Begrippenlijst Psychische aandoeningen
Positieve gezondheid definitie = het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren, in
het licht van sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.
Mentale gezondheid = kunnen rekenen op je cognitieve vermogens, jezelf en de gebeurtenissen
kunnen accepteren zoals ze zijn en een positieve stemming.
Zingeving = het hebben van een doel in het leven, betekenisvolle activiteiten, spiritueel
welbevinden en het ervaren van voldoening.
Kwaliteit van leven = je veilig voelen en tevreden zijn met hoe je woont, hoe je rondkomt en met
wie je bent.
Sociale gezondheid = interesse hebben in de samenleving en anderen, erbij horen en met
anderen leuke dingen doen.
Fysieke gezondheid = je gezond voelen, fit zijn, weinig klachten en pijn ervaren, voldoende
bewegen en voldoende conditie hebben om actief te kunnen leven.
Dagelijks functioneren = voor jezelf kunnen zorgen, zowel praktisch, financieel als voldoende
kennis hebben van (de eigen) gezondheid, hulp kunnen vragen wanneer dat nodig is.
WHO definitie gezondheid = ‘een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal
welbevinden, en niet slechts een afwezigheid van ziekte of gebrek’.
Voordeel denkwijze positieve gezondheid = maakt samenwerking tussen medische en de
welzijnssector mogelijk.
Diagnose recept model = een arts/psycholoog stelt de diagnose vast en stelt vast wat er moet
gebeuren.
Nadelen diagnose recept model = de betekenis van de aandoening en het levensverhaal krijgen
nauwelijks ruimte . het label blijkt bepalend voor het beeld van iemand en (gebrek aan)
verwachtingen kan aanleiding geven tot uitsluiting.
Transdiagnostische factoren =
Dezelfde biologische factoren (genetische en neurobiologische overlap). Dezelfde
psychologische kenmerken bij verschillende aandoeningen. Ingrijpende gebeurtenissen in de
jeugd hebben verschillende effecten op de mentale gezondheid. Stress kan een brede variatie
aan psychische aandoeningen uitlokken. Eén therapie kan verschillende aandoeningen
beïnvloeden (antidepressiva, cognitieve gedragstherapie).
Symptoomnetwerken = symptomen (bv: verminderde concentratie, slaapkwaliteit, of meer
piekeren, onrust) zetten elkaar aan, de connectiviteit tussen de symptomen heeft grote invloed
op het verloop van de klachten.
Brug symptomen = komen voor bij meerdere aandoeningen en bieden onder andere een
verklaring voor comorbiditeit.
, Biopsychosociaal model = biologische, psychologische en sociale factoren werken in interactie
bij het ontstaan van een psychische aandoening.
Psychosociale factoren die beïnvloeden hoe fysieke aandoeningen = toegang tot medische zorg.
Acceptatie en begrip van / participatie in aanbevolen behandeling / aanpak. Sociale steun.
Copingvaardigheden. Houding t.o.v. ziekte en gezondheid.
Psychosociale factoren die beïnvloeden hoe genetische kwetsbaarheid tot uiting komt = sociale
factoren: armoede, sociale uitsluiting. Familiale factoren: verwaarlozing, mishandeling. Leefstijl
factoren: beweging en dieet.
Sociaalpsychiatrie: sociale psychiatrie is die vorm van psychiatrie die benadrukt dat psychische
(on)gezondheid ontstaan in interactie. Het individu en de omgeving beïnvloeden deze interactie,
ook bij herstel. De omgeving of de samenleving kan bijvoorbeeld ziekmakende en ziekhoudende
elementen bevatten.
Vb. van cultuurhistorische invloed op wat (ab)normaal wordt gevonden = homoseksualiteit in de
DSM tot 1974 in het westen, passief agressieve stoornis tot 1994 in de DSM.
Definitie herstel van Anthony (1993) = herstel is een zeer persoonlijk en uniek proces waarin
iemands opvattingen, waarden, gevoelens, doelen en/of rollen veranderen. Het leidt tot een
leven met meer voldoening waarin hoop een plaats heeft en men kan geven en nemen ondanks
de beperkingen die veroorzaakt worden door de aandoening. Herstel heeft te maken met het
ontstaan van een nieuwe betekenis en zin in het leven, terwijl men over de rampzalige gevolgen
van een psychiatrische aandoening heen groeit.
4 fasen van herstel = 1. Overweldigd zijn door de aandoening. 2. Worstelen met de aandoening.
3. Leven met de aandoening. 4. Leven voorbij de aandoening.
Kenmerken fase ‘overweldigd zijn door de aandoening’ = ontreddering, verwarring en
machteloosheid.
Kenmerken fase ‘worstelen met de aandoening’ = schaamte, schrik en behoedzaamheid.
Kenmerken fase ‘leven met de aandoening’ = verbondenheid keert terug, kent eigen
mogelijkheden en beperkingen.
Kenmerken fase ‘leven voorbij de aandoening’ = verbondenheid en vertrouwen in herstellend
vermogen (ook bij terugval). Nieuwe rollen, voorzorg en signalering.
4 aspecten van herstel = 1. Herstel van de medische gezondheid, de symptomen verdwijnen. 2.
Herstel van het alledaagse functioneren. 3. Herstel van het maatschappelijk participeren. 4.
Herstel van de persoonlijke identiteit en zingeving. Deze vormt de kern van het herstel.
Herstelfactoren = verbinding, hoop en optimisme, identiteit, betekenis en zingeving,
empowerment.
IRB = Individuele Rehabilitatie Benadering; ondersteunt mensen met een beperking bij hun
maatschappelijk herstel op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding, vrije tijd en
sociale contacten.
IPS = Individuele Plaatsing en Steun; is een herstelgerichte methode om mensen met ernstige
psychische problemen te helpen bij het verkrijgen en behouden van betaald werk.
Positieve gezondheid definitie = het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren, in
het licht van sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.
Mentale gezondheid = kunnen rekenen op je cognitieve vermogens, jezelf en de gebeurtenissen
kunnen accepteren zoals ze zijn en een positieve stemming.
Zingeving = het hebben van een doel in het leven, betekenisvolle activiteiten, spiritueel
welbevinden en het ervaren van voldoening.
Kwaliteit van leven = je veilig voelen en tevreden zijn met hoe je woont, hoe je rondkomt en met
wie je bent.
Sociale gezondheid = interesse hebben in de samenleving en anderen, erbij horen en met
anderen leuke dingen doen.
Fysieke gezondheid = je gezond voelen, fit zijn, weinig klachten en pijn ervaren, voldoende
bewegen en voldoende conditie hebben om actief te kunnen leven.
Dagelijks functioneren = voor jezelf kunnen zorgen, zowel praktisch, financieel als voldoende
kennis hebben van (de eigen) gezondheid, hulp kunnen vragen wanneer dat nodig is.
WHO definitie gezondheid = ‘een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal
welbevinden, en niet slechts een afwezigheid van ziekte of gebrek’.
Voordeel denkwijze positieve gezondheid = maakt samenwerking tussen medische en de
welzijnssector mogelijk.
Diagnose recept model = een arts/psycholoog stelt de diagnose vast en stelt vast wat er moet
gebeuren.
Nadelen diagnose recept model = de betekenis van de aandoening en het levensverhaal krijgen
nauwelijks ruimte . het label blijkt bepalend voor het beeld van iemand en (gebrek aan)
verwachtingen kan aanleiding geven tot uitsluiting.
Transdiagnostische factoren =
Dezelfde biologische factoren (genetische en neurobiologische overlap). Dezelfde
psychologische kenmerken bij verschillende aandoeningen. Ingrijpende gebeurtenissen in de
jeugd hebben verschillende effecten op de mentale gezondheid. Stress kan een brede variatie
aan psychische aandoeningen uitlokken. Eén therapie kan verschillende aandoeningen
beïnvloeden (antidepressiva, cognitieve gedragstherapie).
Symptoomnetwerken = symptomen (bv: verminderde concentratie, slaapkwaliteit, of meer
piekeren, onrust) zetten elkaar aan, de connectiviteit tussen de symptomen heeft grote invloed
op het verloop van de klachten.
Brug symptomen = komen voor bij meerdere aandoeningen en bieden onder andere een
verklaring voor comorbiditeit.
, Biopsychosociaal model = biologische, psychologische en sociale factoren werken in interactie
bij het ontstaan van een psychische aandoening.
Psychosociale factoren die beïnvloeden hoe fysieke aandoeningen = toegang tot medische zorg.
Acceptatie en begrip van / participatie in aanbevolen behandeling / aanpak. Sociale steun.
Copingvaardigheden. Houding t.o.v. ziekte en gezondheid.
Psychosociale factoren die beïnvloeden hoe genetische kwetsbaarheid tot uiting komt = sociale
factoren: armoede, sociale uitsluiting. Familiale factoren: verwaarlozing, mishandeling. Leefstijl
factoren: beweging en dieet.
Sociaalpsychiatrie: sociale psychiatrie is die vorm van psychiatrie die benadrukt dat psychische
(on)gezondheid ontstaan in interactie. Het individu en de omgeving beïnvloeden deze interactie,
ook bij herstel. De omgeving of de samenleving kan bijvoorbeeld ziekmakende en ziekhoudende
elementen bevatten.
Vb. van cultuurhistorische invloed op wat (ab)normaal wordt gevonden = homoseksualiteit in de
DSM tot 1974 in het westen, passief agressieve stoornis tot 1994 in de DSM.
Definitie herstel van Anthony (1993) = herstel is een zeer persoonlijk en uniek proces waarin
iemands opvattingen, waarden, gevoelens, doelen en/of rollen veranderen. Het leidt tot een
leven met meer voldoening waarin hoop een plaats heeft en men kan geven en nemen ondanks
de beperkingen die veroorzaakt worden door de aandoening. Herstel heeft te maken met het
ontstaan van een nieuwe betekenis en zin in het leven, terwijl men over de rampzalige gevolgen
van een psychiatrische aandoening heen groeit.
4 fasen van herstel = 1. Overweldigd zijn door de aandoening. 2. Worstelen met de aandoening.
3. Leven met de aandoening. 4. Leven voorbij de aandoening.
Kenmerken fase ‘overweldigd zijn door de aandoening’ = ontreddering, verwarring en
machteloosheid.
Kenmerken fase ‘worstelen met de aandoening’ = schaamte, schrik en behoedzaamheid.
Kenmerken fase ‘leven met de aandoening’ = verbondenheid keert terug, kent eigen
mogelijkheden en beperkingen.
Kenmerken fase ‘leven voorbij de aandoening’ = verbondenheid en vertrouwen in herstellend
vermogen (ook bij terugval). Nieuwe rollen, voorzorg en signalering.
4 aspecten van herstel = 1. Herstel van de medische gezondheid, de symptomen verdwijnen. 2.
Herstel van het alledaagse functioneren. 3. Herstel van het maatschappelijk participeren. 4.
Herstel van de persoonlijke identiteit en zingeving. Deze vormt de kern van het herstel.
Herstelfactoren = verbinding, hoop en optimisme, identiteit, betekenis en zingeving,
empowerment.
IRB = Individuele Rehabilitatie Benadering; ondersteunt mensen met een beperking bij hun
maatschappelijk herstel op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding, vrije tijd en
sociale contacten.
IPS = Individuele Plaatsing en Steun; is een herstelgerichte methode om mensen met ernstige
psychische problemen te helpen bij het verkrijgen en behouden van betaald werk.