosfaatgroep
Desoxyribase
Stikstofbase
o Adenine (A)
30,1
bindt met thymine
basenpaar
o Guanine (G)
19,9
bindt met cytosine
o Thymine (T)
30,1
o Cytosine (C)
19,9
DNA: SLEUTEL VAN ERFELIJKHEID
- Erfelijke aanleg organismen vastgelegd met DNA-moleculen in vorm van genen (1944)
o Gen = concreet stukje DNA-molecule dat codeert voor vorming concreet eiwit met
welbepaalde functie. Code zit in opeenvolging basen dat welbepaald gen geeft. Alle genen
samen vormen genetische info van individu. (= genoom)
Verandering in volgorde basen gen kan afwijking veroorzaken
Bv. Mucovisidose (= taaislijmziekte)
HOE KOPIËREN ONZE CELLEN HET DNA
- Niet enkel erfelijke info opslaan, ook juist doorgeven dochtercellen.
o DNA-replicatie (=DNA-verdubbeling)
Spiraal ritst open en tegenover iedere helft wordt nieuwe helft gevormd. 2 strengen
DNA wijken over gehele lengte uit elkaar door verbreken waterstofbruggen tss
complementaire basen dankzij DNA-helicase
ladderstijl draagt halve sporten
o halve sporten nemen nucleotiden op uit cel volgens baseparing C-
G en A-T
VAN CELKERN TOT DNA EN GEN
- Nucleïnezuren in cel: DNA (desoxyribonuclïnezuur) en RNA (ribonucleïnezuur)
o DNA
In celkern
Gegevens DNA = genetische informatie
Elke cel bevat alle gegevens, behalve zaadcel en eicel
Beschikken over helft genetisch materiaal (apart besproken)
STRUCTUUR DNA
- Francis Crick en James Watson (1953) ontrafelden bouw DNA
o DNA-molecule bestaat uit 2 ketens van vele duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden
Nucleotide
Fosfaatgroep
Desoxyribase
Stikstofbase
o Adenine (A)
30,1
bindt met thymine
basenpaar
o Guanine (G)
19,9
bindt met cytosine
o Thymine (T)
30,1
o Cytosine (C)
19,9
DNA: SLEUTEL VAN ERFELIJKHEID
- Erfelijke aanleg organismen vastgelegd met DNA-moleculen in vorm van genen (1944)
o Gen = concreet stukje DNA-molecule dat codeert voor vorming concreet eiwit met
welbepaalde functie. Code zit in opeenvolging basen dat welbepaald gen geeft. Alle genen
samen vormen genetische info van individu. (= genoom)
Verandering in volgorde basen gen kan afwijking veroorzaken
Bv. Mucovisidose (= taaislijmziekte)
HOE KOPIËREN ONZE CELLEN HET DNA
- Niet enkel erfelijke info opslaan, ook juist doorgeven dochtercellen.
o DNA-replicatie (=DNA-verdubbeling)
Spiraal ritst open en tegenover iedere helft wordt nieuwe helft gevormd. 2 strengen
DNA wijken over gehele lengte uit elkaar door verbreken waterstofbruggen tss
complementaire basen dankzij DNA-helicase
ladderstijl draagt halve sporten
o halve sporten nemen nucleotiden op uit cel volgens baseparing C-
G en A-T