100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Fundamenteel en Toegepast Eiwitonderzoek

Rating
-
Sold
1
Pages
67
Uploaded on
31-12-2025
Written in
2025/2026

Samenvatting Fundamenteel en Toegepast Biomedisch Eiwitonderzoek uit de derde bachelor biomedische wetenschappen aan de UGent. Lessen gegeven door professor K. Gevaert en S. Devos. Samenvatting van zowel powerpoints als cursus, volledig in het Nederlands. Ook enkele tabellen en structuren aanwezig om oefeningen op te lossen.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 31, 2025
Number of pages
67
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

FUNDAMENTEEL EN TOEGEPAST
BIOMEDISCH EIWITONDERZOEK
HOOFDSTUK 1: PROTEIN CHEMISTRY IN CONTEMPORARY BIOMEDICAL RESEARCH

1.1. PROTEINS, TRANSCRIPTS EN GENES

Alle informatie die nodig is om een eiwit op te bouwen is te vinden in het genoom
=> waarom eiwitten bestuderen om biochemische processen in ziekte en gezondheid te begrijpen?

Proteoform = eiwitvorm (meerdere per gen => chemische heterogeniteit in eiwitten)

- Proteoform => alle aspecten die leiden tot chemisch
verschillende eiwitmoleculen afkomstig van hetzelfde
coderende gen
- Genen kunnen meerdere transcripten hebben door:
o Verschillende modificaties
o Alternative splicing
o Coding single-nucleotide polymorphisms
o Herkenning van foute AUG-codon (upstream =
langer eiwit, downstream = korter eiwit)
- Aantal proteoforms = product van aantal mogelijke
modificaties van een AZaantal keer dit AZ in sequentie

Figuur: canonical sequence = meest voorkomende eiwitsequentie, endogenous prteolusis = stuk,e afgeknipt in bv
mitochondrie, RNA splicing = alternatieve splicing

UniProt = databank waarin alle informatie over eiwitten met 2 knowledgebases:

- Swissprot: manueel geannoteerde info (correcter)
- TrEMBL: automatische toewijzing van karakteristieken van een eiwit (niet nagekeken)

1 AZ = gemiddeld 110 Da (1 eiwitdomein = gemiddeld 100 AZ = ongeveer 11.000 Da)

Complexiteit proteoom:

- Proteoom = de volledige verzameling van alle eiwitten die op een bepaald moment door een cel, weefsel of
organisme worden geproduceerd en gemodificeerd
o Coding genes
o Non-coding genes
o Small non-coding genes
o Long non-coding genes
o Miscellaneous non-coding genes
o Pseudogenes (lijkt op een gen maar geen start- en/of stopsite)
o Gene transcripts
ð Ongeveer 20.000 genen, maar miljoenen eiwitten (inclusief proteoforms)
- Proteomics = bestuderen van het proteoom
- Eiwitten complexer dan genen en transcripten
o Meer bouwstenen (4 nucleotiden vs 20 aminozuren)
o Meerdere proteoforms per eiwit
- Individuele eiwitfamilies komen in gigantisch verschillende concentraties voor

, o Meest abundant in HeLa = histonen, actine, ribosomen

Groot bereik = uitdaging:

o Eiwitchemie heeft niet iets zoals PCR bij DNA om snel en betrouwbaar ketens te amplificeren tot
voldoende concentratie voor detectie
o Massaspectrometrie kan enkel hoge concentraties van eiwitten herkennen
o Lage concentraties te identificeren met affiniteitschromatografie met AL die grote eiwitten (zoals
albumine) uit de oplossing halen

Centraal dogma te simplistisch! (Lineaire stroom van DNA tot RNA tot eiwit)

- Modificatie van eiwitten niet in rekening gehouden => verandert eiwitfunctie
- Niet elk gen altijd actief, dus niet elk gen continu afgeschreven door histonmodificaties => niveaus van actieve
eiwitten veranderen na cellulaire stimuli
- Moleculaire componenten reguleren en begeleiden de informatiestroom:
o MicroRNA (miRNA): binden op mRNA en belemmeren de translatie ervan + destabiliseren mRNA in het
cytosol waardoor het afgebroken wordt
o Chaperones: helpen bij correcte opvouwing van eiwitten
o Eiwitcomplexen onder invloed van liganden
o Eiwitten moeten specifiek gemodificeerd worden door enzymen, moleculen of radicalen voor ze hun
functie kunnen uitoefenen (cotranslationeel)




Relatie tussen genen, transcripten en eiwitten

- Duplicatie van bepaalde genen (groen) leidt tot ook een vermeerdering
in het aantal transcripten (rood)
- Logisch: aantal eiwitten zou ook veel hoger zijn als er meer genen zijn
die ze afschrijven, maar is niet zo!
=> activiteitscontrole van transcriptie

Proteasoom = belangrijke componenten die eiwitten die fout opgevouwen
zijn of gwn weg moeten markeren en naar recylage-fabriek moeten
(‘recyclagefabriek’ = proteasoom)
=> gebruikt bij ubiquitinatie

- Niet voor elk gen een eiwitniveau aanwezig: gen niet tot expressie of
concentratie eiwit te laag voor MS
- Hier borstkankercellijn bekeken:
o Geamplificeerde genen
o Geen duidelijk verband tussen gen-, transcript- en eiwitaantallen:
fysiologische processen begrijpen = eiwitniveaus bestuderen en
verandering ervan bekijken in pathologische toestanden

,Analyse van informatie uit figuur:

- Akt1 = oncogen coderend gen (dubbel aanwezig) dat zorgt voor celgroei en overleving
o Inhiberen Akt1 expressie = inhiberen van celgroei en overleving in tumorcel
o Akt1 toont verhoogde expressie in borskankercellen
o Idem voor Nudix14 en MTA1
- AHNAK2 = draagt bij in progressie van kanker
o Amplificatie van het gen (verhoogde expressie) leidt tot vermindering van het eiwit in borsttumorcel

Butterfly effect in kanker:

- Kleine, gelokaliseerde veranderingen zoals puntmutaties kunnen een downstream cascade starten dat de
volledige cel kan modificeren en kan bijdragen aan de ontwikkeling van kanker
=> kleine verandering grote invloed op transcripten (upregulatie/ downregulatie)

Voorbeeld: vergelijking van cellijn borstepitheliale lijn MCF-ff0A en gemuteerde nakomeling
o Verschil = één enkele aminozuursubstitutie
o His à Arg => Arg hydrofoob en meer bulky

Proteoom en transcriptoom = dynamisch

- Veranderingen van eiwitniveaus na verandering in eiwitsynthese, eiwitafbraak, PTMs, eiwitrijping, eiwitsecretie,
vorming supramoleculaire complexen, …
- Eiwitaspecten niet voorspelbaar uit genoom/ transcriptoominformatie



Waarom proteomen bestuderen?

- Small proteins:
o Algoritmen voor genen te vinden vermijden voorspelling korte genen, want zou aantal valspositieven sterk
verhogen
o Veel niet-coderende RNAs (lncRNA) zorgen voor miniproteïnen (weinig gekend in databanken, maar
geidentificeerd met MS)

- Initiatie translatie:
o N-terminale AZ-sequentie bestuderen om exact startcodon te vinden in mRNA
o Translatie kan ook starten bij niet-canonieke AUG-plaatsen (vb. CUG) = neo-startcodons (75% van de
keren AUG, 25% neo-startcodon)
§ Ontdekt door ribosome profiling
o Identificatie van transcripten van niet-canonieke AUG-plaatsen moeilijk

- Voorspelling signaalpeptiden:
o Signaalpeptiden (hydrofoob) = sequentie aan N-terminus die als ‘adreskaartje’ dient dat terecht komt in
mitochondriën als mitochondriaal eiwit na klieving
o Klievingssite experimenteel te bepalen door sequentiebepaling van N-terminus of isolatie/karakterisering
van buitenste N-terminale peptide na proteolyse

- Voorspelling leesraam en stopcodon:
o EST = expressed sequence tag = onderdeel RNA-molecule = vaak niet duidelijk of ze coderende gebieden
bevatten, maar als we coderend: leesraam bepalen
o Stopcodon vinden door C-terminus van het eiwit te sequeneren

- Lokalisatie eiwitten:
o Voorspellingsprogramma: translocatiesignalen voorspellen
o Voorspellen in welk subcellulair compartiment eiwitten zich zullen bevinden of waar ze uitgescheiden
zullen worden (vb. nucleaire proteinen seq zodat ze in nucleus blijven)

, o Programma’s niet nauwkeurig: monitoring eiwit nodig voor verificatie

- Monitoring PTM’s (posttranslationele modificaties):
o Veel PTM’s continu/tijdelijk aanwezig op eiwitten => rol in moduleren structuur/functie
o Voorspellingsprogramma’s voor PTM’s onbetrouwbaar => experimenteel PTM’s zoeken met behulp van
gegevens op basis van eiwitten en hun 3D-structuur

Voorbeeld: -N-X-S/T/C- met X ≠P

o N = asparagine, X = willekeurig AZ niet proline, S/T/C = serine, threonine of cysteine
o Typisch N-glycolisatie op Asp (algoritme), maar niet altijd juist, want sterk afhankelijk van de 3D-
structuur van het eiwit (oppervlakte moet toegankelijk zijn)

- Eiwitcomplexen:
o Veel supramoleculaire complexen van eiwitten die interageren met elkaar
o Individuele componenten kunnen soms niet afzonderlijk functioneren
o Soms tijdelijke eiwitcomplexen onder omstandigheden (vb. PTM’s) om een cascade van
signaaltransductie te starten wat vaak leidt tot activering van transcriptiefactoren en expressie van
specifieke genen
o Één eiwit op verschillende manieren aanwezig => in verschillende complexen




1.2. EIWITTEN IN HET GEBIED VAN BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN

- Gebruik recombinante eiwitten als medicijn
o Vb. synthetische menselijke insuline recombinant aanmaken in E. Coli voor mensen met diabetes (moet
goed gezuiverd zijn om geen LPS van bacteriën mee te nemen die pathologie kunnen veroorzaken)
o Vb. CKD (nierziekte) synthetisch EPO toedienen omdat nieren dit niet genoeg aanmaken bij te staan en
bloedarmoede te verhelpen (stimulatie aanmaak RBC in beenmerg)

- Gebruik peptiden en eiwitten als vaccin
o Recombinante productie of zuivering uit pathogene organisme zelf
o Immuunreacties vaak gericht op specifieke gebieden aan oppervlakte van pathogeenspecifieke eiwitten
=> dit gebruiken om een vaccin te maken
o Eiwitvaccins injecteren = immuunrespons versterken = actieve infectie vermijden
o Vb. cholera: recombinant choleratoxine B (chemisch geïnactiveerd) toedienen

- Biologicals
o Biological = geneesmiddel met werkzame stoffen die afgeleid zijn van een biologische bron (elke stof in
laboratorium aangemaakt van een levend organisme)
=> zo ook bv synthetisch EPO of insuline
o Vb. BOTOX = neurotoxisch eiwit geïsoleerd uit Clostridium botulinium A
o Vb. nanobodies = antilichamen met één domein om menselijke ziekten te bestrijden

Geneesmiddelen: essentieel = keuze/identificatie van eiwitten waarop gericht moet worden

- Massaspectrometrie: eiwitten identificeren aanwezig in oppervlak van kankercellen
=> proteoforms laten analyseren door bedrijven en geneesmiddelen ontwikkelen hiertegen

Eiwitengineering:

Voorbeeld: subtiligase

- Subtiligase = variant serine protease subtilisine
o Bacterieel protease dat peptidebonds hydrolyseert
o Genetisch aangemaakt waarbij katalytisch serine à Cys en Pro à Ala
$10.27
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
bostoffels

Get to know the seller

Seller avatar
bostoffels Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
7 months
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
1 hour ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions