HC 1 (introductie)
Gedragsecnomie:
Een veld binnen economie dat als doel heeft economische analyse te verbeteren door
het incorporeren van psychologische meer realistische aannames over menselijk
gedrag omdat belangrijke aannames van het ‘standaard’, rationele, model, namelijk dat
mensen:
- Hun verwachte nut maximaliseren wanneer zij kiezen tussen onzekere
alternatieven
- Zich gedragen zoals ze van tevoren hebben gepland (tijds- consistentie)
- Alleen om zichzelf geven (egoïsme)
..vaak niet opgaan
HC 2
Normatief: hoe moeten mensen kiezen?
Desprictief: hoe kiezen mensen?
Verwachte waarde(EV)
- Tot 1738: bij het maken van een keuze tussen risicovolle opties moet met de
optie kiezen die verwachte waarde maximaliseert
St. Petersburg Paradox
● Als je EV maximaliseert zou je al je spaargeld moeten opgeven om het spel te
spelen?
● Daniel Bernoulli (1738) liet aan de universiteit van Sint-Petersburg zien dat het
maximaliseren van de verwachte waarde geen goed idee is.
● Verwachte waarde (EV) faalt als een normatieve theorie van besluitvorming
onder risico
● Maximaliseren mensen de verwachte waarde wanneer ze kiezen tussen
onzekere alternatieven? (descriptief)
Wat kies je?
● Van de Kuilen et al. (2013): in een representatieve steekproef van 991
Nederlandse respondenten gaf 83% de voorkeur aan loterij B.
● Deze voorkeur is gecorreleerd met leeftijd (+) en opleidingsniveaus (-)
,Belangrijke definities:
● Een persoon is risicoavers als hij/zij de verwachte waarde van een loterij
verkiest boven de loterij zelf.
● Een persoon is risiczoekend als hij/zij de loterij verkiest boven de verwachte
waarde van de loterij
● Een persoon is risiconeutraal als hij/zij indifferent is tussen de verwachte
waarde van een loterij en de loterij zelf.
● Blijkbaar maximaliseren mensen de verwachte waarde niet als zij kiezen tussen
loterijen: EV-maximalisatie is ook geen nauwkeurige descriptieve theorie van
besluitvorming onder risico!
Het verwachte Nutsmodel (EU)
● Bernoulli(1783)/ von Neumann-Morgenstern(1944): risicovolle alternatieven
moeten worden geëvalueerd door de verwachting te nemen in termen van nut
i.p.v termen van verwachte waarde:
● Eerste gedrags-economische inzicht: risicohouding wordt bepaald door
hoeveelheid nut mensen ontlenen aan uitkomsten.
● Het verwachte nutsmodel is de heersende normatieve theorie van besluitvorming
onder risico.
● Kritisch aanname is het onafhankelijkheidsaxioma:
als loterij X wordt gekozen boven Y dan heeft (p: X; 1-p:Z) de voorkeur boven (p: Y,
1-p:Z) voor alle p en alle Z.
De nutsfunctie
● Onder EU bepaalt de vorm van de nutsfunctie risicohouding (en vise versa):
- Afnemend marginaal nut (concave nutsfunctie) impliceert risicoaversie.
- Toenemend marginaal nut (convexe nutsfunctie) impliceert risicozoekendheid.
- Constant marginaal nut (lineair nut) impliceert risico neutraliteit.
,Zekerheidsequivalent
● Stel, Paul maximaliseert EU. ZIjn totale vermogen is 0, hij heeft de nutsfunctie:
● Kiest Paul loterij A of loterij B?
Zekerheidsequivalent: het zekere bedrag dat indifferent maakt tussen het ontvangen
van de loterij en het zekere bedrag.
Risicopremie: het verschil tussen de verwachte waarde van een loterij en het
zekerheidsequivalent.
→ Potentiële winstmarge verzekeringsmaatschappij.
, De Allais Paradox
● Onder EU impliceert een voorkeur voor loterij B boven A:
0.33U(2500) +0.66U(2400) + 0.01U(0) < U(2400)
minus (-) 0.66U(2400) en 0.66U(0) optellen aan beide zijden geeft:
0.33U(2500) + 0.67U(0) < 0.34U(2400) + 0.66U(0)
● Een voorkeur voor loterij C boven D impliceert:
0.33*U(2500) + 0.67U(0) > 0.34U(2400) + 0.66U(0)
● Onder EU kan iemand niet tegelijkertijd de voorkeur geven aan loterij B en C (of
A en D)!
● (Common consequence versie van-) de Allais Paradox.
● Het verwijderen van 66% van het krijgen van $2400 van beide loterijen zou
volgens EU geen invloed moeten hebben op risico voorkeuren
Kansweging
De meeste mensen willen nliever loterij B dan loterij A
.
Gedragsecnomie:
Een veld binnen economie dat als doel heeft economische analyse te verbeteren door
het incorporeren van psychologische meer realistische aannames over menselijk
gedrag omdat belangrijke aannames van het ‘standaard’, rationele, model, namelijk dat
mensen:
- Hun verwachte nut maximaliseren wanneer zij kiezen tussen onzekere
alternatieven
- Zich gedragen zoals ze van tevoren hebben gepland (tijds- consistentie)
- Alleen om zichzelf geven (egoïsme)
..vaak niet opgaan
HC 2
Normatief: hoe moeten mensen kiezen?
Desprictief: hoe kiezen mensen?
Verwachte waarde(EV)
- Tot 1738: bij het maken van een keuze tussen risicovolle opties moet met de
optie kiezen die verwachte waarde maximaliseert
St. Petersburg Paradox
● Als je EV maximaliseert zou je al je spaargeld moeten opgeven om het spel te
spelen?
● Daniel Bernoulli (1738) liet aan de universiteit van Sint-Petersburg zien dat het
maximaliseren van de verwachte waarde geen goed idee is.
● Verwachte waarde (EV) faalt als een normatieve theorie van besluitvorming
onder risico
● Maximaliseren mensen de verwachte waarde wanneer ze kiezen tussen
onzekere alternatieven? (descriptief)
Wat kies je?
● Van de Kuilen et al. (2013): in een representatieve steekproef van 991
Nederlandse respondenten gaf 83% de voorkeur aan loterij B.
● Deze voorkeur is gecorreleerd met leeftijd (+) en opleidingsniveaus (-)
,Belangrijke definities:
● Een persoon is risicoavers als hij/zij de verwachte waarde van een loterij
verkiest boven de loterij zelf.
● Een persoon is risiczoekend als hij/zij de loterij verkiest boven de verwachte
waarde van de loterij
● Een persoon is risiconeutraal als hij/zij indifferent is tussen de verwachte
waarde van een loterij en de loterij zelf.
● Blijkbaar maximaliseren mensen de verwachte waarde niet als zij kiezen tussen
loterijen: EV-maximalisatie is ook geen nauwkeurige descriptieve theorie van
besluitvorming onder risico!
Het verwachte Nutsmodel (EU)
● Bernoulli(1783)/ von Neumann-Morgenstern(1944): risicovolle alternatieven
moeten worden geëvalueerd door de verwachting te nemen in termen van nut
i.p.v termen van verwachte waarde:
● Eerste gedrags-economische inzicht: risicohouding wordt bepaald door
hoeveelheid nut mensen ontlenen aan uitkomsten.
● Het verwachte nutsmodel is de heersende normatieve theorie van besluitvorming
onder risico.
● Kritisch aanname is het onafhankelijkheidsaxioma:
als loterij X wordt gekozen boven Y dan heeft (p: X; 1-p:Z) de voorkeur boven (p: Y,
1-p:Z) voor alle p en alle Z.
De nutsfunctie
● Onder EU bepaalt de vorm van de nutsfunctie risicohouding (en vise versa):
- Afnemend marginaal nut (concave nutsfunctie) impliceert risicoaversie.
- Toenemend marginaal nut (convexe nutsfunctie) impliceert risicozoekendheid.
- Constant marginaal nut (lineair nut) impliceert risico neutraliteit.
,Zekerheidsequivalent
● Stel, Paul maximaliseert EU. ZIjn totale vermogen is 0, hij heeft de nutsfunctie:
● Kiest Paul loterij A of loterij B?
Zekerheidsequivalent: het zekere bedrag dat indifferent maakt tussen het ontvangen
van de loterij en het zekere bedrag.
Risicopremie: het verschil tussen de verwachte waarde van een loterij en het
zekerheidsequivalent.
→ Potentiële winstmarge verzekeringsmaatschappij.
, De Allais Paradox
● Onder EU impliceert een voorkeur voor loterij B boven A:
0.33U(2500) +0.66U(2400) + 0.01U(0) < U(2400)
minus (-) 0.66U(2400) en 0.66U(0) optellen aan beide zijden geeft:
0.33U(2500) + 0.67U(0) < 0.34U(2400) + 0.66U(0)
● Een voorkeur voor loterij C boven D impliceert:
0.33*U(2500) + 0.67U(0) > 0.34U(2400) + 0.66U(0)
● Onder EU kan iemand niet tegelijkertijd de voorkeur geven aan loterij B en C (of
A en D)!
● (Common consequence versie van-) de Allais Paradox.
● Het verwijderen van 66% van het krijgen van $2400 van beide loterijen zou
volgens EU geen invloed moeten hebben op risico voorkeuren
Kansweging
De meeste mensen willen nliever loterij B dan loterij A
.