SR SV H4 Materieel strafrecht: Causaliteit
Het vraagstuk of we een bepaald gevolg nog aan een persoon die een gedraging heeft verricht
kunnen toerekenen, noemen we het vraagstuk van de causaliteit.
Het causaal verband, ook wel ´oorzaak verband´, zegt dus iets over de mate waarin de
gevolgen van een handeling van de verdachte nog voor zijn rekening komen.
De condicio sine qua non
Betekent: voorwaarde zonder welk (het gevolg) niet (zou zijn ingetreden).
Elke omstandigheid word als oorzaak gezien, die niet valt weg te denken zonder dat ook het
gevolg wegvalt. Kan worden vergeleken met een ketting. Iedere oorzaak is hierbij evenveel
waard. (in 1921 afstand gedaan van deze causaliteitsleer)
De leer van de causa proxima
Betekent dat in de keten van oorzakelijke gevolgen alleen nog de dichtsbijzijnde causale
schakel als oorzaak mag worden aangemerkt. (1970 is deze vervangen)
De leer van de ´redelijke voorzienbaarheid´
De handeling van een verdachte wordt hem toegerekend indien het redelijk voorzienbaar is dat
door deze handeling een bepaald gevolg kan intreden. Daarbij gaan we uit van de maatstaf van
de redelijke voorzienbaarheid van de gemiddeld voorzichtige mens. ( figuur 4.1)
De leer van de ´redelijke toerekening´
Bij deze leer draait het om de vraag of de gevolgen van een bepaalde handeling redelijkerwijs
zijn toe te rekenen aan de verdachte. Vergeleken met de redelijke voorzienbaarheid word hier
meer gelet op het gevolg en niet op de oorzaak.
Het belang van Causaliteit
Op dit moment is de geldende causaliteitsleer, redelijke toerekening. Alleen bij materiele
delicten. Een delict waarbij het intreden van een bepaald een bestanddeel is. Het intreden van
dat gevolg door het handelen van de verdachte is een vereiste om schuldig te zijn aan dat
delict. (bijv doodslag, zware mishandeling)
Bij al deze misdrijven wordt een causaal, oorzakelijk, verband vereist tussen de handeling van
de verdachte en het gevolg.
Materiele delicten en opzet
De verdachte moet willens en wetens door zijn handelen het gevolg hebben gewild.
(voorbeeld hoogbejaarden overval).
Materiele delicten en schuld
De dader heeft geen vorm van opzet op het gevolg gehad, maar valt hem een verwijt te maken.
Denk aan dood door schuld bij een verkeersongeluk.
Het vraagstuk of we een bepaald gevolg nog aan een persoon die een gedraging heeft verricht
kunnen toerekenen, noemen we het vraagstuk van de causaliteit.
Het causaal verband, ook wel ´oorzaak verband´, zegt dus iets over de mate waarin de
gevolgen van een handeling van de verdachte nog voor zijn rekening komen.
De condicio sine qua non
Betekent: voorwaarde zonder welk (het gevolg) niet (zou zijn ingetreden).
Elke omstandigheid word als oorzaak gezien, die niet valt weg te denken zonder dat ook het
gevolg wegvalt. Kan worden vergeleken met een ketting. Iedere oorzaak is hierbij evenveel
waard. (in 1921 afstand gedaan van deze causaliteitsleer)
De leer van de causa proxima
Betekent dat in de keten van oorzakelijke gevolgen alleen nog de dichtsbijzijnde causale
schakel als oorzaak mag worden aangemerkt. (1970 is deze vervangen)
De leer van de ´redelijke voorzienbaarheid´
De handeling van een verdachte wordt hem toegerekend indien het redelijk voorzienbaar is dat
door deze handeling een bepaald gevolg kan intreden. Daarbij gaan we uit van de maatstaf van
de redelijke voorzienbaarheid van de gemiddeld voorzichtige mens. ( figuur 4.1)
De leer van de ´redelijke toerekening´
Bij deze leer draait het om de vraag of de gevolgen van een bepaalde handeling redelijkerwijs
zijn toe te rekenen aan de verdachte. Vergeleken met de redelijke voorzienbaarheid word hier
meer gelet op het gevolg en niet op de oorzaak.
Het belang van Causaliteit
Op dit moment is de geldende causaliteitsleer, redelijke toerekening. Alleen bij materiele
delicten. Een delict waarbij het intreden van een bepaald een bestanddeel is. Het intreden van
dat gevolg door het handelen van de verdachte is een vereiste om schuldig te zijn aan dat
delict. (bijv doodslag, zware mishandeling)
Bij al deze misdrijven wordt een causaal, oorzakelijk, verband vereist tussen de handeling van
de verdachte en het gevolg.
Materiele delicten en opzet
De verdachte moet willens en wetens door zijn handelen het gevolg hebben gewild.
(voorbeeld hoogbejaarden overval).
Materiele delicten en schuld
De dader heeft geen vorm van opzet op het gevolg gehad, maar valt hem een verwijt te maken.
Denk aan dood door schuld bij een verkeersongeluk.