Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
Academisch en juridisch Nederlands
1. Wat is goed Nederlands?
1.1 Taal varieert
taal 20 à 30 jaar geleden → anders dan nu
diachroon → door de tijd
taal evolueert
- woordenschat / spelling
- uitspraak
- grammatica → evolueert traag
synchroon → geografisch
- dialecten (eerst) → lijken op elkaar
- regiolecten
- sociolecten → verschilt tussen sociale groepen
standaardtaal → kwam voort uit dialecten
1.2 Standaardtaal
door boekdrukkunst → nood aan begrijpelijke communicatie
keek naar Latijn en Grieks om taal te standaardiseren → politiek gestuurd
gestandaardiseerde variant
- codificatie
- normbepalend
- publieke domein
onbewust maatschappelijk + bewust politiek gestuurd
differentiatie
3 kenmerken standaardtaal
- uniform
- weinig variatie
- gecodificeerd / vastgelegd
- regels
- goed of fout
- prestigieus
Nederlandse taalunie:
“het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in het publieke domein, d.w.z. in alle
belangrijke sectoren van het openbare leven, zoals het bestuur, de administratie, de
rechtspraak, het onderwijs en de media. Anders uitgedrukt: de Nederlandse
standaardtaal is het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in contacten met mensen
buiten de eigen vertrouwde omgeving (in zogenaamde secundaire relaties)”
geografische + stilistische variatie
standaardtaal in secundaire situaties (professionele omgeving)
1
,Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
plechtige / informele standaardtaal → altijd onzeker
1.3 Standaardtaal als ui
1.4 Wie bepaalt wat standaardtaal is?
- geen geconstrueerde taal, maar levende taalvariëteit
- spraakmakende gemeente → door eeuwen heen aantal taalgebruikers waarvan
iedereen zegt dat ze het beste Nederlands spreken
- ideaal tegenover praktijk
bv. Oxford English → hogere klasse (the Queen's English)
1.5 Soorten taalnormen
- historische norm
- altijd zo geweest dus behouden
- continuïteit
- autoriteitsnorm
- Martine Tanghe nooit ‘goesting’ gebruikt dus niet goed
- logische norm
- bepaalde systematiek
- duidelijke regels
- bv. aantal studenten is ziek
- statische norm
- bv. meerderheid zegt: aantal studenten zijn ziek
- zuiverheidsnorm
- bv. punaise (Frans) → duimspijker
- effectnorm
- zolang boodschap overbrengen, goede standaardtaal
- esthetische norm
- literatuur, poëzie / komt weinig voor
2
,Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
welke norm wint?
- statische norm
- esthetische norm
meerderheid wint → gebruiken als het veel effect heeft
mechanisme achter hoe standaardtaal tot stand komt
1.6 Waar vind je de norm?
- algemene naslagwerken
- Grote Van Dale
- Algemene Nederlandse Spraakkunst
- websites
- Nederlandse Taalunie
- Team Taaladvies
- Onze Taal
woordenboek → belangrijkste bron achter standaardtaal
→ 3-delige Van Dale
1.7 Van Dale, 16de editie
beperkt tot standaardtaal → impliciet normatief
iets er niet in? → alarmbel
elementen niet behoren → bepaalde reden vermelding → label
bv. tijdsmarkeringen: archaïsch / verouderd
stilistisch: formeel / informeel / vulgair
labels BE en NL → jongste labels van Van Dale
label BE rond 1995
label NL ongeveer 10 jaar oud
→ invoeging → grote revolutie / ommezwaai
1.8 Algemene Nederlandse Spraakkunst
niet alles toegelaten
beter inschatten wanneer of wat je kan schrijven
3
, Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
1.9 Taaladvies
belangrijkste website → taaladvies.net
officiële site Nederlandse Taalunie
tot stand door taaladviseurs
realistische, wetenschappelijke benadering
zie lijst taalfouten achteraan boek
1.10 Team Taaladvies
gratis taaladviesdienst Vlaamse overheid
meer dan 3000 adviezen
gebaseerd op maar korter dan adviezen Taalunie
tips voor klare taal en brochures
2. Nederlands, Vlaams?
2.1 Nederlands in Vlaanderen
2.1.1 Huidige situatie
vragen wat mensen goed Nederlands vinden
- taalgedrag
- taalattitude → hoe staan ze tegenover hun taal
- taalbeleid → politiek
2.1.2 Taalgedrag
historische context goed kennen
20ste eeuw: succesvolle standaardisering
overname en toenadering Noord-Nederlandse norm
opvallende variatie
- uitspraak
- woordenschat
afstand informele spreektaal – verzorgd Nederlands groter
standaardisering → gelukt op vlak van geschreven taal
geschreven taal → leunt zeer dicht aan bij Noorden
gesproken taal → niet goed aangepast
4
Prof. dr. K. Hendrickx
Academisch en juridisch Nederlands
1. Wat is goed Nederlands?
1.1 Taal varieert
taal 20 à 30 jaar geleden → anders dan nu
diachroon → door de tijd
taal evolueert
- woordenschat / spelling
- uitspraak
- grammatica → evolueert traag
synchroon → geografisch
- dialecten (eerst) → lijken op elkaar
- regiolecten
- sociolecten → verschilt tussen sociale groepen
standaardtaal → kwam voort uit dialecten
1.2 Standaardtaal
door boekdrukkunst → nood aan begrijpelijke communicatie
keek naar Latijn en Grieks om taal te standaardiseren → politiek gestuurd
gestandaardiseerde variant
- codificatie
- normbepalend
- publieke domein
onbewust maatschappelijk + bewust politiek gestuurd
differentiatie
3 kenmerken standaardtaal
- uniform
- weinig variatie
- gecodificeerd / vastgelegd
- regels
- goed of fout
- prestigieus
Nederlandse taalunie:
“het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in het publieke domein, d.w.z. in alle
belangrijke sectoren van het openbare leven, zoals het bestuur, de administratie, de
rechtspraak, het onderwijs en de media. Anders uitgedrukt: de Nederlandse
standaardtaal is het Nederlands dat algemeen bruikbaar is in contacten met mensen
buiten de eigen vertrouwde omgeving (in zogenaamde secundaire relaties)”
geografische + stilistische variatie
standaardtaal in secundaire situaties (professionele omgeving)
1
,Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
plechtige / informele standaardtaal → altijd onzeker
1.3 Standaardtaal als ui
1.4 Wie bepaalt wat standaardtaal is?
- geen geconstrueerde taal, maar levende taalvariëteit
- spraakmakende gemeente → door eeuwen heen aantal taalgebruikers waarvan
iedereen zegt dat ze het beste Nederlands spreken
- ideaal tegenover praktijk
bv. Oxford English → hogere klasse (the Queen's English)
1.5 Soorten taalnormen
- historische norm
- altijd zo geweest dus behouden
- continuïteit
- autoriteitsnorm
- Martine Tanghe nooit ‘goesting’ gebruikt dus niet goed
- logische norm
- bepaalde systematiek
- duidelijke regels
- bv. aantal studenten is ziek
- statische norm
- bv. meerderheid zegt: aantal studenten zijn ziek
- zuiverheidsnorm
- bv. punaise (Frans) → duimspijker
- effectnorm
- zolang boodschap overbrengen, goede standaardtaal
- esthetische norm
- literatuur, poëzie / komt weinig voor
2
,Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
welke norm wint?
- statische norm
- esthetische norm
meerderheid wint → gebruiken als het veel effect heeft
mechanisme achter hoe standaardtaal tot stand komt
1.6 Waar vind je de norm?
- algemene naslagwerken
- Grote Van Dale
- Algemene Nederlandse Spraakkunst
- websites
- Nederlandse Taalunie
- Team Taaladvies
- Onze Taal
woordenboek → belangrijkste bron achter standaardtaal
→ 3-delige Van Dale
1.7 Van Dale, 16de editie
beperkt tot standaardtaal → impliciet normatief
iets er niet in? → alarmbel
elementen niet behoren → bepaalde reden vermelding → label
bv. tijdsmarkeringen: archaïsch / verouderd
stilistisch: formeel / informeel / vulgair
labels BE en NL → jongste labels van Van Dale
label BE rond 1995
label NL ongeveer 10 jaar oud
→ invoeging → grote revolutie / ommezwaai
1.8 Algemene Nederlandse Spraakkunst
niet alles toegelaten
beter inschatten wanneer of wat je kan schrijven
3
, Maxine Peeters Nederlands ‘25 - ‘26
Prof. dr. K. Hendrickx
1.9 Taaladvies
belangrijkste website → taaladvies.net
officiële site Nederlandse Taalunie
tot stand door taaladviseurs
realistische, wetenschappelijke benadering
zie lijst taalfouten achteraan boek
1.10 Team Taaladvies
gratis taaladviesdienst Vlaamse overheid
meer dan 3000 adviezen
gebaseerd op maar korter dan adviezen Taalunie
tips voor klare taal en brochures
2. Nederlands, Vlaams?
2.1 Nederlands in Vlaanderen
2.1.1 Huidige situatie
vragen wat mensen goed Nederlands vinden
- taalgedrag
- taalattitude → hoe staan ze tegenover hun taal
- taalbeleid → politiek
2.1.2 Taalgedrag
historische context goed kennen
20ste eeuw: succesvolle standaardisering
overname en toenadering Noord-Nederlandse norm
opvallende variatie
- uitspraak
- woordenschat
afstand informele spreektaal – verzorgd Nederlands groter
standaardisering → gelukt op vlak van geschreven taal
geschreven taal → leunt zeer dicht aan bij Noorden
gesproken taal → niet goed aangepast
4