De brede en diverse
beginsituatie
De leef- en belevingswereld
- Leefwereld: omgeving waar je terechtkomt/waar je opgroeit
- Belevingswereld: hoe het kind dingen beleefd= innerlijk
Contexten waarin kinderen terechtkomen:
- Gescheiden ouders
- School
- Speelplein
- Hobby
- ..
→ Het is belangrijk om te observeren in welke context het kind zich niet
goed voelt!
De leefwereld van nu en vroeger verschilt:
Vb: van vroeger naar nu voor een kind:
- Hoe we vroeger omgingen met kinderen is veranderd
- Schermgebruik
- Meer oog voor diversiteit
- Geld (frank naar euro)
Er is ook een maatschappelijke evolutie die een invloed heeft op de
waarden en normen van het kind.
Vb: mannen die taken op zich nemen die vroeger enkel vrouwen deden.
- Koken
- De was
- Voor kinderen zorgen
De leefwereld van kinderen vs leerkracht
- Probeer zonder vooroordeel naar kinderen te kijken→ jouw leefwereld
is niet een norm voor iedereen → kijk naar de context van ieder kind
Vb: leerkracht begrijpt niet waarom niet elk kind elke dag naar Karrewiet
kijkt.
- Nieuwsgierig en zonder vooroordelen
, - Zie woordspin van diversiteit in schrift
Het kind in de thuiscontext
• Thuiscontext vs gezin
• Thuiscontext /gezin = ?
• Solidariteitsrelaties + Diversiteit
Gezinsleden zijn degene die door geboorte, adoptie, huwelijk of een
commitment van solidariteit, diepe persoonlijke bindingen hebben en die
op elkaar mogen en kunnen rekenen voor het geven en ontvangen van
steun van welke aard dan ook, voor zover mogelijk en vooral in tijd van
nood
• Bronnen van diversiteit in de thuiscontext:
- Cultuur
= de cultuur bepaalt deels de waarden en normen waarmee
kinderen opgroeien, zoals omgangsvormen en respect
tegenover ouders.
- Religie
= religie speelt een rol in de opvoeding en het sociale milieu,
bv: wanneer Syrische kinderen katholiek zijn of opgroeien in
een religieus gezin.
- Etniciteit Diverse beginsituatie van lln in
de klas
= de bevolkingsgroep waartoe de leerling behoort
(Marokkaans, Belg,..)
= hangt vaak samen met de cultuur en kan zichtbaar zijn in
afkomst
- Sociale achtergrond
= het sociale milieu & maatschappelijke groepering waaruit
het kind komt
- Gezinssamenstelling
Hebben beide invloed op de verbondenheid, competentie
en autonomie van de kinderen. De manier waarop een gezin is
opgebouwd en hoe het wordt opgevoed beïnvloedt )hoe
zelfstandig en sociaal een kind zich ontwikkelt.
, - Opvoedingsstijlen
Relaties:
1. Relatie ouders - kinderen
2. Relatie siblings
3. Relatie tussen ouders
4. Diversiteit in gezinsvormen
5. Etnisch-culturele diversiteit
6. Sociaal-economische status
7. Religie
Relatie ouders-kinderen
• Loyaliteit
Als we het hebben over de relatie tussen ouders en kinderen: die is
normaal heel sterk: contact met de voornaamste opvoeder is al
noodzakelijk vanaf de geboorte.
- Basis ouder-kindrelatie
= loyaliteit is de basis voor deze relatie
- Balans geven-ontvangen
= zodat er een gezonde verbinding kan ontstaan met beide
ouders
= dat geven en ontvangen verschuift in de loop van tijd. Eerst
ontvangt een kind alles van voeding tot liefde en aandacht.
Het kind geeft het terug door te lachen en praten. Hoe
betrouwbaarder de onderlinge relatie met beide ouders is, hoe
loyaler het kind kan zijn aan beide ouders.
Mate van betrouwbaarheid
- Kind is per definitie loyaal aan ouders, wil dat ze trots zijn.
• Streefdoelen opvoeding
Wanneer je een kind krijgt, zul je streefdoelen gaan zetten tot
volwassenheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid. Wanneer
, ouders steeds alles gaan doen voor hun kind, hoe minder zelfstandig
het kind zal zijn en zal het kind later in de problemen komen
aangezien het kind nooit geleerd hebben dingen alleen te doen.
• Eigen ervaringen ouders
Ouders gaan vaak delen van hun opvoeding doorgeven aan hun eigen
kinderen.
- Doorgeven
Fijne jeugd zal doorgegeven worden aan kinderen
- Doorbreken
Wanneer ze het zelf niet goed hadden, gaan ze dit proberen
vermijden door te geven.
- Invloed stress
De ouder valt vaak terug in oude, bekende patronen in
stressvolle situaties.
Hoe je zelf bent opgevoed kan vaak een voorspeller zijn van
hoe je zelf gaat gaan opvoeden.
• Gezin & omgeving
- Overdracht opvattingen
= ouders hebben een bepaalde opvatting die ze delen met een
bepaalde groep.
- Opvattingen worden gedeeld met bepaalde groep
= ouders zijn bewust van de impact op de wereld zich vaak
groeperen en zullen ze hun opvattingen en manier van leven
ook doorgeven aan hun kinderen. Het gaat de opvoeding gaan
beïnvloeden.
Er zijn weinig contacten met anderen waardoor ze geen opvattingen
van anderen kunnen krijgen of dat je sneller hulp krijgt doordat iemand
een breder netwerk heeft en connecties.
• Opvoedingsstijlen
= de samenhang tussen gedragingen, cognities en attitudes van
ouders ten opzichte van opvoeding. Het is een manier om met
kinderen om te gaan.
beginsituatie
De leef- en belevingswereld
- Leefwereld: omgeving waar je terechtkomt/waar je opgroeit
- Belevingswereld: hoe het kind dingen beleefd= innerlijk
Contexten waarin kinderen terechtkomen:
- Gescheiden ouders
- School
- Speelplein
- Hobby
- ..
→ Het is belangrijk om te observeren in welke context het kind zich niet
goed voelt!
De leefwereld van nu en vroeger verschilt:
Vb: van vroeger naar nu voor een kind:
- Hoe we vroeger omgingen met kinderen is veranderd
- Schermgebruik
- Meer oog voor diversiteit
- Geld (frank naar euro)
Er is ook een maatschappelijke evolutie die een invloed heeft op de
waarden en normen van het kind.
Vb: mannen die taken op zich nemen die vroeger enkel vrouwen deden.
- Koken
- De was
- Voor kinderen zorgen
De leefwereld van kinderen vs leerkracht
- Probeer zonder vooroordeel naar kinderen te kijken→ jouw leefwereld
is niet een norm voor iedereen → kijk naar de context van ieder kind
Vb: leerkracht begrijpt niet waarom niet elk kind elke dag naar Karrewiet
kijkt.
- Nieuwsgierig en zonder vooroordelen
, - Zie woordspin van diversiteit in schrift
Het kind in de thuiscontext
• Thuiscontext vs gezin
• Thuiscontext /gezin = ?
• Solidariteitsrelaties + Diversiteit
Gezinsleden zijn degene die door geboorte, adoptie, huwelijk of een
commitment van solidariteit, diepe persoonlijke bindingen hebben en die
op elkaar mogen en kunnen rekenen voor het geven en ontvangen van
steun van welke aard dan ook, voor zover mogelijk en vooral in tijd van
nood
• Bronnen van diversiteit in de thuiscontext:
- Cultuur
= de cultuur bepaalt deels de waarden en normen waarmee
kinderen opgroeien, zoals omgangsvormen en respect
tegenover ouders.
- Religie
= religie speelt een rol in de opvoeding en het sociale milieu,
bv: wanneer Syrische kinderen katholiek zijn of opgroeien in
een religieus gezin.
- Etniciteit Diverse beginsituatie van lln in
de klas
= de bevolkingsgroep waartoe de leerling behoort
(Marokkaans, Belg,..)
= hangt vaak samen met de cultuur en kan zichtbaar zijn in
afkomst
- Sociale achtergrond
= het sociale milieu & maatschappelijke groepering waaruit
het kind komt
- Gezinssamenstelling
Hebben beide invloed op de verbondenheid, competentie
en autonomie van de kinderen. De manier waarop een gezin is
opgebouwd en hoe het wordt opgevoed beïnvloedt )hoe
zelfstandig en sociaal een kind zich ontwikkelt.
, - Opvoedingsstijlen
Relaties:
1. Relatie ouders - kinderen
2. Relatie siblings
3. Relatie tussen ouders
4. Diversiteit in gezinsvormen
5. Etnisch-culturele diversiteit
6. Sociaal-economische status
7. Religie
Relatie ouders-kinderen
• Loyaliteit
Als we het hebben over de relatie tussen ouders en kinderen: die is
normaal heel sterk: contact met de voornaamste opvoeder is al
noodzakelijk vanaf de geboorte.
- Basis ouder-kindrelatie
= loyaliteit is de basis voor deze relatie
- Balans geven-ontvangen
= zodat er een gezonde verbinding kan ontstaan met beide
ouders
= dat geven en ontvangen verschuift in de loop van tijd. Eerst
ontvangt een kind alles van voeding tot liefde en aandacht.
Het kind geeft het terug door te lachen en praten. Hoe
betrouwbaarder de onderlinge relatie met beide ouders is, hoe
loyaler het kind kan zijn aan beide ouders.
Mate van betrouwbaarheid
- Kind is per definitie loyaal aan ouders, wil dat ze trots zijn.
• Streefdoelen opvoeding
Wanneer je een kind krijgt, zul je streefdoelen gaan zetten tot
volwassenheid, zelfstandigheid, verantwoordelijkheid. Wanneer
, ouders steeds alles gaan doen voor hun kind, hoe minder zelfstandig
het kind zal zijn en zal het kind later in de problemen komen
aangezien het kind nooit geleerd hebben dingen alleen te doen.
• Eigen ervaringen ouders
Ouders gaan vaak delen van hun opvoeding doorgeven aan hun eigen
kinderen.
- Doorgeven
Fijne jeugd zal doorgegeven worden aan kinderen
- Doorbreken
Wanneer ze het zelf niet goed hadden, gaan ze dit proberen
vermijden door te geven.
- Invloed stress
De ouder valt vaak terug in oude, bekende patronen in
stressvolle situaties.
Hoe je zelf bent opgevoed kan vaak een voorspeller zijn van
hoe je zelf gaat gaan opvoeden.
• Gezin & omgeving
- Overdracht opvattingen
= ouders hebben een bepaalde opvatting die ze delen met een
bepaalde groep.
- Opvattingen worden gedeeld met bepaalde groep
= ouders zijn bewust van de impact op de wereld zich vaak
groeperen en zullen ze hun opvattingen en manier van leven
ook doorgeven aan hun kinderen. Het gaat de opvoeding gaan
beïnvloeden.
Er zijn weinig contacten met anderen waardoor ze geen opvattingen
van anderen kunnen krijgen of dat je sneller hulp krijgt doordat iemand
een breder netwerk heeft en connecties.
• Opvoedingsstijlen
= de samenhang tussen gedragingen, cognities en attitudes van
ouders ten opzichte van opvoeding. Het is een manier om met
kinderen om te gaan.