Pathologie en farmacologie – gastro-enterologie
Inleiding
= pathologie van het spijsverteringskanaal en de klieren met hun afvoerwegen
- Mond
- Keelholte
- Slokdarm (oesophagus)
- Maag (gaster)
- Dunne darm
- (Duodenum, jejunum, ileum)
- Dikke darm
- (caecum, colon, rectum)
- Anus
Ondersteunende organen:
- Lever
- Galblaas
- Pancreas
Medische en diagnostisch: inwendige geneeskunde => gastro-enterologie => chirurgisch: abdominale
heelkunde
Deze moeten goed samenwerken maar hebben een andere expertise
Belangrijk om als verpleegkundige op de juiste manier klinisch te kunnen redeneren. Alarmsignalen te
herkennen en op een aantal handelingen stellen om de diagnostiek te versnellen.
Symptomen van gastro-intestinale aandoeningen
Heel wat gastro-intestinale klachten komen voor bij diverse aandoeningen (vb. braken bij
hersenschudding, misselijkheid bij BPPV, vermageren bij dementie, slikproblemen bij CVA,…)
- Diagnostiek = belangrijk!
- Is er iets GI aan de hand? Wat is de oorzaak van de klachten?
Rol van verpleegkundige observatie = groot!
Buikpijn
Kan zowel onschuldig als ernstig zijn!
- Belang van klachten in kaart brengen
- Technisch onderzoek
- Patiënt/omgeving bevragen
1
,2 soorten pijn:
Viscerale pijn = afkomstig van de holle organen (darmen, galblaas, ureters…)
- Verpleegkundige observaties:
o Vage klachten, niet duidelijk kunnen tonen, soms uitstralend naar andere regio’s (=
gerefereerde pijn)
o Hevige pijn, komend en gaan (intermittente pijn), bewegingsdrang, ontstaan door
mechanische obstructie van hol orgaan (=koliekpijn)
o Locatie van de pijn
▪ Epigastrisch: maag, proximale duodenum & lever
▪ Mesogastrisch: rest dunne darm, eerste helft dikke darm
▪ Suprapubisch: 2e helft dikke darm
Pariëtale pijn
= afkomstig van pijngevoelige pariëtale peritoneum.
= Oorzaak is vaak inflammatie van het peritoneum (peritonitis)
- Verpleegkundige observaties:
o Exacte locatie kan de patiënt benoemen (soms zelf met de vinger aanwijzen)
o Patiënt ligt muisstil om pijn te vermijden
Wat te doen als VPK?
- Bevraging: stel vragen aan de patiënt/omgeving? (Waar is de pijn? Welke pijn heb je? Wanneer
ervaar je deze?)
- Klinisch onderzoek: Ga gaan voelen aan die buik: is hij hard, is hij soepel is hij opgezet? Hoe
reageert de patiënt op deze aanrakingen?
- Observeer + noteer: welke klinische observaties doe je (bewegingsdrang, muisstil liggen, pijn
exact aanduiden, …)
o Belangrijke rol als verpleegkundige om alles in kaart te brengen!
Dysfagie
= de medische term voor een slikstoornis, waarbij het moeizaam of pijnlijk is om voedsel of drank door
te slikken.
Verpleegkundige observaties:
- Hoesten
- Kuchen
- Verslikken
- Moeite met kauwen
- Niet kunnen doorslikken van voeding
- Voedselimpactie
- Logo-advies aanwezig?
2
,2 types van oorzaak
- Motorische stoornissen
o Van in begin aanwezig voor zowel vast als vloeibaar voedsel
o VB. CVA, dementie, MS, slokdarmspasmen, achalasie (zeldzame ziekte van slokdarm)
- Organische vernauwingen
o Functie is er nog maar er is een organische vernauwing
o Start met vast voedsel en zal toenemen tot vloeibaar voedsel
o Vb. slokdarmstenose (vernauwing van de slokdarm), slokdarmcarcinoom (tumor
slokdarm)
Pyrosis:
= brandend maagzuur, typisch ter hoogte van het borstbeen een brandend gevoel.
- Belangrijkste klacht bij gastro-oesofageale reflux (zure maaginhoud gaat terug naar je
slokdarm)
- Zure regurgitatie = voedsel komt tot in de mond terug
Verpleegkundige observaties:
- Zure maaginhoud in mond
- Patiënt klaagt van brandend gevoel achter borstbeen vaak na maaltijd of bij plat liggen
Dyspepsie:
= het gevoel van slecht verteren van voedsel. Het uit zich in maagklachten. Vaak zijn de klachten
langdurig of gaan ze op en af.
Verpleegkundige observaties:
- Epigastrische pijn na maaltijd
- Boeren, oprispingen
- Opgeblazen gevoel na de maaltijd
- Patiënt eet weinig/ snel een vol gevoel
- Anamnese: rookt u? Gebruikt u regelmatig alcohol? Neemt u ontstekingsremmers?
2 soorten dyspepsie:
Functionele dyspepsie =oorzaak van klachten kan niet gevonden worden
- Overgevoeligheid van de maag
- Vertraagde maaglediging
Organische dyspepsie = oorzaak van de klachten is een ziekte
- Maagulcus
- Reflux
- Glutenintolerantie
- Lactose-intolerantie
- Oncologische oorzaak
3
, Anorexie en vermagering
= verlies aan eetlust waardoor de patiënt vermagerd.
Verpleegkundige aandachtspunten:
- Anorexie ≠ Anorexia nervosa
- Anorexia is psychologische problematiek – anorexie iets anders
- Korte tijd veel gewicht kwijt = alarmsignaal!
- Dagelijks gewicht opvolgen + registreren van maaltijdinname = belangrijke parameters
Nausea en braken
Nausea = gevoel van misselijk zijn
Braken = omgekeerde peristaltische beweging waarbij voedsel retrograad krachtig naar buiten wordt
gebracht
Verpleegkundige observaties:
- Manier van braken (projectiel, regurgatie, braakneigingen)
- Wanneer doet het zich voor? (Voor de maaltijd, nadien, continue)
- Hoe lang aanwezig?
- Uitzicht (groen, geel, bloed,voeding, fecaal, …)
- Goed observeren zodat je dit kan rapporteren
Verpleegkundige aandachtspunten:
- Dehydratatie
- Metabole alkalose
- Slikpneumonie
- Ontsteking/schade slokdarm
Uitlokkende factoren van braken
- Gastro-intestinale aandoeningen
- Geneesmiddelen en toxische stoffen
- Aandoeningen van evenwichtsorgaan
- Intracraniële overdruk
Hematemesis
= Bloedbraken is het gevolg van een bloeding in het eerste deel van het maagdarmstelsel
= Recht opzetten, parameters nemen
Rood bloed
- Acute bloeding
- Hevig
- Snel verloop
Vb. Slokdarmvarices, Mallory-Weiss-scheur, maagulcus, maagerosie…
4
Inleiding
= pathologie van het spijsverteringskanaal en de klieren met hun afvoerwegen
- Mond
- Keelholte
- Slokdarm (oesophagus)
- Maag (gaster)
- Dunne darm
- (Duodenum, jejunum, ileum)
- Dikke darm
- (caecum, colon, rectum)
- Anus
Ondersteunende organen:
- Lever
- Galblaas
- Pancreas
Medische en diagnostisch: inwendige geneeskunde => gastro-enterologie => chirurgisch: abdominale
heelkunde
Deze moeten goed samenwerken maar hebben een andere expertise
Belangrijk om als verpleegkundige op de juiste manier klinisch te kunnen redeneren. Alarmsignalen te
herkennen en op een aantal handelingen stellen om de diagnostiek te versnellen.
Symptomen van gastro-intestinale aandoeningen
Heel wat gastro-intestinale klachten komen voor bij diverse aandoeningen (vb. braken bij
hersenschudding, misselijkheid bij BPPV, vermageren bij dementie, slikproblemen bij CVA,…)
- Diagnostiek = belangrijk!
- Is er iets GI aan de hand? Wat is de oorzaak van de klachten?
Rol van verpleegkundige observatie = groot!
Buikpijn
Kan zowel onschuldig als ernstig zijn!
- Belang van klachten in kaart brengen
- Technisch onderzoek
- Patiënt/omgeving bevragen
1
,2 soorten pijn:
Viscerale pijn = afkomstig van de holle organen (darmen, galblaas, ureters…)
- Verpleegkundige observaties:
o Vage klachten, niet duidelijk kunnen tonen, soms uitstralend naar andere regio’s (=
gerefereerde pijn)
o Hevige pijn, komend en gaan (intermittente pijn), bewegingsdrang, ontstaan door
mechanische obstructie van hol orgaan (=koliekpijn)
o Locatie van de pijn
▪ Epigastrisch: maag, proximale duodenum & lever
▪ Mesogastrisch: rest dunne darm, eerste helft dikke darm
▪ Suprapubisch: 2e helft dikke darm
Pariëtale pijn
= afkomstig van pijngevoelige pariëtale peritoneum.
= Oorzaak is vaak inflammatie van het peritoneum (peritonitis)
- Verpleegkundige observaties:
o Exacte locatie kan de patiënt benoemen (soms zelf met de vinger aanwijzen)
o Patiënt ligt muisstil om pijn te vermijden
Wat te doen als VPK?
- Bevraging: stel vragen aan de patiënt/omgeving? (Waar is de pijn? Welke pijn heb je? Wanneer
ervaar je deze?)
- Klinisch onderzoek: Ga gaan voelen aan die buik: is hij hard, is hij soepel is hij opgezet? Hoe
reageert de patiënt op deze aanrakingen?
- Observeer + noteer: welke klinische observaties doe je (bewegingsdrang, muisstil liggen, pijn
exact aanduiden, …)
o Belangrijke rol als verpleegkundige om alles in kaart te brengen!
Dysfagie
= de medische term voor een slikstoornis, waarbij het moeizaam of pijnlijk is om voedsel of drank door
te slikken.
Verpleegkundige observaties:
- Hoesten
- Kuchen
- Verslikken
- Moeite met kauwen
- Niet kunnen doorslikken van voeding
- Voedselimpactie
- Logo-advies aanwezig?
2
,2 types van oorzaak
- Motorische stoornissen
o Van in begin aanwezig voor zowel vast als vloeibaar voedsel
o VB. CVA, dementie, MS, slokdarmspasmen, achalasie (zeldzame ziekte van slokdarm)
- Organische vernauwingen
o Functie is er nog maar er is een organische vernauwing
o Start met vast voedsel en zal toenemen tot vloeibaar voedsel
o Vb. slokdarmstenose (vernauwing van de slokdarm), slokdarmcarcinoom (tumor
slokdarm)
Pyrosis:
= brandend maagzuur, typisch ter hoogte van het borstbeen een brandend gevoel.
- Belangrijkste klacht bij gastro-oesofageale reflux (zure maaginhoud gaat terug naar je
slokdarm)
- Zure regurgitatie = voedsel komt tot in de mond terug
Verpleegkundige observaties:
- Zure maaginhoud in mond
- Patiënt klaagt van brandend gevoel achter borstbeen vaak na maaltijd of bij plat liggen
Dyspepsie:
= het gevoel van slecht verteren van voedsel. Het uit zich in maagklachten. Vaak zijn de klachten
langdurig of gaan ze op en af.
Verpleegkundige observaties:
- Epigastrische pijn na maaltijd
- Boeren, oprispingen
- Opgeblazen gevoel na de maaltijd
- Patiënt eet weinig/ snel een vol gevoel
- Anamnese: rookt u? Gebruikt u regelmatig alcohol? Neemt u ontstekingsremmers?
2 soorten dyspepsie:
Functionele dyspepsie =oorzaak van klachten kan niet gevonden worden
- Overgevoeligheid van de maag
- Vertraagde maaglediging
Organische dyspepsie = oorzaak van de klachten is een ziekte
- Maagulcus
- Reflux
- Glutenintolerantie
- Lactose-intolerantie
- Oncologische oorzaak
3
, Anorexie en vermagering
= verlies aan eetlust waardoor de patiënt vermagerd.
Verpleegkundige aandachtspunten:
- Anorexie ≠ Anorexia nervosa
- Anorexia is psychologische problematiek – anorexie iets anders
- Korte tijd veel gewicht kwijt = alarmsignaal!
- Dagelijks gewicht opvolgen + registreren van maaltijdinname = belangrijke parameters
Nausea en braken
Nausea = gevoel van misselijk zijn
Braken = omgekeerde peristaltische beweging waarbij voedsel retrograad krachtig naar buiten wordt
gebracht
Verpleegkundige observaties:
- Manier van braken (projectiel, regurgatie, braakneigingen)
- Wanneer doet het zich voor? (Voor de maaltijd, nadien, continue)
- Hoe lang aanwezig?
- Uitzicht (groen, geel, bloed,voeding, fecaal, …)
- Goed observeren zodat je dit kan rapporteren
Verpleegkundige aandachtspunten:
- Dehydratatie
- Metabole alkalose
- Slikpneumonie
- Ontsteking/schade slokdarm
Uitlokkende factoren van braken
- Gastro-intestinale aandoeningen
- Geneesmiddelen en toxische stoffen
- Aandoeningen van evenwichtsorgaan
- Intracraniële overdruk
Hematemesis
= Bloedbraken is het gevolg van een bloeding in het eerste deel van het maagdarmstelsel
= Recht opzetten, parameters nemen
Rood bloed
- Acute bloeding
- Hevig
- Snel verloop
Vb. Slokdarmvarices, Mallory-Weiss-scheur, maagulcus, maagerosie…
4