Wat is het?
- Scheiding tussen binnen- en buitenwereld
- Fosfolipidendubbellaag
- Vlak
- Flinterdun: 20-40 Angström
- Grotendeels lipiden en proteïnen, soms carbohydraten
- Asymmetrisch: buitenzijde ≠ binnenzijde
- Vloeiend
Waar komt het voor?
- In prokaryoten: enkele (gram positief) of dubbele (gram negatief)
fosfolipiden dubbellaag
- In eukaryoten: enkele of dubbele fosfolipiden dubbellaag ~ waar in de cel
(rond welk organel (dierlijk), of aan de rand (dierlijk en plant))
Bestaat uit membraanlipiden (3 soorten)
1. Fosfolipiden (eukaryoten): Dubbele fosfolipidenlaag (bimoleculair)
ester
2 veresterde vetzuurstaarten
Glycerolruggengraat of spingosineruggengraat
Fosfaatgroep
Alcoholgroep
, 2. Etherlipiden met vertakte alkylketen (prokaryoten, Archaea)
ether
Chemische aanpassing van klassieke fosfolipiden voor Archaea
Beter tegen bepaalde condities kunnen
Ether (i.p.v. ester): tegen hydrolyse
Vertakte alkyl keten: tegen oxidatie
Kan fosfolipide zijn als fosfaatgroep aanwezig
3. Glycolipiden
Cerebroside
o Sphingosine (lang alifatisch aminoalcohol)
o 1 VZ
o Enkel suikerresidu (mono- of soms oligosacharide)
4. Cholesterol (hogere eukaryoten)
Steroïde kern: 4 met elkaar versmolten koolstofringen
Hydrocarbonstaart (alkylstaart)
Hydroxylgroep (-OH)
- Amfipatisch karakter
Hydrofiele kop (polair, oplosbaar in H2O) wijst naar buiten
2 hydrofobe staarten (1VZ + alifatische keten/staart, apolair, niet
oplosbaar in H2O) wijzen naar binnen.
Farnesylatie = covalente hechting van 15-C farnesylgroep (hydrofoob)
aan eiwit (meestal C-terminal cysteïne), voor membraananhechting en
signaalfunctie.
Manier om toch oplosbaar te zijn in H2O.