Pathologie en farmacologie – urologie
Anatomie (even opfrissen)
De nieren en urinewegen vormen een uitgebreid stelsel waartoe behoren:
- De nieren (renes) die urine produceren
- De nierbekkens (pyelum) waarin de nieren de urine
lozen
- De urineleiders
- De blaas (vesica) - kan in goed gevulde toestand tot
aan navel reiken – wand van blaas bestaat uit
slijmvlies – bindweefsel en spierlaag
- Als de blaas voor een bepaald gedeelte gevuld is
gaan prikkels vanuit de blaaswand via zenuwbanen
naar ruggenmerg en komt er een sein uit de
hersenen dat de blaas geledigd mag worden.
- De urinebuis (urethra)
Ligging – samenstelling nieren
- Nier is 12 cm lang en ongeveer 7 cm breed en 4 cm dik omringd door heel veel vetweefsel
- Functie nieren: verwijderen uit het bloed van schadelijke stoffen - overtollig water en NaCl
- Nieren liggen achteraan
- Nierslagpijntest: slaan op de flanken – pijn als dat gebeurt dan heb je daar een probleem
Nefron
- Eén miljoen microscopische kleine urine-producerende
eenheidjes = nefronen.
- Hoeveelheid water die per dag door al die kleine filtertjes
loopt is +/- 200 liter. => resulteert maar in 1,5 (de rest
wordt in terug gegeven in de bloedbaan)
- Rol van nefronen: waterzuiveringssyteem
- Elk nefron bevat een bloedvat – in kapsel van Bowman is
er een uitwisseling van vocht
Definities
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen nefrologie en urologie, ook al lijken ze op het eerste
gezicht hetzelfde urinaire orgaanstelsel te behandelen:
- De nefrologie is een subspecialisme van de inwendige geneeskunde dat zich bezighoudt met
de nierpathologie, waarbij medicamenteuze behandeling of behandeling via dialyse de optie
is.
o Een deel kan met heelkunde
o Maar vooral medicamenteuze of dialyse (bloed van ZV zuiveren)
1
, - De urologie is een heelkundige discipline die zich richt op de pathologie van de urinewegen
van nier tot urethra (voor man en vrouw) en de mannelijke geslachtsorganen, waarbij chirurgie
een optie van behandelen is.
- Uroloog: aantal PT heeft 75% van mannen en 25% van vrouwen
o Bij een man zijn er meer uitwendige geslachtsdelen zijn
Symptomen van nier- en urineweglijden
- Polyurie: verhoogde urineproductie (>2 l/d)
o Polydipsie (zowel oorzaak als gevolg)
o Diuretica gebruik
o Chronisch nierfalen
o Diabetes mellitus
- Oligurie: verminderde urineproductie (<0,4 l/d)
o Vb. Dehydratatie
- Anurie: afwezige urineproductie
o Vb. Acute nierinsufficiëntie
o Dialyse-ZV plast zo goed niks meer van urine – alle vocht wordt opgestapeld in lichaam
– dus vocht en afvalstoffen moeten worden afgedreven
- Nycturie: ‘s nachts opstaan om te wateren
o Polyurie
o Prostatisme: naarmate de man ouder worden, de prostaatklier gaan groeien, zodat
deze de blaas gaat prikkelen en dus meer moet plassen
- Pollakisurie (frequency): frequent plassen van kleine hoeveelheden (≠ polyurie!)
o Vb. cystitis
o Vooral bij vrouwen
o Blaasontsteking
o Pijn bij plassen: kwetsuren thv de urethra (bv een niersteen = als je dan moet plassen)
- Urgency: plots en dringend moeten plassen, gevolg van blaasirritatie.
o Vb. cystitis
- Dysurie: pijn bij mictie
o Vb. cystitis
- Lendenpijn:
o Vb. acute pyelonefritis, Urolithiasis
- Nierkoliek: zeer hevige koliekpijn in lendenstreek, uitstralend naar genitaliën
o Vb. Urolithiasis = een steen die zich vastzet ergens in het traject van aan de nier tot
aan de blaas/ urethra => Buscopan (geef dit als iemand dat heeft)
o Mensen kruipen over de grond van de pijn –
- Hematurie: bloed bij de urine
o Vb. glomerulonfritis, blaastumor
o Kan zichtbaar of onzichtbaar
o Hoe hoger het letsel is, hoe onzichtbaar het is
2
, - Urineretentie: geen volledige lediging blaas na plassen
o Vb. benigne prostaathypertrofie (BPH)
o Prostaat is het probleem als die zwelt dan sluit de urethra – heel moeilijk kunnen
plassen
o Goed prostaat en kwaadaardig prostaat (kanker)
o Goed: is druk op urethra
- Zwakke straal & moeilijke start: wijzen op urethrale obstructie
o Vb. BPH
- Nadruppelen: urine blijft in de urethra achter na mictie
o Vb. Urethradivertikel of blaashalsstenose
- Incontinentie: onvrijwillig urineverlies
- LUTS (lower urinary tract symptoms) = verzamelnaam van alle bovenstaande ziekten/
pathologie
Onderzoekmethoden in de urologie
Klinisch onderzoek
- Genitaal onderzoek
- Kijken met blote oog
o Bv. Man die etter heeft aan penis (chlamydia)
- Abdominaal onderzoek: aanwezigheid van
- Globus? Bladderscan
- Nierslagpijn
o Een slag in lenden en doet pijn
o Differentiaal Diagnose (ZV is opgenomen en doet ons denken aan ……/ lumbale
(spier)pijn
- Rectaal toucher: bij de man – om te voelen aan de prostaat – of hij vergroot is of niet
Urineonderzoek
Goede afname essentieel
- Man:
o Glanspenis ontbloten (voorhuid naar achter schuiven)
o Middelste deel urine opvangen (MIDSTREAM)
3
, - Vrouw:
o Labia spreiden met 1 hand
o Middelste deel urine opvangen (MIDSTREAM)
Microscopisch (altijd het beste, maar moet steriel): bv midstream – macroscopisch (moet niet steriel)
bv in potje plassen
Midstream is niet van toepassing als iemand chlamydia of gonorroe -> als je dan midstream pakt, kan je
een foute labowaarden hebben – dan eerste straal
Welke portie?
- Gewoon staal: enkel nuttig voor cytologisch onderzoek
- Eerste staal: bij man belangrijk voor urethrale afwijkingen (Chlamydia-infectie)
- Midstream: belangrijk voor onderzoek blaas
- Urineportie na prostaatmassage: om ontstekingscomponent in de prostaat terug te vinden
- Bij chronische prostatitis: voelen aan prostaat en dan kijken wel vocht dat er is meegegaan
Kinderen
Kinderen: opvangen urine als mogelijk (‘clean catch’/ ‘midstream’) na reinigen met water, event.
plaszakje (meer contaminatie)
- Alternatieven:
o Blaaskatherisatie
o Blaaspunctie: vrij agressief, CAVE-hematurie
o Verblijfskatheter: langs de poort
- Altijd sonderen vermijden – want brengt kiemen binnen – soms blaas punctie (is vrij
ingrijpend)
Verschillende onderzoeken:
- Inspectie: troebel → witte bloedcellen in urine
Rood => rode bloedcellen in urine
Dipstick:
- Hematurie
- Proteïnurie
- Glucosurie
- Nitrieten → infectie (aanw.h. bacteriën)
- Zwangerschapstest (HCG)
Kweek → bij kinderen <12j noodzakelijk vr D/
- Veel gedaan
- Acute verwardheid => vaak urineweginfectie (mss een onderliggende oorzaak)
Antibiogram: op het labo worden de kiemen op Petri schaaltjes – kijken of kiemen dood zijn of niet
dood zijn gegaan
- Zo kijken welke antibiotica opstarten en welke al resistent is
- Als een ZV koorts heeft, een hemocultuur = bloedkweek gaan afnemen
4
Anatomie (even opfrissen)
De nieren en urinewegen vormen een uitgebreid stelsel waartoe behoren:
- De nieren (renes) die urine produceren
- De nierbekkens (pyelum) waarin de nieren de urine
lozen
- De urineleiders
- De blaas (vesica) - kan in goed gevulde toestand tot
aan navel reiken – wand van blaas bestaat uit
slijmvlies – bindweefsel en spierlaag
- Als de blaas voor een bepaald gedeelte gevuld is
gaan prikkels vanuit de blaaswand via zenuwbanen
naar ruggenmerg en komt er een sein uit de
hersenen dat de blaas geledigd mag worden.
- De urinebuis (urethra)
Ligging – samenstelling nieren
- Nier is 12 cm lang en ongeveer 7 cm breed en 4 cm dik omringd door heel veel vetweefsel
- Functie nieren: verwijderen uit het bloed van schadelijke stoffen - overtollig water en NaCl
- Nieren liggen achteraan
- Nierslagpijntest: slaan op de flanken – pijn als dat gebeurt dan heb je daar een probleem
Nefron
- Eén miljoen microscopische kleine urine-producerende
eenheidjes = nefronen.
- Hoeveelheid water die per dag door al die kleine filtertjes
loopt is +/- 200 liter. => resulteert maar in 1,5 (de rest
wordt in terug gegeven in de bloedbaan)
- Rol van nefronen: waterzuiveringssyteem
- Elk nefron bevat een bloedvat – in kapsel van Bowman is
er een uitwisseling van vocht
Definities
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen nefrologie en urologie, ook al lijken ze op het eerste
gezicht hetzelfde urinaire orgaanstelsel te behandelen:
- De nefrologie is een subspecialisme van de inwendige geneeskunde dat zich bezighoudt met
de nierpathologie, waarbij medicamenteuze behandeling of behandeling via dialyse de optie
is.
o Een deel kan met heelkunde
o Maar vooral medicamenteuze of dialyse (bloed van ZV zuiveren)
1
, - De urologie is een heelkundige discipline die zich richt op de pathologie van de urinewegen
van nier tot urethra (voor man en vrouw) en de mannelijke geslachtsorganen, waarbij chirurgie
een optie van behandelen is.
- Uroloog: aantal PT heeft 75% van mannen en 25% van vrouwen
o Bij een man zijn er meer uitwendige geslachtsdelen zijn
Symptomen van nier- en urineweglijden
- Polyurie: verhoogde urineproductie (>2 l/d)
o Polydipsie (zowel oorzaak als gevolg)
o Diuretica gebruik
o Chronisch nierfalen
o Diabetes mellitus
- Oligurie: verminderde urineproductie (<0,4 l/d)
o Vb. Dehydratatie
- Anurie: afwezige urineproductie
o Vb. Acute nierinsufficiëntie
o Dialyse-ZV plast zo goed niks meer van urine – alle vocht wordt opgestapeld in lichaam
– dus vocht en afvalstoffen moeten worden afgedreven
- Nycturie: ‘s nachts opstaan om te wateren
o Polyurie
o Prostatisme: naarmate de man ouder worden, de prostaatklier gaan groeien, zodat
deze de blaas gaat prikkelen en dus meer moet plassen
- Pollakisurie (frequency): frequent plassen van kleine hoeveelheden (≠ polyurie!)
o Vb. cystitis
o Vooral bij vrouwen
o Blaasontsteking
o Pijn bij plassen: kwetsuren thv de urethra (bv een niersteen = als je dan moet plassen)
- Urgency: plots en dringend moeten plassen, gevolg van blaasirritatie.
o Vb. cystitis
- Dysurie: pijn bij mictie
o Vb. cystitis
- Lendenpijn:
o Vb. acute pyelonefritis, Urolithiasis
- Nierkoliek: zeer hevige koliekpijn in lendenstreek, uitstralend naar genitaliën
o Vb. Urolithiasis = een steen die zich vastzet ergens in het traject van aan de nier tot
aan de blaas/ urethra => Buscopan (geef dit als iemand dat heeft)
o Mensen kruipen over de grond van de pijn –
- Hematurie: bloed bij de urine
o Vb. glomerulonfritis, blaastumor
o Kan zichtbaar of onzichtbaar
o Hoe hoger het letsel is, hoe onzichtbaar het is
2
, - Urineretentie: geen volledige lediging blaas na plassen
o Vb. benigne prostaathypertrofie (BPH)
o Prostaat is het probleem als die zwelt dan sluit de urethra – heel moeilijk kunnen
plassen
o Goed prostaat en kwaadaardig prostaat (kanker)
o Goed: is druk op urethra
- Zwakke straal & moeilijke start: wijzen op urethrale obstructie
o Vb. BPH
- Nadruppelen: urine blijft in de urethra achter na mictie
o Vb. Urethradivertikel of blaashalsstenose
- Incontinentie: onvrijwillig urineverlies
- LUTS (lower urinary tract symptoms) = verzamelnaam van alle bovenstaande ziekten/
pathologie
Onderzoekmethoden in de urologie
Klinisch onderzoek
- Genitaal onderzoek
- Kijken met blote oog
o Bv. Man die etter heeft aan penis (chlamydia)
- Abdominaal onderzoek: aanwezigheid van
- Globus? Bladderscan
- Nierslagpijn
o Een slag in lenden en doet pijn
o Differentiaal Diagnose (ZV is opgenomen en doet ons denken aan ……/ lumbale
(spier)pijn
- Rectaal toucher: bij de man – om te voelen aan de prostaat – of hij vergroot is of niet
Urineonderzoek
Goede afname essentieel
- Man:
o Glanspenis ontbloten (voorhuid naar achter schuiven)
o Middelste deel urine opvangen (MIDSTREAM)
3
, - Vrouw:
o Labia spreiden met 1 hand
o Middelste deel urine opvangen (MIDSTREAM)
Microscopisch (altijd het beste, maar moet steriel): bv midstream – macroscopisch (moet niet steriel)
bv in potje plassen
Midstream is niet van toepassing als iemand chlamydia of gonorroe -> als je dan midstream pakt, kan je
een foute labowaarden hebben – dan eerste straal
Welke portie?
- Gewoon staal: enkel nuttig voor cytologisch onderzoek
- Eerste staal: bij man belangrijk voor urethrale afwijkingen (Chlamydia-infectie)
- Midstream: belangrijk voor onderzoek blaas
- Urineportie na prostaatmassage: om ontstekingscomponent in de prostaat terug te vinden
- Bij chronische prostatitis: voelen aan prostaat en dan kijken wel vocht dat er is meegegaan
Kinderen
Kinderen: opvangen urine als mogelijk (‘clean catch’/ ‘midstream’) na reinigen met water, event.
plaszakje (meer contaminatie)
- Alternatieven:
o Blaaskatherisatie
o Blaaspunctie: vrij agressief, CAVE-hematurie
o Verblijfskatheter: langs de poort
- Altijd sonderen vermijden – want brengt kiemen binnen – soms blaas punctie (is vrij
ingrijpend)
Verschillende onderzoeken:
- Inspectie: troebel → witte bloedcellen in urine
Rood => rode bloedcellen in urine
Dipstick:
- Hematurie
- Proteïnurie
- Glucosurie
- Nitrieten → infectie (aanw.h. bacteriën)
- Zwangerschapstest (HCG)
Kweek → bij kinderen <12j noodzakelijk vr D/
- Veel gedaan
- Acute verwardheid => vaak urineweginfectie (mss een onderliggende oorzaak)
Antibiogram: op het labo worden de kiemen op Petri schaaltjes – kijken of kiemen dood zijn of niet
dood zijn gegaan
- Zo kijken welke antibiotica opstarten en welke al resistent is
- Als een ZV koorts heeft, een hemocultuur = bloedkweek gaan afnemen
4