100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Kwantitatieve methoden in pedagogisch onderzoek

Rating
-
Sold
-
Pages
56
Uploaded on
29-12-2025
Written in
2024/2025

de samenvatting is gemaakt op basis van de powerpoints, mijn notities en de boek.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 29, 2025
Number of pages
56
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

KWANTITATIEVE METHODEN

Het onderzoeksproces


Fasen in het onderzoeksproces
Elk onderzoek begint met een probleem en het doel is met behulp van empirische gegevens
inzicht in dat probleem te krijgen.

1) Probleemstelling
2) Theoretisch kader/ conceptueel model
o De onderzoeker gaat zich afvragen hoe hij een adequate verklaring voor zijn
probleem kan geven.
 Literatuur over het probleem lezen, andere onderzoeken naslaan die er
op dat terrein gedaan zijn en gesprekken voeren met personen van wie
hij denkt dat ze hem inzicht kunnen geven in zijn probleem.
o De onderzoeker ontwikkelt een aantal ideeën over het te onderzoeken probleem.
Hierbij formuleert hij vaak een aantal verwachtingen over hoe bepaalde
verschijnselen met elkaar samenhangen,… (= hypothese)
3) Onderzoekontwerp construeren
o Onderzoeker besluit bij welke personen hij het onderzoek gaat uitvoeren, hij
werkt uit welke gegevens hij over deze personen moet verzamelen en beslist hoe
dat verzamelen in feite moet gebeuren.
 Hierbij houdt hij al rekening met de vraag hoe hij deze gegevens later zal
verwerken.
4) Gegevensverzameling
5) Gegevensanalyse
6) Interpretatie
o Nagaan of de resultaten van het onderzoek overeen komen met zijn
oorspronkelijke hypothesen
 Verwachtingen kloppen  goede verklaring voor het probleem
gevonden.
 Verwachtingen kloppen niet  nagaan waarom er geen
overeenstemming is tussen de feiten en de verwachtingen.
7) Rapportering
o In de vorm van een artikel, een boek of een onderzoeksrapport
o De lezer moet zich een oordeel kunnen vormen over de juistheid van het gekozen
conceptueel model, het onderzoekontwerp en de uitvoering daarvan.


Probleem, theorie en conceptueel model


Probleem
Problemen kunnen zeer verschillend van aard zijn:

 Maatschappelijk verwante problemen

, oDoor onderzoek naar het probleem te verrichten hoopt men in de toekomst iets
aan de oplossing ervan te kunnen bijdragen.
o Onderzoek doen om in de toekomst het beleid beter te kunnen bijstellen.
 Theoretische problemen
o Hier inzicht in willen krijgen heeft meer te maken met het bevredigen van een
bepaalde theoretische interesse dan het oplossen van knellende problemen.
 Gedreven door persoonlijke interesse
o Dit onderzoek kan gunstig zijn voor onderzoekers die meer alledaagse
problemen willen onderzoeken.

Op welke problemen onderzoekers zich richten hangt af van hun waardeoriëntatie en van min of
meer toevallige omstandigheden waarin zij verkeren.

Een onderzoek kan vaak pas beginnen als anderen er opdracht toe hebben gegeven of akkoord
zijn gegaan met ingediende onderzoeksvoorstellen.

Opdrachten kunnen gegeven worden door vele instanties en personen, bv. ministeries,
plaatselijke of provinciale overheden, maatschappelijke instellingen, schoolbesturen,
stichtingen, verenigingen, vakgroepsbesturen,…

Kan gebeuren omdat:

 De onderzoeker zelf eerst een voorstel voor onderzoek heeft ingediend.
 De betreffende instelling zelf met een probleem zit waarvoor het een oplossing zoekt.
o In dit geval hangt het van de onderzoeker af of hij dit probleem, dat door anderen
geformuleerd is, wil onderzoeken.
 Onderzoeker wel akkoord  geen reden tot verder overleg over het
probleem op zich.
 Onderzoeker niet akkoord  de probleemstelling zal in onderling
overleg bijgeschaafd moeten worden.

Theorie
Als het duidelijk is welk probleem er onderzocht moet worden, dan kan de onderzoeker zich
gaan bezighouden met de vraag hoe hij zicht moet krijgen op het probleem.
De onderzoeker gaat zich inlezen in het probleem:

 Hij zoekt vakliteratuur uit
o Theoretische werken op het terrein van de sociologie, psychologie of pedagogiek.
 Onderzoeken die door de beoefenaars van deze disciplines in wetenschappelijke
artikelen en boeken gepubliceerd zijn.
 Literatuur vinden waarin onderzoek beschreven staat dat op hetzelfde probleem
betrekking heeft of er nauw mee verwant is.
 Gesprekken voeren met deskundigen of met personen die in het betreffende
probleemveld werkzaam zijn.

 Arbeidsintensief en tijdrovend

Dit wordt allemaal op een overzichtelijke wijze vastgelegd.
 Leidt ertoe dat men snel over de verschillende onderwerpen kan rapporteren, men heeft een
snel overzicht over verschillen en overeenkomsten in de visies van de verschillende auteurs.

,Het conceptueel model
Het onderzoekselement
Onderzoekselementen = diegenen op wie de kenmerken betrekking hebben, over wie heeft de
onderzoeker het in zijn algemeenheid in het conceptueel model.

Het onderzoekselement kan een individu, een paar, een groep of een collectiviteit zijn.

Onderzoekselementen kunnen dus van verschillende niveaus zijn:

 bij collectiviteiten spreekt men van een hoger niveau dan bij groepen, bij groepen van
een hoger niveau dan bij paren en bij paren van een hoger niveau dan bij individuen.
 Als de onderzoeker uitgaat van onderzoekselementen op individueel niveau, dan moet
hij in zijn onderzoekontwerp ook vasthouden aan die keuze
o = bij alle niveaus zo!

Het conceptueel model bevat slecht ideeën over het probleem en een mogelijke verklaring
ervoor, de onderzoeker is theoretisch bezig:

 Er wordt nog niet bepaald bij wie of wat het onderzoek precies plaatsvindt of wie of wat
voor deelname aan het onderzoek in aanmerking komt.
o Dit gebeurt pas als de onderzoeker zijn onderzoekontwerp construeert.
 De onderzoeker geeft alleen aan op wie of wat zijn denkbeelden van toepassing zijn.

Variabelen
Een variabele = een kenmerk dat onderzoekselementen al of niet, of in verschillende maten
kunnen bezitten. De kenmerken die aan onderzoekselementen worden toegeschreven.

In het conceptueel model bepaalt de onderzoeker alleen welke variabelen voor zijn onderzoek
relevant zijn. Hij houdt zich nog niet bezig met hoe hij precies zal vaststellen in welke mate de
onderzoekselementen de kenmerken bezitten, dit gebeurt pas als de onderzoeker zijn
onderzoekontwerp construeert.

Het is noodzakelijk om van iedere variabele, die opgenomen is in het conceptueel model, een
theoretische definitie te geven. De onderzoeker moet duidelijk maken wat hij onder een
variabele verstaat = theoretische variabelen

Variabelen waarvan er in het onderzoekontwerp is vastgesteld hoe ze in werkelijkheid gemeten
worden = empirische variabelen

In het conceptueel model worden variabelen opgenomen die de onderzoeker in zijn onderzoek
wil betrekken.

 Selecteert de kenmerken waarvan hij verwacht dat ze zijn probleem verklaren.
 Onderzoeker spreekt ook bepaalde verwachtingen uit over hoe de geselecteerde
kenmerken met elkaar zullen samenhangen.
o = Hypothesen

AFHANKELIJKE EN ONAFHANKELIJKE VARIABELEN

Afhankelijke variabele = de te verklaren variabele

Onafhankelijke variabele = de variabelen waarvan men in het conceptueel model verwacht dat
ze een verklaring geven voor de verschillende waarden van de afhankelijke variabele.

, De onafhankelijke variabele geeft enkel een MOGELIJKE verklaring, omdat de onafhankelijke
variabele in werkelijkheid nog geen verklaring hoeft te geven voor de afhankelijke variabele. In
het conceptueel model wordt alleen hypothetisch veronderstelt dat het zo is, in de praktijk zal
echter nog moeten blijken of die veronderstelling juist is.

Er kunnen meer onafhankelijke variabelen worden opgenomen in het conceptueel model ter
verklaring van 1 afhankelijke variabele. Het is ook mogelijk dat 1 onafhankelijke variabele op
meer afhankelijke variabelen een invloed heeft. Men kan in een onderzoek ook met meerdere
afhankelijke en onafhankelijke variabelen tegelijkertijd werken.

Noodzakelijk dat de onderzoeker in zijn conceptueel model de hypothesen goed formuleert en
niet gewoon volstaat met een schema, want zonder hypothesen kunnen deze verkeerd begrepen
worden.

 Alleen bij een zorgvuldige formulering van de hypothese worden de verwachtingen van
de onderzoeker duidelijk.

INTERVENIËRENDE VARIABELEN

Interveniërende variabele (of mediatorvariabele) = een variabele die in hetzelfde onderzoek
zowel afhankelijk als onafhankelijke te noemen is.

Causale modellen worden gebruikt in de sociale wetenschappen om dit in beeld te brengen.

 = gesimplificeerde modellen van de sociale werkelijkheid, omdat in een model slechts
een beperkt aantal variabelen wordt opgenomen en er slecht een beperkt deel van de
relaties uit de sociale werkelijkheid bestudeerd wordt.
o Welk deel dat er bestudeerd wordt, bepaald de onderzoeker als hij zijn model
construeert.
 Theoretische overwegingen spelen een belangrijke rol, want zij bepalen
welke variabelen er in het model worden opgenomen.
 Het schema alleen zal niet volstaan, er zijn ook duidelijke hypothesen nodig!

MODERATORVARIABELEN

Moderatorvariabele = variabele die een verklaring geeft voor de samenhang tussen een
afhankelijke en onafhankelijke variabele.

 Voor de ene waarde van een moderatorvariabele wordt er een sterke of een minder
sterke samenhang verwacht tussen een onafhankelijke en een afhankelijke variabele
dan voor een andere waarde van een moderatorvariabele.

Een schema alleen hiervan zal weer niet volstaan in het conceptueel model. De onderzoeker zal
weer zijn hypothesen nauwkeurig moeten formuleren en precies moeten aangeven onder welke
condities hij een sterke en onder welke condities hij een minder sterke samenhang tussen een
afhankelijke en een onafhankelijke variabele verwacht.

De moderatorvariabelen moeten, indien ze relevant geacht worden, ook in het conceptueel
model worden opgenomen. Zij specificeren immers de condities waaronder een afhankelijke en
een onafhankelijke variabele samenhangen.

CONTROLEVARIABELEN EN TESTVARIABELEN
$6.73
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
febejanssens

Get to know the seller

Seller avatar
febejanssens Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
9 hours
Number of followers
0
Documents
4
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions