Bloedafnametechnieken – volwassen
Taak en bevoegdheden: VPK bij bloedafname en labo
Bloedafname valt onder de B-handelingen.
= zijn technisch verpleegkundige prestaties.
= opgedeeld in B1-prestaties en B2-prestaties
B1-prestaties: prestaties waar geen voorschrift voor nodig is van arts
B2-prestaties: medisch voorschrift is noodzakelijk
3 vormen van medische voorschriften: mondeling, geschreven en het staand order
Wettelijke regelgeving: bloedafname en interpretatie
labo-resultaten
Bloedafname is een B2-handeling: (mogen niet zelf bepalen)
- Medisch voorschrift is noodzakelijk
- In dit geval = getekende aanvraag
Welke soorten bloedafname zijn toegelaten:
- Capillair: bv glycemieregling
- Veneus: meest gebruikt (B1)
- Arterieel: meestal onderzoek (B2) op O2, CO2 en pH (mag niet door een VPK)
o Via arteriële lijn: elke verpleegkundige (op intensieve zorgen)
o Rechtstreeks: arteriële punctie = C-handeling
Interpretatie van de laboresultaten:
- Verpleegkundige moet onderscheid kunnen maken tussen normale en afwijkende waarden
o Op stage: kijk ook naar de labowaarden van de zorgvrager, de evolutie van de
zorgvrager
▪ Bv: Hct (hematocriet = aantal rode bloedcellen) na een bloedtransfusie: wat
mag je verwachten…? Hematocriet stijgt
- Verpleegkundige mag géén diagnose stellen
Interpretatie resultaten
- VPK onderscheid maken tussen normale en afwijkende waarden
- VPK mag geen diagnose stellen
Weinig systematisch onderzoek:
- 3,6 detecteerbare omwisselingen/10 000
- Foutdetectie: 0,11% (Bustain,2005)
- Administratieve fouten: overschrijffouten – tot 39% (Giard, 2001)
1
, Andere oorzaken van fouten:
- Vervallen tubes: 9% - FIFO is belangrijk
- Slecht geïdentificeerde tubes: 22%
- Geen conforme vulling: 17%
- Ontbrekende tubes: 17%
- Bevuilde tubes: 31%
- Stollingsfouten: 68%
Waarom zoveel bloedafnames
- Voor het stellen van een diagnose:
o Bv: ureum en creatinine bij nefrologische problemen
- Voor het opvolgen van een therapie:
o Bv: toedienen van een bloedtransfusie en effect daarvan meten via de Hct-waarde
▪ Hct referentiewaarden man: 40 – 54%
▪ Hct referentiewaarden vrouw: 36 – 46%
▪ Wat bij gedaalde waarden die niet stijgen na een bloedtransfusie en uiterlijk is
er géén bloedverlies?
Perifere veneuze bloedafname
Bloedwaarden = grote diagnostische waarden => meer vertellen over kwaliteit van verschillende
processen (werking van organen – aanwezigheid van infecties)
Verschillende onderzoeken
- Uitgewezen dat de pre-analytische fase van het bloedonderzoek cruciaal => laboresultaten
- VPK nodige kennis verwerft
- Meer begrip van resultaten: beter inzicht in aandoening
Veneuze bloedafname
= meest voorkomende invasieve procedures in gezondheidszorg
- Elke stap: kwaliteit van bloedstaal beïnvloeden
- Zorgvuldig en veiligheid van ZV garanderen
- Venapunctie: VPK handeling waarbij men met een holle naald een ader puncteert of aanprikt
om veneus bloed at te tappen voor onderzoek
- Serum gebruikt voor allerlei klinische testen
- Anticoagulans bevat in buis: geen stolsel => volbloed: 55% plasma en 44% erytrocyten en
overige deel leukocyten en trombocyten
o Plasma krijg je door ongestold bloed => vormt laag boven bloedcellen
Mogelijke problemen bij bloedafname: bloedstaal gerelateerd
Hemolyse = rode bloedcellen gaan kapot door vernietigen van celmembraan tijdens bloedafname of
tijdens staalverwerking
- Rode bloedcellen gaan stuk in de proefbuis:
- IC-inhoud komt vrij in het plasma – geeft verkleuring in de proefbuis
2
Taak en bevoegdheden: VPK bij bloedafname en labo
Bloedafname valt onder de B-handelingen.
= zijn technisch verpleegkundige prestaties.
= opgedeeld in B1-prestaties en B2-prestaties
B1-prestaties: prestaties waar geen voorschrift voor nodig is van arts
B2-prestaties: medisch voorschrift is noodzakelijk
3 vormen van medische voorschriften: mondeling, geschreven en het staand order
Wettelijke regelgeving: bloedafname en interpretatie
labo-resultaten
Bloedafname is een B2-handeling: (mogen niet zelf bepalen)
- Medisch voorschrift is noodzakelijk
- In dit geval = getekende aanvraag
Welke soorten bloedafname zijn toegelaten:
- Capillair: bv glycemieregling
- Veneus: meest gebruikt (B1)
- Arterieel: meestal onderzoek (B2) op O2, CO2 en pH (mag niet door een VPK)
o Via arteriële lijn: elke verpleegkundige (op intensieve zorgen)
o Rechtstreeks: arteriële punctie = C-handeling
Interpretatie van de laboresultaten:
- Verpleegkundige moet onderscheid kunnen maken tussen normale en afwijkende waarden
o Op stage: kijk ook naar de labowaarden van de zorgvrager, de evolutie van de
zorgvrager
▪ Bv: Hct (hematocriet = aantal rode bloedcellen) na een bloedtransfusie: wat
mag je verwachten…? Hematocriet stijgt
- Verpleegkundige mag géén diagnose stellen
Interpretatie resultaten
- VPK onderscheid maken tussen normale en afwijkende waarden
- VPK mag geen diagnose stellen
Weinig systematisch onderzoek:
- 3,6 detecteerbare omwisselingen/10 000
- Foutdetectie: 0,11% (Bustain,2005)
- Administratieve fouten: overschrijffouten – tot 39% (Giard, 2001)
1
, Andere oorzaken van fouten:
- Vervallen tubes: 9% - FIFO is belangrijk
- Slecht geïdentificeerde tubes: 22%
- Geen conforme vulling: 17%
- Ontbrekende tubes: 17%
- Bevuilde tubes: 31%
- Stollingsfouten: 68%
Waarom zoveel bloedafnames
- Voor het stellen van een diagnose:
o Bv: ureum en creatinine bij nefrologische problemen
- Voor het opvolgen van een therapie:
o Bv: toedienen van een bloedtransfusie en effect daarvan meten via de Hct-waarde
▪ Hct referentiewaarden man: 40 – 54%
▪ Hct referentiewaarden vrouw: 36 – 46%
▪ Wat bij gedaalde waarden die niet stijgen na een bloedtransfusie en uiterlijk is
er géén bloedverlies?
Perifere veneuze bloedafname
Bloedwaarden = grote diagnostische waarden => meer vertellen over kwaliteit van verschillende
processen (werking van organen – aanwezigheid van infecties)
Verschillende onderzoeken
- Uitgewezen dat de pre-analytische fase van het bloedonderzoek cruciaal => laboresultaten
- VPK nodige kennis verwerft
- Meer begrip van resultaten: beter inzicht in aandoening
Veneuze bloedafname
= meest voorkomende invasieve procedures in gezondheidszorg
- Elke stap: kwaliteit van bloedstaal beïnvloeden
- Zorgvuldig en veiligheid van ZV garanderen
- Venapunctie: VPK handeling waarbij men met een holle naald een ader puncteert of aanprikt
om veneus bloed at te tappen voor onderzoek
- Serum gebruikt voor allerlei klinische testen
- Anticoagulans bevat in buis: geen stolsel => volbloed: 55% plasma en 44% erytrocyten en
overige deel leukocyten en trombocyten
o Plasma krijg je door ongestold bloed => vormt laag boven bloedcellen
Mogelijke problemen bij bloedafname: bloedstaal gerelateerd
Hemolyse = rode bloedcellen gaan kapot door vernietigen van celmembraan tijdens bloedafname of
tijdens staalverwerking
- Rode bloedcellen gaan stuk in de proefbuis:
- IC-inhoud komt vrij in het plasma – geeft verkleuring in de proefbuis
2