C1: Inleiding - 24/02/2023
2 deelexamens op dezelfde dag. Deel 1 (40%): Coppens zijn stof; kennisvragen en toepassingsvragen. Voor
eisen zie dia ppt H1. Deel 2 (60%): Vloebergh; over wetgeving en RO. Dit deel is doorgaans meerkeuze.
Voorbeeldvragen staan in de reader.
Hoofdstuk 1: Wat is ruimtelijke planning?
“Spatial planning refers to the methods used largely by the public sector to in uence the future distribution
of activities in space” (eerste inventaris verschillende wetgevingen inzage planning, EU Compendium, 1999).
-> Ruimtelijke planning = ruimtelijke allocatie/distributie vraagstuk.
Allocatie: toewijzing in de ruimte; op welke plek je activiteiten gaat plaatsen
Distributie: hoeveelheid functies die je moet voorzien
- Public sector:
- overheidsactiviteit
- Private sectoren
- Future-oriented
- Toekomstgericht: horizon van 10-15 jaar, soms 30 jaar. Ver vooruit kijken.
- Maar ook heden: ruimtelijk management & beheer (vergunningenbeleid)
- Activities in space
- Functions: woonfuncties, lucratieve functies
- Form: vastleggen voor welke gebieden enkel vrijstaande woningen moeten komen en bijvoorbeeld
rijtjes. Kleur van de baksteen vastleggen.
Ruimtelijke ordening / urban planning / spatial planning / Aménagement du territoire / Raumordnung
- Beleidsdomein, administratie (Ruimte Vlaanderen op Vlaams niveau).
- Vergunningenapparaat, handhaven en monitoring.
- Ook: resultaat van ruimtelijke ontwikkeling (de ruimtelijke orde).
Stedenbouw / urban design / urbanisme
- Gericht op ontwerp & fysiek-ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Meer geassocieerd met
ingenieurswetenschappen en architectuur. Minder de manier waarop beleid wordt gemaakt.
- Ook: verwijzend naar stadsdiensten stedenbouw (vergunningen).
Stadsontwikkeling / urban development / développement urbain
- Gericht op sociaal-ruimtelijke
ontwikkeling van de stad; gaat
enerzijds over vorm en functie maar
ook de programmering van die
functies.
- Vaak inter-/multidisciplinair
Planologie:
- Wetenschappelijke re ectie over
ruimtelijke planning
- Wortels in ingenieurswetenschappen
(architectuur), sociale geogra e,
sociologie, politieke wetenschappen.
Vele disciplines moeten met elkaar
samenwerken in ruimtelijke planning,
maar verschillende disciplines spreken
een verschillend vakjargon. Ook is er
een strijd in belangen. Clan strijd.
Multidisciplinariteit is zowel een
uitdaging als een verrijking.
Focus in het vak ligt op het middelste
stuk van het schema.
fl fi fl
,Waarom ruimtelijke planning (volgens Compendium 1999)
- More rational territorial organization of land use and the linkages between them: bijv bedrijven niet te
dichtbij woonwijken en scholen in nabijheid van woonkernen.
- To balance demands for development with the need to protect the environment: duurzaamheid,
afweging tussen harde sectoren (wonen, werken, ontspanning) en zachte sectoren (natuur, landbouw).
Afweging tussen verschillende ruimteclaims op eenzelfde gebied (balance); doorgaans meer vragen dan
ruimte beschikbaar. Even stukje terugluisteren hoor.
- To achieve social and economic objectives
Maatschappelijke doelen van planning:
- Militaire doelstellingen: veiligheid. Autosnelwegen in België zijn bedacht tijdens WOII om militair geheel
van de ene naar de andere kant van het land te brengen.
- Bv fortengordel Antwerpen
- Leeuwarden (Leoverdia)
- Economische doelstellingen
- Bv Streekontwikkeling door bedrijventerreinen
- Bv Albertkanaal, om internationale bedrijven aan te trekken en tewerkstelling stimuleren
- Bv uitbouw van knooppunten langs openbaar vervoer
- Sociale doelstellingen (terugluisteren)
- Bv voorzien van huisvesting voor lokale bewoners
- Bv planning van bijkomende voorzieningen zoals scholen e.d.
- Politieke doelstellingen
- Bv groene rand van Brussel vrijwaren van verfransing. Eigenlijk is dat geen groene gordel (bebouwing,
luchthaven). Bouwstop om suburbanisatie van Brussel te doen stimuleren. Hiermee ook proberen
armere mensen niet mee te laten suburbaniseren maar juist rijkeren. Uitsluiting vanuit een politieke
doelstelling.
- Ecologische doelstellingen
- Bv vrijwaren van grote gebieden van ontwikkeling voor natuurdoeleinden
- Grootste uitdaging is het klimaat; mitigatie en adaptatie maatregelen nodig. Grote uitdagingen
vandaag; toenemende neerslag in de winter, droogte in de zomer, overstromingen (door rechttrekken
van rivieren zodat het water sneller wordt afgevoerd, nu juist doelstelling om rivieren weer meer terug
te laten meanderen), droogtestress/schaarste drinkwater.
- Esthetische doelstellingen
- Landschappelijke kwaliteit
- In Vlaanderen wordt dit niet zo goed gedaan, eigen bouwstijl op je eigen perceel (Arcadia Revisited).
Ugly Belgian houses.
Maatschappelijke doel wet op de stedenbouw (1962)
Art1. De ruimtelijke ordening van het land, de streken, gewesten en gemeenten wordt vastgesteld in
plannen. Die ordening wordt ontworpen zowel uit economisch, sociaal en esthetisch oogpunt als met het
doel 's lands natuurschoon ongeschonden te bewaren
Art 1.1.4 Codex (huidige wetgeving, meest recent)
I. “De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd
wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het
gedrang gebracht worden.
II. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig
tegen elkaar afgewogen. (Natuurclaims bijv.)
III. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de
culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke
kwaliteit”.
Wat gebeurt er als je geen ruimtelijke planning hebt? VB Oeganda. Steden groeien super snel, snelle
leegloop van landbouwgebieden. In 30 jaar miljoenen extra bewoners in de stad, ongeveer 8x zo groot
geworden. Overheid heeft geen tijd om infrastructuur aan te leggen. Veel delen hebben geen riolering/
verharde wegen. Wel massaal veel wagens, auto’s op de wegen staan stil. Omdat alles is volgebouwd is er
ook niet echt ruimte meer om wegen aan te leggen en moeten er dus delen onteigend worden. Mensen zijn
zelf eigenlijk ook geen eigendom van de grond (onderhandelen? Wie bepaalt? Koning? Dorpshoofd?).
Neemt tijd in beslag en die tijd is er niet omdat de stad dus zooooo snel groeit. Stad organiseert zich
organisch.
, Oplossing Oegandese overheid: focus op middelgrote steden waar nog wel geïnvesteerd kan worden in
infrastructuur en planning. Groei van Kampala naar de geplande secundaire steden.
Argumenten voor planning - Marktargumenten
1. Undersupply van publieke en gemeenschappelijke goederen. Zonder overheidsinterventie ontstaat die
undersupply.
Rival: schaars goed
Publieke goederen: plein, straten
- private eigendom (excludable en rival); exclusieve
eigenaar
- Club goederen: als je lid bent mag je gebruik maken. VB
gated community. Vooral in VS. Non-rival, excludable.
- Common goods: gemeenschapsgoederen, common
pool resources, graaswijdes. rival en non-excludable.
Beheerssytemen om de Commons te laten werken. 2012
Nobelprijs economie gegaan naar Eleanor Ostrom over
Commons governing. Omgaan met gemeenschappelijke
goederen.
- Public goods: non-rival en non-excludable (vb: lucht, vertrouwen in de overheid).
Tragedy of the commons. Vanuit individueel perspectief heeft iedere herder er baat bij om een extra
schaap te nemen maar vanuit collectief perspectief is het niet slim. Door free ridership: individuele
belang spoort niet met het collectieve belang. Komt veel terug in stedenbouw; beheer van semi-
publieke ruimtes. Hoe kan je dat doen: monitoring, sanctiesysteem, begrenzing van systeem met de
Commons (geen buitenstaanders die het systeem komen verstoren).
2. Er moet ingegrepen worden op externaliteiten op de grondmarkt.
Externaliteit: een kost voor een partij die die kost niet heeft veroorzaakt (externe kost), e ecten die
voortkomen uit een handeling. VB: luchtvervuiling door autorijden. Externaliteiten worden door de
overheid geprobeerd te minimaliseren.
- Positieve externaliteiten
- Negatieve externaliteiten
- Ruimtelijke externaliteiten: komen tot stand door nabijheid
Door nabijheid zijn er vele externaliteiten op de grondmarkt. Mijn ruimtelijke handelingen beïnvloeden de
ruimtelijke handelingen van mijn buur, maar ik betaal er geen marktprijs voor.
Hoe ga je met externaliteiten om? 2 benaderingen:
1. Internaliseren: als je een vlucht boekt moet je een bepaalde kost vergoeden, belasting erop leggen,
kosten internaliseren. He ngen vanuit de overheid.
2. Een markt maken van externaliteiten: een markt van CO2, emissierechten verhandelen, meest
optimale allocatie van externaliteiten. Bedrijven die het het meest nodig hebben zullen het meeste
emissierechten kopen.
3. Distributieve problemen: e ect van marktwerking is vaak dat er een Matteuse ect ontstaat: zij die
hebben zullen krijgen. Bijv: steden die reeds goed uitgebouwd zijn groeien beter dan kleinere steden ->
ongelijke regionale ontwikkeling. VB Frankrijk: Parijs, buiten
Parijs niet zulke grote steden als Parijs. Net als Oeganda
Kampala. België: BRX ANT GENT; economische groei, verder in
Vlaanderen amper. Europa: blue banana.
Ruimtelijke verdringing van zwakke economische functies door
sterke economische functies
- Onderaanbod van zwakke functies
- Verarming van diversiteit van functies (in een buurt); vaak bij
vernieuwende buurten (gentri cation). VB: Eilandje, vroeger ruwe
omgeving met industrie met divers pallet van functies. Momenteel
verdwijnen economische activiteiten en grondprijzen stijgen snel.
-> Residentieel gebied. Saaie wijken met eenzijdige bewonerspro elen.
Gentri catie -> grondprijzen stijgen -> sociale/culturele functies verdwijnen -> komst van vastgoed zoals
appartementen ten koste van bijvoorbeeld kleine bedrijfjes die er eerst gevestigd waren.
Lifecycle van een buurt: bijv Eilandje daar gaan nu wel wat rijkere mensen wonen, die zijn ook vaak
fi ffiff fi fi ff ff
, wat ouder, over 30/40 jaar dan zijn die mensen dood en dan dan staat er dus verouderd vastgoed leeg.
Jane Jacobs.
4. Hoge transactiekosten. Transactiekosten: kosten om tot een transactie te komen.
- Indien de markt niet is gereguleerd treedt er een grote mate van onzekerheid op en dus ook grote
transactiekosten.
- Wat is de waarde van een stuk grond indien de bestemming niet vastligt?
- Een gereguleerde markt vermindert het risico bij markttransacties; gereguleerde transactiekosten
- Kopers van gronden kennen hun toekomstige ‘ontwikkelingsrechten’.
Argumenten voor en tegen planning (Klosterman 1985)
Tegen:
- Liberale kritiek:
- Centrale planning door de overhead verhindert lokaal initiatief en zet een rem op economische groei
- Want: marktwerking leidt tot de meest e ciënte allocatie door een evenwicht in vraag en aanbod.
Afstemming (type) woningbouw op toekomstige demogra e. Je kan nooit zeker weten wat de
demogra sche ontwikkeling zal zijn; mensen hebben eigen redenen om te kiezen voor een type
woning. Keuzes van de overheid kunnen leiden tot teleurstellingen. NL: centrale planning (dus voor alle
mensen vooraf beslissen in wat voor type huis ze gaan wonen). Centrale planning leidt tot afname van
individuele keuzevrijheid.
- Centrale planning beschikt nooit over voldoende informatie om de juiste beslissing te nemen en kan
nooit tot een juist optimum komen.
- Adam Schmidt: onzichtbare hand. Zelf regulerend e ect van een markt waar iedereen slechts
eigenbelang nastreeft. Prijs vormt het evenwicht. Zorgt dat je tot de meest e ciënte allocatie komt.
Spelen met vraag en aanbod. Vraag > aanbod = hogere prijs. Aanbod > vraag = lagere prijs. (Kritiek in
de les: geen sociaal evenwicht)
- Houding tov planning: “beetje minder planning beetje meer markt” (Politiek rechts)
- Ook: neoliberale kritiek op planning.
- Neomarxistische kritiek
- Bestendigt machtsongelijkheid
- Is instrument om ingebakken tegenstelling van het kapitalisme te remediëren.
- Marx: kapitalisme (marktwerking) is altijd tegenstelling tussen degenen die kapitaal hebben
(fabrieksdirecteur) en arbeiders. Altijd in belang van producent om arbeiders zo laag mogelijk loon te
geven. Con ict tussen arbeider en kapitalist. -> revolutie van arbeiders nodig.
- Neomarxistische school: jaren 60-70; nadruk op rol van de staat in onderhoud van en contradictie
tussen arbeid en kapitaal. Overheid is er om ervoor te zorgen dat er gemedieerd wordt en moeilijke
punten van de kapitalistische modus worden afgevijld. Emissiehandel is bijv een systeem van de
overheid en planners werken daaraan mee. Planners zijn ‘handpoppen’ van de overheid. David Harvey.
- Houding tov planning: “planners moeten buiten de overheid werken”
Kritiek binnen planning:
- Kritiek op legitimiteit van planning en het algemeen belang (wie bepaalt het ‘algemeen belang’?).
NIMBY-mensen: denken alleen maar aan hun eigen belang.
- Rationeel comprehensie model
- Mutual adjustment en pluralisme
- Communicatieve planning en deliberatie democratie.
Kritiek op planners zelf:
- Pseudowetenschappelijk (Jacobs); jaren 60, modernisme dominant, Le Corbusier (zij haat hem!!!!).
Kritiek van Jacobs: zij hebben de ideeën nooit getoetst, hebben geen auw benul, geen observaties
gedaan, gewoon bepaald zo hup dit moet er gebeuren. Observeren leidt tot andere conclusies. Niet een
park maar voetpaden zijn belangrijkste publieke ruimtes. “Eyes on the street”; sociale controle. Winkels.
- Naïef technocratisch: grote ontwerpers zijn gericht op spektakel ontwerpen. VB: woonwijk onteigenen
alleen voor het zicht van het station. Is dat het algemeen belang?
- Planners zijn niet neutraal en nemen politieke rol over: opereren vaak niet in het algemeen belang maar
streven zelf een particulier belang na.
Belangrijkste onderdelen:
• Je kent de de nitie van ruimtelijke planning en aanverwante begrippen.
• Je kan argumenten voor en tegen ruimtelijke planning geven met de correcte begrippen.
fi fl fi ffi ff fi fl ffi
2 deelexamens op dezelfde dag. Deel 1 (40%): Coppens zijn stof; kennisvragen en toepassingsvragen. Voor
eisen zie dia ppt H1. Deel 2 (60%): Vloebergh; over wetgeving en RO. Dit deel is doorgaans meerkeuze.
Voorbeeldvragen staan in de reader.
Hoofdstuk 1: Wat is ruimtelijke planning?
“Spatial planning refers to the methods used largely by the public sector to in uence the future distribution
of activities in space” (eerste inventaris verschillende wetgevingen inzage planning, EU Compendium, 1999).
-> Ruimtelijke planning = ruimtelijke allocatie/distributie vraagstuk.
Allocatie: toewijzing in de ruimte; op welke plek je activiteiten gaat plaatsen
Distributie: hoeveelheid functies die je moet voorzien
- Public sector:
- overheidsactiviteit
- Private sectoren
- Future-oriented
- Toekomstgericht: horizon van 10-15 jaar, soms 30 jaar. Ver vooruit kijken.
- Maar ook heden: ruimtelijk management & beheer (vergunningenbeleid)
- Activities in space
- Functions: woonfuncties, lucratieve functies
- Form: vastleggen voor welke gebieden enkel vrijstaande woningen moeten komen en bijvoorbeeld
rijtjes. Kleur van de baksteen vastleggen.
Ruimtelijke ordening / urban planning / spatial planning / Aménagement du territoire / Raumordnung
- Beleidsdomein, administratie (Ruimte Vlaanderen op Vlaams niveau).
- Vergunningenapparaat, handhaven en monitoring.
- Ook: resultaat van ruimtelijke ontwikkeling (de ruimtelijke orde).
Stedenbouw / urban design / urbanisme
- Gericht op ontwerp & fysiek-ruimtelijke ontwikkeling van de stad. Meer geassocieerd met
ingenieurswetenschappen en architectuur. Minder de manier waarop beleid wordt gemaakt.
- Ook: verwijzend naar stadsdiensten stedenbouw (vergunningen).
Stadsontwikkeling / urban development / développement urbain
- Gericht op sociaal-ruimtelijke
ontwikkeling van de stad; gaat
enerzijds over vorm en functie maar
ook de programmering van die
functies.
- Vaak inter-/multidisciplinair
Planologie:
- Wetenschappelijke re ectie over
ruimtelijke planning
- Wortels in ingenieurswetenschappen
(architectuur), sociale geogra e,
sociologie, politieke wetenschappen.
Vele disciplines moeten met elkaar
samenwerken in ruimtelijke planning,
maar verschillende disciplines spreken
een verschillend vakjargon. Ook is er
een strijd in belangen. Clan strijd.
Multidisciplinariteit is zowel een
uitdaging als een verrijking.
Focus in het vak ligt op het middelste
stuk van het schema.
fl fi fl
,Waarom ruimtelijke planning (volgens Compendium 1999)
- More rational territorial organization of land use and the linkages between them: bijv bedrijven niet te
dichtbij woonwijken en scholen in nabijheid van woonkernen.
- To balance demands for development with the need to protect the environment: duurzaamheid,
afweging tussen harde sectoren (wonen, werken, ontspanning) en zachte sectoren (natuur, landbouw).
Afweging tussen verschillende ruimteclaims op eenzelfde gebied (balance); doorgaans meer vragen dan
ruimte beschikbaar. Even stukje terugluisteren hoor.
- To achieve social and economic objectives
Maatschappelijke doelen van planning:
- Militaire doelstellingen: veiligheid. Autosnelwegen in België zijn bedacht tijdens WOII om militair geheel
van de ene naar de andere kant van het land te brengen.
- Bv fortengordel Antwerpen
- Leeuwarden (Leoverdia)
- Economische doelstellingen
- Bv Streekontwikkeling door bedrijventerreinen
- Bv Albertkanaal, om internationale bedrijven aan te trekken en tewerkstelling stimuleren
- Bv uitbouw van knooppunten langs openbaar vervoer
- Sociale doelstellingen (terugluisteren)
- Bv voorzien van huisvesting voor lokale bewoners
- Bv planning van bijkomende voorzieningen zoals scholen e.d.
- Politieke doelstellingen
- Bv groene rand van Brussel vrijwaren van verfransing. Eigenlijk is dat geen groene gordel (bebouwing,
luchthaven). Bouwstop om suburbanisatie van Brussel te doen stimuleren. Hiermee ook proberen
armere mensen niet mee te laten suburbaniseren maar juist rijkeren. Uitsluiting vanuit een politieke
doelstelling.
- Ecologische doelstellingen
- Bv vrijwaren van grote gebieden van ontwikkeling voor natuurdoeleinden
- Grootste uitdaging is het klimaat; mitigatie en adaptatie maatregelen nodig. Grote uitdagingen
vandaag; toenemende neerslag in de winter, droogte in de zomer, overstromingen (door rechttrekken
van rivieren zodat het water sneller wordt afgevoerd, nu juist doelstelling om rivieren weer meer terug
te laten meanderen), droogtestress/schaarste drinkwater.
- Esthetische doelstellingen
- Landschappelijke kwaliteit
- In Vlaanderen wordt dit niet zo goed gedaan, eigen bouwstijl op je eigen perceel (Arcadia Revisited).
Ugly Belgian houses.
Maatschappelijke doel wet op de stedenbouw (1962)
Art1. De ruimtelijke ordening van het land, de streken, gewesten en gemeenten wordt vastgesteld in
plannen. Die ordening wordt ontworpen zowel uit economisch, sociaal en esthetisch oogpunt als met het
doel 's lands natuurschoon ongeschonden te bewaren
Art 1.1.4 Codex (huidige wetgeving, meest recent)
I. “De ruimtelijke ordening is gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd
wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het
gedrang gebracht worden.
II. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig
tegen elkaar afgewogen. (Natuurclaims bijv.)
III. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de
culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke
kwaliteit”.
Wat gebeurt er als je geen ruimtelijke planning hebt? VB Oeganda. Steden groeien super snel, snelle
leegloop van landbouwgebieden. In 30 jaar miljoenen extra bewoners in de stad, ongeveer 8x zo groot
geworden. Overheid heeft geen tijd om infrastructuur aan te leggen. Veel delen hebben geen riolering/
verharde wegen. Wel massaal veel wagens, auto’s op de wegen staan stil. Omdat alles is volgebouwd is er
ook niet echt ruimte meer om wegen aan te leggen en moeten er dus delen onteigend worden. Mensen zijn
zelf eigenlijk ook geen eigendom van de grond (onderhandelen? Wie bepaalt? Koning? Dorpshoofd?).
Neemt tijd in beslag en die tijd is er niet omdat de stad dus zooooo snel groeit. Stad organiseert zich
organisch.
, Oplossing Oegandese overheid: focus op middelgrote steden waar nog wel geïnvesteerd kan worden in
infrastructuur en planning. Groei van Kampala naar de geplande secundaire steden.
Argumenten voor planning - Marktargumenten
1. Undersupply van publieke en gemeenschappelijke goederen. Zonder overheidsinterventie ontstaat die
undersupply.
Rival: schaars goed
Publieke goederen: plein, straten
- private eigendom (excludable en rival); exclusieve
eigenaar
- Club goederen: als je lid bent mag je gebruik maken. VB
gated community. Vooral in VS. Non-rival, excludable.
- Common goods: gemeenschapsgoederen, common
pool resources, graaswijdes. rival en non-excludable.
Beheerssytemen om de Commons te laten werken. 2012
Nobelprijs economie gegaan naar Eleanor Ostrom over
Commons governing. Omgaan met gemeenschappelijke
goederen.
- Public goods: non-rival en non-excludable (vb: lucht, vertrouwen in de overheid).
Tragedy of the commons. Vanuit individueel perspectief heeft iedere herder er baat bij om een extra
schaap te nemen maar vanuit collectief perspectief is het niet slim. Door free ridership: individuele
belang spoort niet met het collectieve belang. Komt veel terug in stedenbouw; beheer van semi-
publieke ruimtes. Hoe kan je dat doen: monitoring, sanctiesysteem, begrenzing van systeem met de
Commons (geen buitenstaanders die het systeem komen verstoren).
2. Er moet ingegrepen worden op externaliteiten op de grondmarkt.
Externaliteit: een kost voor een partij die die kost niet heeft veroorzaakt (externe kost), e ecten die
voortkomen uit een handeling. VB: luchtvervuiling door autorijden. Externaliteiten worden door de
overheid geprobeerd te minimaliseren.
- Positieve externaliteiten
- Negatieve externaliteiten
- Ruimtelijke externaliteiten: komen tot stand door nabijheid
Door nabijheid zijn er vele externaliteiten op de grondmarkt. Mijn ruimtelijke handelingen beïnvloeden de
ruimtelijke handelingen van mijn buur, maar ik betaal er geen marktprijs voor.
Hoe ga je met externaliteiten om? 2 benaderingen:
1. Internaliseren: als je een vlucht boekt moet je een bepaalde kost vergoeden, belasting erop leggen,
kosten internaliseren. He ngen vanuit de overheid.
2. Een markt maken van externaliteiten: een markt van CO2, emissierechten verhandelen, meest
optimale allocatie van externaliteiten. Bedrijven die het het meest nodig hebben zullen het meeste
emissierechten kopen.
3. Distributieve problemen: e ect van marktwerking is vaak dat er een Matteuse ect ontstaat: zij die
hebben zullen krijgen. Bijv: steden die reeds goed uitgebouwd zijn groeien beter dan kleinere steden ->
ongelijke regionale ontwikkeling. VB Frankrijk: Parijs, buiten
Parijs niet zulke grote steden als Parijs. Net als Oeganda
Kampala. België: BRX ANT GENT; economische groei, verder in
Vlaanderen amper. Europa: blue banana.
Ruimtelijke verdringing van zwakke economische functies door
sterke economische functies
- Onderaanbod van zwakke functies
- Verarming van diversiteit van functies (in een buurt); vaak bij
vernieuwende buurten (gentri cation). VB: Eilandje, vroeger ruwe
omgeving met industrie met divers pallet van functies. Momenteel
verdwijnen economische activiteiten en grondprijzen stijgen snel.
-> Residentieel gebied. Saaie wijken met eenzijdige bewonerspro elen.
Gentri catie -> grondprijzen stijgen -> sociale/culturele functies verdwijnen -> komst van vastgoed zoals
appartementen ten koste van bijvoorbeeld kleine bedrijfjes die er eerst gevestigd waren.
Lifecycle van een buurt: bijv Eilandje daar gaan nu wel wat rijkere mensen wonen, die zijn ook vaak
fi ffiff fi fi ff ff
, wat ouder, over 30/40 jaar dan zijn die mensen dood en dan dan staat er dus verouderd vastgoed leeg.
Jane Jacobs.
4. Hoge transactiekosten. Transactiekosten: kosten om tot een transactie te komen.
- Indien de markt niet is gereguleerd treedt er een grote mate van onzekerheid op en dus ook grote
transactiekosten.
- Wat is de waarde van een stuk grond indien de bestemming niet vastligt?
- Een gereguleerde markt vermindert het risico bij markttransacties; gereguleerde transactiekosten
- Kopers van gronden kennen hun toekomstige ‘ontwikkelingsrechten’.
Argumenten voor en tegen planning (Klosterman 1985)
Tegen:
- Liberale kritiek:
- Centrale planning door de overhead verhindert lokaal initiatief en zet een rem op economische groei
- Want: marktwerking leidt tot de meest e ciënte allocatie door een evenwicht in vraag en aanbod.
Afstemming (type) woningbouw op toekomstige demogra e. Je kan nooit zeker weten wat de
demogra sche ontwikkeling zal zijn; mensen hebben eigen redenen om te kiezen voor een type
woning. Keuzes van de overheid kunnen leiden tot teleurstellingen. NL: centrale planning (dus voor alle
mensen vooraf beslissen in wat voor type huis ze gaan wonen). Centrale planning leidt tot afname van
individuele keuzevrijheid.
- Centrale planning beschikt nooit over voldoende informatie om de juiste beslissing te nemen en kan
nooit tot een juist optimum komen.
- Adam Schmidt: onzichtbare hand. Zelf regulerend e ect van een markt waar iedereen slechts
eigenbelang nastreeft. Prijs vormt het evenwicht. Zorgt dat je tot de meest e ciënte allocatie komt.
Spelen met vraag en aanbod. Vraag > aanbod = hogere prijs. Aanbod > vraag = lagere prijs. (Kritiek in
de les: geen sociaal evenwicht)
- Houding tov planning: “beetje minder planning beetje meer markt” (Politiek rechts)
- Ook: neoliberale kritiek op planning.
- Neomarxistische kritiek
- Bestendigt machtsongelijkheid
- Is instrument om ingebakken tegenstelling van het kapitalisme te remediëren.
- Marx: kapitalisme (marktwerking) is altijd tegenstelling tussen degenen die kapitaal hebben
(fabrieksdirecteur) en arbeiders. Altijd in belang van producent om arbeiders zo laag mogelijk loon te
geven. Con ict tussen arbeider en kapitalist. -> revolutie van arbeiders nodig.
- Neomarxistische school: jaren 60-70; nadruk op rol van de staat in onderhoud van en contradictie
tussen arbeid en kapitaal. Overheid is er om ervoor te zorgen dat er gemedieerd wordt en moeilijke
punten van de kapitalistische modus worden afgevijld. Emissiehandel is bijv een systeem van de
overheid en planners werken daaraan mee. Planners zijn ‘handpoppen’ van de overheid. David Harvey.
- Houding tov planning: “planners moeten buiten de overheid werken”
Kritiek binnen planning:
- Kritiek op legitimiteit van planning en het algemeen belang (wie bepaalt het ‘algemeen belang’?).
NIMBY-mensen: denken alleen maar aan hun eigen belang.
- Rationeel comprehensie model
- Mutual adjustment en pluralisme
- Communicatieve planning en deliberatie democratie.
Kritiek op planners zelf:
- Pseudowetenschappelijk (Jacobs); jaren 60, modernisme dominant, Le Corbusier (zij haat hem!!!!).
Kritiek van Jacobs: zij hebben de ideeën nooit getoetst, hebben geen auw benul, geen observaties
gedaan, gewoon bepaald zo hup dit moet er gebeuren. Observeren leidt tot andere conclusies. Niet een
park maar voetpaden zijn belangrijkste publieke ruimtes. “Eyes on the street”; sociale controle. Winkels.
- Naïef technocratisch: grote ontwerpers zijn gericht op spektakel ontwerpen. VB: woonwijk onteigenen
alleen voor het zicht van het station. Is dat het algemeen belang?
- Planners zijn niet neutraal en nemen politieke rol over: opereren vaak niet in het algemeen belang maar
streven zelf een particulier belang na.
Belangrijkste onderdelen:
• Je kent de de nitie van ruimtelijke planning en aanverwante begrippen.
• Je kan argumenten voor en tegen ruimtelijke planning geven met de correcte begrippen.
fi fl fi ffi ff fi fl ffi