100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Loonheffingen

Rating
-
Sold
-
Pages
45
Uploaded on
20-12-2025
Written in
2025/2026

Samenvattingen van het boek loonheffingen ISBN: 9789013179217

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 20, 2025
Number of pages
45
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Loonheffingen Boek
Hoofdstuk 1 Inleiding tot de loonbelasting
Inleiding
Loonheffingen bestaan uit:
1. Loonbelasting
2. Premie volksverzekeringen
3. Premies werknemersverzekeringen
4. Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw

Met loonheffing wordt de heffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen bedoeld ten laste van
de werknemer. De andere 2 komen vaak ten laste van de werkgever.

Geschiedenis en plaatsbepaling
Wet IB was gebaseerd op bronnenfictiestelsel: ging niet uit van werkelijke maar verwachte inkomen. De
Duitse bezetter koos er in 1940 voor om het reële stelsel in te stellen, die wel uitgaat van het werkelijke
inkomen. Dit besluit is later vervangen door de Wet LB 1964.
Loonheffingen worden ook wel aorta van BV NL genoemd: benadrukt financiële belang voor de staat.

Het tweedelige karakter van de loonbelasting
Er zijn verschillende karakters denkbaar:
- Loonbelasting alleen als voorheffing op IB: zonder persoonlijke omstandigheden mee te nemen
- Zelfstandige loonbelasting: elke categorie heeft zelfstandige belastingheffing
- Loonbelasting met dubbele functie: voorheffing berekenen incl. kortingen om aanslag IB alleen
nuttig te laten zijn voor andere vormen van inkomen (huidig)
- Loonsomheffing: ipv per werknemer apart, alles samen afdragen (door werkgever)

Lasten voor de inhoudingsplichtigen
Zij lopen risico van naheffingen, etc. als blijkt dat de heffingsregels niet zijn nageleefd

De drie pijlers van loonbelasting
1. Subject: de werknemer
2. Werkgever/inhoudingsplichtige
3. Loon

Werknemer is de primaire loonbelastingplichtige. Inhoudingsplichtigen moeten ook eigen loonbelasting
inhouden (zijn dan dus tegelijk subject). Je bent werknemer als je in (fictieve) dienstbetrekking staat.
Inhoudingsplichtige moet loonbelasting inhouden en afdragen
Loon is alles wat uit tegenwoordige of vroegere dienstbetrekking wordt genoten.

Rechtsbronnen van loonbelasting
Wet LB 1964 gaat over de heffing van loonbelasting. Regels van formeel recht (o.a. aangifte en
afdracht) zijn te vinden in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), bezwaar en beroep staat
vooral in (Awb). Ook besluiten en jurisprudentie zijn rechtsbronnen.

Loonbelasting is een bronheffing
Zonder inkomensbron kan geen belasting worden geheven. Voor een inkomensbron gelden
bronvereisten. Betrokkene moet deelnemen aan economische verkeer en het verkrijgen van een
inkomensbestanddeel subjectief beogen en naar maatschappelijke opvattingen ook redelijkerwijs
objectief verwachten.

,Voordelen van een heffing aan de bron voor de staat:
1. Snelle en gelijkmatige inning van belastinggelden: als loon wordt genoten
2. Hogere belastingopbrengst: minder fraude
3. Gemakkelijke en goedkope inning: inhoudingsplichtigen doen het werk
Voor de werknemers is het voordeel dat ze het geld niet apart hoeven zetten.

De loonbelasting fungeert als een voorheffing of als een eindheffing
Voorheffing: voorschotbetaling op de later door de werknemer te betalen IB (wordt verrekend)
Eindheffing: loonbelasting zorgt ervoor dat er niets extra’s betaald hoeft te worden bij de IB

Loonbelasting is een directe belasting
Geen praktische betekenis meer.

Loonbelasting is een afdrachtsbelasting
Geheven door inhouding op het loon en afdrage door de inhoudingsplichtige. Kan ook door middel van
een aanslag van de belastingdienst.
Als inhoudingsplichtige juiste bedrag aan loonheffingen inhoudt, maar te weinig afdraagt→
naheffingsaanslag
Als inhoudingsplichtige te weinig inhoudt en dus te weinig afdraagt→ correctieverplichting.

Loonbelasting is (deels) een subjectieve en persoonlijke belasting
Rechtssubject staat voorop en niet het voorwerp van de belasting zoals bij OB. Er wordt rekening
gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.

Hoofdstuk 3 De ‘echte’ dienstbetrekking
Inleiding
Werknemer: natuurlijk persoon die tot een inhoudingsplichtige in een civielrechtelijke (burgerlijk recht) of
publiekrechtelijke dienstbetrekking staat.

Civielrechtelijke dienstbetrekking
Geregeld in het BW. 3 overeenkomsten die betrekking hebben op arbeidsrelaties waarin een
opdrachtnemer arbeid verricht in opdracht van opdrachtgever:
1. Arbeidsovereenkomst
2. Overeenkomst van aanneming van werk
3. Overeenkomst van opdracht
3 essentiële elementen: gezag, loon en arbeid (persoonlijk verricht). Voor de bepaling hiervan zijn
verschillende aspecten van belang:
- Inbedding: van de werkende en het werk t.o.v. opdrachtgever
- Ondernemerschap: handelen van ondernemer kan invloed hebben op bepalen van
dienstbetrekking of niet.
- Vrije vervanging: persoonlijk verrichten is een vereiste, maar opnemen van vervangingsclausule
ondermijnt dit niet.
De wil van beide partijen is het vertrekpunt voor de beoordeling van de rechten en verplichtingen die in
hun wederzijdse relatie zullen gelden. Contracten zijn dus niet leidend, maar de getoetste wil.
Kwalificatiebeslissing: weging van alle relevante feiten en omstandigheden. Er wordt gebruik gemaakt
van een geïntegreerde beoordeling/holistische toets (ipv alle eisen apart).
Het arbeidsrecht is mede gebaseerd op het beginsel van ongelijkheidscompensatie ter bescherming
van de werknemer als maatschappelijk zwakkere partij.

,Beginsel van contractvrijheid: partijen zijn vrij in de keuze van de wederpartij en in de wederzijdse
rechten en verplichtingen die zij wensen aan te gaan. Beperkt door rechtsregels.
Voor vaststellen rechtsposities van partijen tov elkaar en derden kan complex zijn door tussenpersonen
(payrolling, management-bv). Voor uitleg overeenkomsten is niet alleen de taalkundige uitleg geldend,
maar ook de zin en verwachtingen die beide partijen redelijkerwijs van elkaar kunnen verwachten
(haviltex-norm)
Ook geldt dat hoewel een arbeidsovereenkomst nietig kan zijn, deze nog wel onderhevig is aan
loonheffing.

Gezagsverhouding: voor gezag is zeggenschap nodig. Bij afwezigheid van instructiebevoegdheid kan
geen sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. 2 vormen:
o Materieel gezag: werkgever geeft bindende aanwijzingen over uitvoering werkzaamheden,
werknemer heeft plicht zich aan die instructies te houden.
Latente gezagsverhouding: werkgever verstrekt opdrachten die werknemer moet uitvoeren (zonder
instructies). Kan ook als opdrachtnemer gekwalificeerder is dan de opdrachtgever. Er kan wel sprake
zijn van een hoge mate van autonomie.
o Formeel gezag: denk aan gedragsregels en andere formaliteiten die een werkgever kan
opleggen aan een werknemer.
Andere factoren die meespelen zijn mate van risico die arbeider loopt, zijn inbreng van hulpmiddelen,
evt. doorbetaling bij ziekte, arbeidsduur, etc.
Afgeleid gezag betekent dat een werknemer instructies krijgt van iemand anders dan de formele
werkgever, maar dat dit gezag uiteindelijk toch via de werkgever loopt. Het gezag is dus afgeleid, niet
rechtstreeks.
Adviseurs kennen geen gezagsverhouding en zijn dus geen werknemers in de zin van het civiele recht.
Zij ontvangen hun beloning buiten dienstbetrekking en betalen dus geen loonbelasting.
Stages en opleidingen tonen vaak overeenkomsten van een arbeidsovereenkomst. Deze ontbreekt
echter als er alleen sprake is van werkzaamheden die primair zijn gericht op vergroten eigen kennis en
opdoen van werkervaring. Arbeid is gericht op studiedoel en instructiemogelijkheid van werkgever is
beperkt. Geen werknemer volgens BW, kan wel fictieve dienstbetrekking zijn.
Als de werkinhoudelijke of organisatorische sturing groter is dan verrichten van arbeid voor eigen
rekening en risico, wordt de arbeid verricht in opdracht van werkgever.
Verplichting tot verrichten van arbeid: hoeft niet per se fysieke arbeid te zijn die resultaat oplevert.
Beschikbaar zijn kan ook arbeid zijn. Moet persoonlijk, mag met goedkeuren van werkgever ook door
een derde worden verricht, maar de derde moet niet zijn plaats overnemen. Omdat het persoonlijk
moet, kan een rechtspersoon geen werknemer zijn. Feiten en omstandigheden geven bij beslissing de
doorslag, niet contract.
Verplichting van werkgever tot belonen: beloning kan in geld of natura. Kan vast of variabel. Moet meer
zijn dan vergoeding van kosten. Stimuleringspremie (cursussen etc om kansen te vergroten) valt ook
niet onder loon. Wanverhouding tussen arbeid en loon is niet relevant. Zeer lage beloning voor werk
voor goed doel, kan alsnog arbeid zijn.

Inperking en verruiming van verzekeringsplicht
Niet iedereen heeft verzekeringsplicht:
o premieplicht eindigt voor AOW-gerechtigde leeftijd op de eerste van de maand waarin de
persoon die leeftijd bereikt
o sommige arbeidsverhoudingen: vaak te maken met overheid of dga
o vreemdelingen die niet rechtmatig in NL verblijven

Vrijwilligers

, Vrijwilligersregeling: art. 2 lid 6 Wet LB 1964. Zodra max. bedragen zijn overschreden is deze niet meer
van toepassing en wordt het mogelijk wel belast.
Onder vrijwilliger wordt verstaan: degene die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een
civielrechtelijk of publiekrechtelijk lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
Tenzij het een sportorganisatie is of algemeen nut beogende instellinge (ANBI’s) die ook VPB moeten
afdragen.

Dienstverlening aan huis
Art. 5 LB. Vrijgesteld voor loonheffingen, tenzij degene die werkzaamheden ten behoeve van het
huishouden verricht ook in relatie staat tot een derde, die ook het loon verschuldigd is. (inhuren
zorgverleners bijv.). Moet minder dan 4 dagen per week werkzaam zijn, aantal uren per dag maakt niet
uit. Gaat om activiteiten ten behoeve van een huishouden die redelijkerwijs te verwachten zijn, verlenen
van zorg valt hier ook onder. Uitgangspunt van deze vrijstelling is het bestaan van een dienstbetrekking.

Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder (DGA)
Statutair bestuurder van bv die als zodanig arbeid verricht voor vennootschap, staat in gezagsrelatie tot
ava. Zijn niet verzekerd voor werknemersverzekeringen, want wie kan ze ontslaan? Positie van
bestuurder wordt bepaald op basis van zeggenschap, tezamen met die van zijn
echtgenoot/bloedverwanten t/m derde graad. Rechtspersoon kan ook statutair bestuurder zijn, voor de
wet wordt dan de natuurlijke persoon die zorgt voor de feitelijke uitvoering als bestuurder aangemerkt.

Publiekrechtelijke dienstbetrekking
Rechtspositie van ambtenaren is bijna gelijk met die van werknemers in de private sector. Wel in
publiekrechtelijke rechtspositie: politieke ambtsdragers, leden van Hoge Colleges van de Staat, etc. De
3 elementen van civiele dienstbetrekking zijn ook door te trekken naar de publieke dienstbetrekking.
Geen publieke dienstbetrekking als je bent gekozen in openbare functie en (volks)
vertegenwoordigende taak hebt.

Vroegere en tegenwoordige dienstbetrekking
Ook werknemer als je loon geniet uit vroegere dienstbetrekking. Bijv. pensioenuitkering, nog steeds
loonheffing betalen. Bij vroegere vindt het zijn oorzaak in voorheen verrichte arbeid en tegenwoordig is
met een tegenprestatie in bepaald tijdvak verrichte arbeid. Werknemer behoudt het recht op loon als hij
de arbeid niet verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van werkgever behoort te
komen.

Dienstbetrekking van een ander
Ook werknemer als je loon geniet uit de vroegere dienstbetrekking van een ander. Bijv. erfgenamen.
Ook al sta je je loon af aan derde (in huidige dienstbetrekking), nog steeds loonheffing verschuldigd.

Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
Zelfstandige opdrachtnemers (zzp’ers) doen ook vaak werk in loondienst. Om duidelijkheid te verkrijgen
over de kwalificatie van de arbeidsrelatie kon de opdrachtnemer een verklaring arbeidsrelatie (VAR)
aanvragen. Om vrees voor correcties, en daarmee minder werk voor zzp’ers, te voorkomen zijn er
moties aangenomen voor een zachtere landing, die het volgende inhouden:
1. risicogericht handhaven, waarschuwing vooraf, menselijke maat en maatwerk
2. publicatie beslis- en afwegingskader
3. ingroeimodel van 5 jaar: tot 2030
4. geen boetes over 2025
5. modelovereenkomsten en vooroverleg: modelovereenkomsten blijven geldig tot eind 2029, mits
praktijk overeenkomt met overeenkomst
$7.83
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
carolinemulder

Get to know the seller

Seller avatar
carolinemulder Rijksuniversiteit Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
8 months
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions