Taaldidactiek
Geletterdheid
● Omvat de competenties om informatie te verwerven, verwerken en gericht op
gebruiken. Dit betekent dat je met taal, cijfers en grafische gegevens kan omgaan en
gebruik kunnen maken van ICT en multimedia.
● Via taal kunnen communiceren en informatie verwerken, met cijfermatige en
grafische gegevens kunnen omgaan, gebruik kunnen maken van ICT.
● Info kunnen lezen, begrijpen, en weten wat je nodig hebt om het te kunnen begrijpen.
● Impact laaggeletterdheid:
○ Casus 1: problemen op de werkvloer
■ Missen kritische informatie, taken verkeerd uitvoeren, machines foutief
gebruiken → verminderde productiviteit, verhoogde kans op fouten en
frustraties bij collega’s en leidinggevende.
○ Casus 2: administratie en digitale barrières
■ Niet begrijpen waar je info vindt of waar ze moet invullen → missen
essentiële financiële steun + slaagt er niet in om kinderen goed te
ondersteunen bij digitale schooltaken → gezin dreigt in armoede te
geraken
○ Casus 3: gezondheidszorg en beperkte participatie
■ Niet navigeren op websites, missen van onderzoeken hierdoor →
gezondheidsrisico’s + isolatie want durft minder deel te nemen aan
preventiecampagnes of gezondheidsprojecten.
○ Casus 4: generatieoverdracht en schoolparticipaties
■ Kinderen niet ondersteunen bij schoolwerk, moeite met
schoolcommunicatie (brieven, grafieken, digitale platvormen),
kinderen krijgen minder leerstimulansen → achterstand, minder
ouderparticipatie op school + grotere kans dat laaggeletterdheid wordt
doorgegeven van generatie op generatie
○ Casus 5: maatschappelijke uitsluiting door digitalisering
■ Bijlagen openen lukt niet, formulieren indienen, videogesprekken →
weg uit solicitatieproces + meerdere hindernissen bij vinden van werk
→ maatschappelijke integratie en economische zelfstandigheid neemt
af.
1
,Aanvankelijk en technisch lezen
● Groepswerk
1. Bij kinderen waar de leesontwikkeling iets later op gang komt, zou een extra
jaar op de kleuterschool een oplossing brengen. Ze laten kinderen wel zitten
omdat in de lagere school de meeste kinderen blijven zitten door een te laag
leesniveau.
2. Kinderen die moeite hebben met lezen, zouden beter samen in een aparte
groep leesonderwijs krijgen.Goed om diversiteit te hebben maar zorgt niet
voor genoeg uitdaging.
3. Leerlingen met leesmoeilijkheden krijgen soms minder tijd om te lezen.
Kinderen krijgen te weinig tijd om te lezen en zo leren ze gokkend lezen.
4. Meer ouderbetrokkenheid leidt tot betere leesresultaten en meer
zelfvertrouwen.
● Algemeen
○ Kinderen met leesmoeilijkheden → afgelopen decennia bijna verdubbeld in
de Westerse landen (zie PIRLS)
○ Kunnen lezen = noodzaak in een kenniseconomie
= B! Voor zelfvertrouwen
○ Onderzoek toont dat de basis voor goed leren lezen voor alle kinderen
dezelfde is.
○ Leesmoeilijkheden leiden niet zelden tot het verlies van interesse in en liefde
voor het lezen.
○ Kinderen leren lezen = één van de kerntaken van onderwijs.
● Wat is lezen?
○ Een complex, doelgericht, sociaal en cognitief proces waarin lezers
tegelijkertijd hun kennis van gesproken en geschreven taal, hun kennis over
het onderwerp van de tekst en hun culturele kennis gebruiken om betekenis
te verlenen aan wat ze lezen.
○ Geen technische, geïsoleerde vaardigheid maar een ontwikkelingsproces dat
levenslang doorgaat.
○ Eindpunt is de volwassen lezer die met gemak een grote verscheidenheid
van teksten om uiteenlopende redenen kan lezen en zelfs moeilijke of slecht
geschreven teksten en teksten waarin hij niet geïnteresseerd is, begrijpt.
○ Afnemende leesvaardigheid = functioneel analfabetisme.
○ Gevoelige periode en onderzoeksresultaten.
2
,● Lezen en school
○ Technisch lezen als doelstelling staat niet in de ET vermeld
○ Overdoen van een leerjaar heeft bijna altijd te maken met achterblijvende
leesprestaties (7,5 % valt uit bij aanvankelijk lezen, 9% tot 16% van de
kinderen haalt het eindniveau voor technisch lezen niet.)
○ 48% leesmoeilijkheden te verklaren door gebrekkige instructie
○ Rol directie = niet te onderschatten
○ Hoge verwachtingen stellen = selffulfilling prophecy
○ In een klas van 30 lln mag je verwachten dat +/- 4 lln moeite hebben met
lezen.
● Lezen in het leven
○ Lezen als hobby en lezen als noodzaak voor maatschappelijke deelname
○ Lezen in onze MIJ = functionele vaardigheid ≠ je maakt je lezen eigen in het
dagelijkse leven
○ Lezen = de belangrijkste instrumentele vaardigheid die de school L bijbrengt
(+/- 110 min/week aan leesonderwijs)
○ Lezen op school is niet enkel een functionele taalactiviteit maar ook een
ondersteunende taalactiviteit. (examen)
○ Ondersteunend: → doelstelling leesvaardigheid vergroten
○ Functionele: → doelstelling leesvaardigheid toepassen
● Functies lezen
○ Maatschappelijke zelfredzaamheid
○ Schoolsucces
○ Leesplezier
3
, Het leesproces
● Logografische taal ←→ fonologische taal
○ Letterteken en klankteken
○ Kleuters oefenen met klanken, niet met lettertekens
○ ‘E’ kan op verschillende manieren w uitgesproken (het bed delen → u, è, é)
→ voor alle 3 een ander teken nodig?
○ Logografische taal:
■ De gebruikte tekens geven hele woorden weer; Japans karakterschrift
(elke teken stelt 1 woord voor)
■ Ons rekenschrift is ook logografische taal, met die 10 cijfers kan je alle
getallen maken: de tekens ontlenen hun waarde/vertaling aan hun
plaats (15-51, 96-69)
○ Fonologische taal:
■ Europese talen maken gebruik van een alfabet waarvan de tekens
klanken weergeven. Door klanken aan elkaar te verbinden komen we
tot woorden en tot hele zinnen.
○ 3 problemen:
1. Fonemen: eu in deur en neus, t(e)waalf
2. Grafemen en fonemen matchen niet 1/1 (letterteken en klank komen
niet overeen)
3. Klankzuivere woorden: lopen, pot, pen, lepel
● Klinkers KLINKEN, als je letters wil roepen gaat dat met je klinkers wel, met je
medeklinkers helemaal niet.
● Examenvraag: 10 woorden zoeken die een zuivere match hebben.
● Examenvraag: splits de woorden in correcte grafemen bv. schreeuw = s-ch-r-eeu-w;
bang = b-a-ng
➔ Ch, ng, nk kan je nooit splitsen!
● Lezen als informatieverwerking
○ Bij lezen maak je gebruik van versch. soorten info.
■ Visuele info
■ Kennis van opbouwprincipes
■ Betekenisrelaties
○ Informatieniveau
■ Morfologie: vorm vh woord (achter- en voorvoegsels)
■ Syntaxis: opbouw van zin, volgorde van zin
■ Fonologie: hoe de klanken klinken
■ Semantiek: betekenis geven aan woorden.
■ Actieve taal: taal zelf produceren, taal gebruiken
4
Geletterdheid
● Omvat de competenties om informatie te verwerven, verwerken en gericht op
gebruiken. Dit betekent dat je met taal, cijfers en grafische gegevens kan omgaan en
gebruik kunnen maken van ICT en multimedia.
● Via taal kunnen communiceren en informatie verwerken, met cijfermatige en
grafische gegevens kunnen omgaan, gebruik kunnen maken van ICT.
● Info kunnen lezen, begrijpen, en weten wat je nodig hebt om het te kunnen begrijpen.
● Impact laaggeletterdheid:
○ Casus 1: problemen op de werkvloer
■ Missen kritische informatie, taken verkeerd uitvoeren, machines foutief
gebruiken → verminderde productiviteit, verhoogde kans op fouten en
frustraties bij collega’s en leidinggevende.
○ Casus 2: administratie en digitale barrières
■ Niet begrijpen waar je info vindt of waar ze moet invullen → missen
essentiële financiële steun + slaagt er niet in om kinderen goed te
ondersteunen bij digitale schooltaken → gezin dreigt in armoede te
geraken
○ Casus 3: gezondheidszorg en beperkte participatie
■ Niet navigeren op websites, missen van onderzoeken hierdoor →
gezondheidsrisico’s + isolatie want durft minder deel te nemen aan
preventiecampagnes of gezondheidsprojecten.
○ Casus 4: generatieoverdracht en schoolparticipaties
■ Kinderen niet ondersteunen bij schoolwerk, moeite met
schoolcommunicatie (brieven, grafieken, digitale platvormen),
kinderen krijgen minder leerstimulansen → achterstand, minder
ouderparticipatie op school + grotere kans dat laaggeletterdheid wordt
doorgegeven van generatie op generatie
○ Casus 5: maatschappelijke uitsluiting door digitalisering
■ Bijlagen openen lukt niet, formulieren indienen, videogesprekken →
weg uit solicitatieproces + meerdere hindernissen bij vinden van werk
→ maatschappelijke integratie en economische zelfstandigheid neemt
af.
1
,Aanvankelijk en technisch lezen
● Groepswerk
1. Bij kinderen waar de leesontwikkeling iets later op gang komt, zou een extra
jaar op de kleuterschool een oplossing brengen. Ze laten kinderen wel zitten
omdat in de lagere school de meeste kinderen blijven zitten door een te laag
leesniveau.
2. Kinderen die moeite hebben met lezen, zouden beter samen in een aparte
groep leesonderwijs krijgen.Goed om diversiteit te hebben maar zorgt niet
voor genoeg uitdaging.
3. Leerlingen met leesmoeilijkheden krijgen soms minder tijd om te lezen.
Kinderen krijgen te weinig tijd om te lezen en zo leren ze gokkend lezen.
4. Meer ouderbetrokkenheid leidt tot betere leesresultaten en meer
zelfvertrouwen.
● Algemeen
○ Kinderen met leesmoeilijkheden → afgelopen decennia bijna verdubbeld in
de Westerse landen (zie PIRLS)
○ Kunnen lezen = noodzaak in een kenniseconomie
= B! Voor zelfvertrouwen
○ Onderzoek toont dat de basis voor goed leren lezen voor alle kinderen
dezelfde is.
○ Leesmoeilijkheden leiden niet zelden tot het verlies van interesse in en liefde
voor het lezen.
○ Kinderen leren lezen = één van de kerntaken van onderwijs.
● Wat is lezen?
○ Een complex, doelgericht, sociaal en cognitief proces waarin lezers
tegelijkertijd hun kennis van gesproken en geschreven taal, hun kennis over
het onderwerp van de tekst en hun culturele kennis gebruiken om betekenis
te verlenen aan wat ze lezen.
○ Geen technische, geïsoleerde vaardigheid maar een ontwikkelingsproces dat
levenslang doorgaat.
○ Eindpunt is de volwassen lezer die met gemak een grote verscheidenheid
van teksten om uiteenlopende redenen kan lezen en zelfs moeilijke of slecht
geschreven teksten en teksten waarin hij niet geïnteresseerd is, begrijpt.
○ Afnemende leesvaardigheid = functioneel analfabetisme.
○ Gevoelige periode en onderzoeksresultaten.
2
,● Lezen en school
○ Technisch lezen als doelstelling staat niet in de ET vermeld
○ Overdoen van een leerjaar heeft bijna altijd te maken met achterblijvende
leesprestaties (7,5 % valt uit bij aanvankelijk lezen, 9% tot 16% van de
kinderen haalt het eindniveau voor technisch lezen niet.)
○ 48% leesmoeilijkheden te verklaren door gebrekkige instructie
○ Rol directie = niet te onderschatten
○ Hoge verwachtingen stellen = selffulfilling prophecy
○ In een klas van 30 lln mag je verwachten dat +/- 4 lln moeite hebben met
lezen.
● Lezen in het leven
○ Lezen als hobby en lezen als noodzaak voor maatschappelijke deelname
○ Lezen in onze MIJ = functionele vaardigheid ≠ je maakt je lezen eigen in het
dagelijkse leven
○ Lezen = de belangrijkste instrumentele vaardigheid die de school L bijbrengt
(+/- 110 min/week aan leesonderwijs)
○ Lezen op school is niet enkel een functionele taalactiviteit maar ook een
ondersteunende taalactiviteit. (examen)
○ Ondersteunend: → doelstelling leesvaardigheid vergroten
○ Functionele: → doelstelling leesvaardigheid toepassen
● Functies lezen
○ Maatschappelijke zelfredzaamheid
○ Schoolsucces
○ Leesplezier
3
, Het leesproces
● Logografische taal ←→ fonologische taal
○ Letterteken en klankteken
○ Kleuters oefenen met klanken, niet met lettertekens
○ ‘E’ kan op verschillende manieren w uitgesproken (het bed delen → u, è, é)
→ voor alle 3 een ander teken nodig?
○ Logografische taal:
■ De gebruikte tekens geven hele woorden weer; Japans karakterschrift
(elke teken stelt 1 woord voor)
■ Ons rekenschrift is ook logografische taal, met die 10 cijfers kan je alle
getallen maken: de tekens ontlenen hun waarde/vertaling aan hun
plaats (15-51, 96-69)
○ Fonologische taal:
■ Europese talen maken gebruik van een alfabet waarvan de tekens
klanken weergeven. Door klanken aan elkaar te verbinden komen we
tot woorden en tot hele zinnen.
○ 3 problemen:
1. Fonemen: eu in deur en neus, t(e)waalf
2. Grafemen en fonemen matchen niet 1/1 (letterteken en klank komen
niet overeen)
3. Klankzuivere woorden: lopen, pot, pen, lepel
● Klinkers KLINKEN, als je letters wil roepen gaat dat met je klinkers wel, met je
medeklinkers helemaal niet.
● Examenvraag: 10 woorden zoeken die een zuivere match hebben.
● Examenvraag: splits de woorden in correcte grafemen bv. schreeuw = s-ch-r-eeu-w;
bang = b-a-ng
➔ Ch, ng, nk kan je nooit splitsen!
● Lezen als informatieverwerking
○ Bij lezen maak je gebruik van versch. soorten info.
■ Visuele info
■ Kennis van opbouwprincipes
■ Betekenisrelaties
○ Informatieniveau
■ Morfologie: vorm vh woord (achter- en voorvoegsels)
■ Syntaxis: opbouw van zin, volgorde van zin
■ Fonologie: hoe de klanken klinken
■ Semantiek: betekenis geven aan woorden.
■ Actieve taal: taal zelf produceren, taal gebruiken
4