INTERSECTIONALITEITS- EN
DIVERSITEITSSTUDIES
1. DIVERSITEIT ALS CONCEPT IN DE SAMENLEVING
1.1. DIVERSITEIT
Hot topic in:
- Publieke sfeer en beleid: normatief of instrumenteel
- 1960: nieuwe sociale bewegingen
- Identiteit-gebaseerde bewegingen
o Rechten, gelijke behandeling, symbolische erkenning
o Grote verandering t.a.v. wetten, beleid, attitudes, …
Categoriaal = bepaalde diversiteit, voor een specifieke groep.
1.2. DIVERSITEIT IN DE PUBLIEKE SFEER
Shift en merging naar diversiteits-agenda:
- Van anti-discriminatie naar “vieren” van diversiteit
o Representatie: weerspiegeling in de samenleving.
o Competitie: marktaandeel vergroten tonen aan klanten dan ze ‘pro-
diversiteit’ zijn.
Diversity washing = self-serving agenda meer kapitalistisch i.p.v.
echt diversiteit + ook niet altijd geïmplementeerd in het bedrijf.
o Recognition (erkenning): streven naar erkenning en rechtzetting cultureel
leed (kolonialisme)
o Redistribution (herverdeling): streven naar gelijktrekken historische
discriminatie
o Provision (voorzieningen): streven naar een divers team om de werking
en/of prestaties te verbeteren.
Conclusie: diversiteit wordt een vaag, allesomvattend concept.
Zowel normativiteit (witte mannen) en instrumentaliteit (voordeel) aanwezig.
Sociale en geesteswetenschappen: kritisch en analytisch
- Bewust conceptueel onderscheid tussen wetenschap en publiek discours
o Diversiteit en diversiteit is twee
Praktijk diversiteit is niet hetzelfde als hoe onderzoekers diversiteit
bestuderen.
categories of practice ≠ categories of analysis
Bijvoorbeeld: categorie die de overheid gebruikt = nationaliteit
Maar wat met 2de en 3de generatie?
Bijvoorbeeld: idee body is afhankelijk van regio, context en tijd.
Het is dus nodig dat de wetenschap vaste waarden heeft sommige zaken moeten naar
voren gebracht worden omdat ze ongelijkheid met zich meebrengen + beschermd via
antidiscriminatiewetten in België = wetenschappelijke onderzoekstradities.
1
, 1.2.1. CATEGORIE ALS FILTER
Lens = in de kleurboek van diversiteit de lens opleggen en focussen op één categorie
(bijv. gender)
Voordelen Nadelen
- Zien in de chaos - Creëert verschillen tussen mensen
- Verminderen van complexiteit - Vergroot verschillen
- Noodzakelijk om (on)gelijkheid op - Creëert biases in onze geest
te sporen en te monitoren
Maar: we moeten hierbij realiseren dat categorieën sociale constructies zijn
- Veranderbaar
- Contextafhankelijk Voorbeeld ‘ras’ in de VS & in EU
- Verschil is continu, niet categoriaal
Deze hokjes zijn artificiële knip = verschil in schakering. De realiteit is een continue
verschil.
1.2.2. GEBRUIK VAN CATEGORIEËN
- Wie maakt de categorieën?
- Hoe evolueert de betekenis van categorieën?
- Wie herkent zich in de categorieën?
Wanneer is het ok?
- Processen van agency en macht
o Bijv. queer als scheldwoord zelflabeling
o Bijv. seksuele geaardheid van de Kinsey’ scale – kunnen vallen op zowel
mannen als vrouwen = nu wordt deze scale beperkt beschouwt, toen
revolutionair.
3 strategische manieren om categorieën te gebruiken:
1. Intercategorisch = complexiteit van ongelijkheid, tonen van verschillen tussen
groepen.
Tussen = groepen met elkaar gaan vergelijken.
2. Intracategorisch = ervaringen van specifieke (sub)groepen blootleggen.
Binnen = rijkheid binnen de groep.
3. Anticategorisch = deconstrueren van categorieën (processen ontleden).
Tegen = kritisch in vraag gaan stellen.
1.3. SUPERDIVERSITEIT (VERTOVEC)
Waar komt het concept vandaan?
20ste VS 21ste eeuw
kwantitatieve verandering:
- Stijging van mensen met migratieachtergrond
- Vooral in grote steden
Kwalitatieve verandering
- Verandering in migratiepatronen en de gevolgen daarvan voor de samenleving
- Groeiende diversiteit in de diversiteit
Bijvoorbeeld:
2
, Gastarbeiders in de jaren ’60 uit Italië, Turkije en Marokko – dit gebeurde op
een georganiseerde manier vanuit de Belgische staat = op uitnodiging.
Mensen werken:
- Risicovolle jobs
- Jonge mannen = fysiek werk
Nu: niet meer georganiseerd & een toenemende diversiteit in:
- Land van herkomst
- Migratiekanaal
- Legale status
- Kleinere subgroepen uit meer verschillende plaatsen met meer verschillende
noden
Dit leidt tot superdiversiteit in:
- Geslachtssamenstelling
- Leeftijd
- SES en werkervaring
- Duur
Multiculturalisme
bevorderen tolerantie & respect voor groepen & collectieve identiteiten
o Anti-discriminatie
o Openbare dienstverleningen
o Mogelijkheden groepsvertegenwoordiging
Kritieken op multiculturalisme
- Opzet = mislukt
- We zijn niet in staat om te gaan met huidige flux.
Migratie vandaag = individuele behoeften, uitsluiting, kleinere groepen, verschillende
statussen
- Idee overleg structuur werkt niet meer
- SES heeft een sterke impact op noden, niet enkel etniciteit
Post-multiculturalisme:
Is er een nieuw beleid nodig?
- Burgerschapscursussen (dubbel)
- Taaltesten
o Actief tonen dat je erbij wilt horen
o Nadruk op integratie en sociale cohesie
Zoeken naar sterke gedeelde identiteit en waarden EN culturele verschillen aanvaarden.
Kritiek:
- Woord migratie?
Beter mobiliteit i.p.v. migratie?
Te etniciteitsgericht
- Mensen hebben meerdere identiteiten
- Etniciteit als meester-identiteit? Vooral uit beleidsperspectief?
- Superdiversiteit binnen migratie, maar ook daarbuiten
Samenleving = altijd superdivers geweest
3
, (bijv. landbouwers die trokken naar het centrum)
Woordgebruik superdiversiteit mega? Hyper?
Enkele dimensies zijn extra salient omdat ze vast hangen met ongelijkheid.
Conclusie:
- Erkennen van diversiteit alleen om te voldoen aan dominante normen
- Diversiteit is de norm – ermee omgaan en het inzetten als meerwaarde is
de uitdaging.
- Ons fundamentele denken over diversiteit ontkent diversiteit als
basisprincipe
Dus:
- Diversiteit breed interpreteren
- Focus op één dimensie is gevaarlijk, want statisch
- Individuele & groepsdimensie
o Meervoudige identiteiten
o Dynamisch & complex
o Kruispuntdenken
Diversiteitsstudies probeert een overkoepelend perspectief te krijgen boven de
wetenschappelijke onderzoekstradities elk met eigen jargon, theorie en modellen.
1.4. DE ORGANISATIE VAN DIVERSITEIT
1.4.1. EXCLUSIE
Het VN-verdrag voor de rechten van het kind = iedereen recht op onderwijs. MAAR
kinderen met een handicap vrijstelling van de leerplicht bij onvoldoende
zelfredzaamheid of minimum ontwikelingsleeftijd.
1.4.2. SEGREGATIE
Aparte instellingen die apart georganiseerd worden (bijv. bijzonder onderwijs)
Legitimeerd rationaal: hebben speciale noden MAAR verschil in kwaliteit
1.4.3. INTEGRATIE
Bijv. OKAN-klas, verschillende godsdiensten op school, aparte LO-lessen, aparte seksuele
opvoeding.
1.4.4. INCLUSIE
4
DIVERSITEITSSTUDIES
1. DIVERSITEIT ALS CONCEPT IN DE SAMENLEVING
1.1. DIVERSITEIT
Hot topic in:
- Publieke sfeer en beleid: normatief of instrumenteel
- 1960: nieuwe sociale bewegingen
- Identiteit-gebaseerde bewegingen
o Rechten, gelijke behandeling, symbolische erkenning
o Grote verandering t.a.v. wetten, beleid, attitudes, …
Categoriaal = bepaalde diversiteit, voor een specifieke groep.
1.2. DIVERSITEIT IN DE PUBLIEKE SFEER
Shift en merging naar diversiteits-agenda:
- Van anti-discriminatie naar “vieren” van diversiteit
o Representatie: weerspiegeling in de samenleving.
o Competitie: marktaandeel vergroten tonen aan klanten dan ze ‘pro-
diversiteit’ zijn.
Diversity washing = self-serving agenda meer kapitalistisch i.p.v.
echt diversiteit + ook niet altijd geïmplementeerd in het bedrijf.
o Recognition (erkenning): streven naar erkenning en rechtzetting cultureel
leed (kolonialisme)
o Redistribution (herverdeling): streven naar gelijktrekken historische
discriminatie
o Provision (voorzieningen): streven naar een divers team om de werking
en/of prestaties te verbeteren.
Conclusie: diversiteit wordt een vaag, allesomvattend concept.
Zowel normativiteit (witte mannen) en instrumentaliteit (voordeel) aanwezig.
Sociale en geesteswetenschappen: kritisch en analytisch
- Bewust conceptueel onderscheid tussen wetenschap en publiek discours
o Diversiteit en diversiteit is twee
Praktijk diversiteit is niet hetzelfde als hoe onderzoekers diversiteit
bestuderen.
categories of practice ≠ categories of analysis
Bijvoorbeeld: categorie die de overheid gebruikt = nationaliteit
Maar wat met 2de en 3de generatie?
Bijvoorbeeld: idee body is afhankelijk van regio, context en tijd.
Het is dus nodig dat de wetenschap vaste waarden heeft sommige zaken moeten naar
voren gebracht worden omdat ze ongelijkheid met zich meebrengen + beschermd via
antidiscriminatiewetten in België = wetenschappelijke onderzoekstradities.
1
, 1.2.1. CATEGORIE ALS FILTER
Lens = in de kleurboek van diversiteit de lens opleggen en focussen op één categorie
(bijv. gender)
Voordelen Nadelen
- Zien in de chaos - Creëert verschillen tussen mensen
- Verminderen van complexiteit - Vergroot verschillen
- Noodzakelijk om (on)gelijkheid op - Creëert biases in onze geest
te sporen en te monitoren
Maar: we moeten hierbij realiseren dat categorieën sociale constructies zijn
- Veranderbaar
- Contextafhankelijk Voorbeeld ‘ras’ in de VS & in EU
- Verschil is continu, niet categoriaal
Deze hokjes zijn artificiële knip = verschil in schakering. De realiteit is een continue
verschil.
1.2.2. GEBRUIK VAN CATEGORIEËN
- Wie maakt de categorieën?
- Hoe evolueert de betekenis van categorieën?
- Wie herkent zich in de categorieën?
Wanneer is het ok?
- Processen van agency en macht
o Bijv. queer als scheldwoord zelflabeling
o Bijv. seksuele geaardheid van de Kinsey’ scale – kunnen vallen op zowel
mannen als vrouwen = nu wordt deze scale beperkt beschouwt, toen
revolutionair.
3 strategische manieren om categorieën te gebruiken:
1. Intercategorisch = complexiteit van ongelijkheid, tonen van verschillen tussen
groepen.
Tussen = groepen met elkaar gaan vergelijken.
2. Intracategorisch = ervaringen van specifieke (sub)groepen blootleggen.
Binnen = rijkheid binnen de groep.
3. Anticategorisch = deconstrueren van categorieën (processen ontleden).
Tegen = kritisch in vraag gaan stellen.
1.3. SUPERDIVERSITEIT (VERTOVEC)
Waar komt het concept vandaan?
20ste VS 21ste eeuw
kwantitatieve verandering:
- Stijging van mensen met migratieachtergrond
- Vooral in grote steden
Kwalitatieve verandering
- Verandering in migratiepatronen en de gevolgen daarvan voor de samenleving
- Groeiende diversiteit in de diversiteit
Bijvoorbeeld:
2
, Gastarbeiders in de jaren ’60 uit Italië, Turkije en Marokko – dit gebeurde op
een georganiseerde manier vanuit de Belgische staat = op uitnodiging.
Mensen werken:
- Risicovolle jobs
- Jonge mannen = fysiek werk
Nu: niet meer georganiseerd & een toenemende diversiteit in:
- Land van herkomst
- Migratiekanaal
- Legale status
- Kleinere subgroepen uit meer verschillende plaatsen met meer verschillende
noden
Dit leidt tot superdiversiteit in:
- Geslachtssamenstelling
- Leeftijd
- SES en werkervaring
- Duur
Multiculturalisme
bevorderen tolerantie & respect voor groepen & collectieve identiteiten
o Anti-discriminatie
o Openbare dienstverleningen
o Mogelijkheden groepsvertegenwoordiging
Kritieken op multiculturalisme
- Opzet = mislukt
- We zijn niet in staat om te gaan met huidige flux.
Migratie vandaag = individuele behoeften, uitsluiting, kleinere groepen, verschillende
statussen
- Idee overleg structuur werkt niet meer
- SES heeft een sterke impact op noden, niet enkel etniciteit
Post-multiculturalisme:
Is er een nieuw beleid nodig?
- Burgerschapscursussen (dubbel)
- Taaltesten
o Actief tonen dat je erbij wilt horen
o Nadruk op integratie en sociale cohesie
Zoeken naar sterke gedeelde identiteit en waarden EN culturele verschillen aanvaarden.
Kritiek:
- Woord migratie?
Beter mobiliteit i.p.v. migratie?
Te etniciteitsgericht
- Mensen hebben meerdere identiteiten
- Etniciteit als meester-identiteit? Vooral uit beleidsperspectief?
- Superdiversiteit binnen migratie, maar ook daarbuiten
Samenleving = altijd superdivers geweest
3
, (bijv. landbouwers die trokken naar het centrum)
Woordgebruik superdiversiteit mega? Hyper?
Enkele dimensies zijn extra salient omdat ze vast hangen met ongelijkheid.
Conclusie:
- Erkennen van diversiteit alleen om te voldoen aan dominante normen
- Diversiteit is de norm – ermee omgaan en het inzetten als meerwaarde is
de uitdaging.
- Ons fundamentele denken over diversiteit ontkent diversiteit als
basisprincipe
Dus:
- Diversiteit breed interpreteren
- Focus op één dimensie is gevaarlijk, want statisch
- Individuele & groepsdimensie
o Meervoudige identiteiten
o Dynamisch & complex
o Kruispuntdenken
Diversiteitsstudies probeert een overkoepelend perspectief te krijgen boven de
wetenschappelijke onderzoekstradities elk met eigen jargon, theorie en modellen.
1.4. DE ORGANISATIE VAN DIVERSITEIT
1.4.1. EXCLUSIE
Het VN-verdrag voor de rechten van het kind = iedereen recht op onderwijs. MAAR
kinderen met een handicap vrijstelling van de leerplicht bij onvoldoende
zelfredzaamheid of minimum ontwikelingsleeftijd.
1.4.2. SEGREGATIE
Aparte instellingen die apart georganiseerd worden (bijv. bijzonder onderwijs)
Legitimeerd rationaal: hebben speciale noden MAAR verschil in kwaliteit
1.4.3. INTEGRATIE
Bijv. OKAN-klas, verschillende godsdiensten op school, aparte LO-lessen, aparte seksuele
opvoeding.
1.4.4. INCLUSIE
4