STATISTIEK 2
22-02-2021
CARMEN O.
TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
,Onderzoek en statistiek jaar 3 blok 2
+ inductieve statistiek
= op basis van beperkt aantal gevallen tot een algemene regel komen.
- relatie tussen steekproef (gegevens van een beperkt aantal) en populatie.
- in steekproeven spelen altijd toevalsfactoren.
- toeval scheiden van eventuele regelmaat
- gebaseerd op kansrekening
Voorbeeld: jongens zijn dommer dan meisjes
+ binomiale verdelingen
= 2 waarden (goed/fout, gewonnen, niet gewonnen)
Voorbeeld: je werpt 8 maal een muntje, wat is de kans op kop?
(1/2)^8=1/256=0,4%
Voorbeeld: wat is de kans dat je 7 keer kop gooit en 1 keer munt gooit?
8x (1/2)^8=1/32
N= hoe vaak doe je iets – bijvoorbeeld dobbelen
π= de kans op iets
Kans P K keer kruis
Cumulatieve verdeling= de kans op .. keer of minder
- opgeteld
Tabel B voor n=20 op blz. 360 in het boek
20 mensen moesten aangeven of mensen wel of niet denken dat er naar ze gekeken wordt.
16 of meer vd 20 mensen geven het goede antwoord, dus?
Tabel B blz 360:
N=20
Bπ= 0.5
100-99.41(15 of minder)= 0,59%
Paragraaf 8.8 boek
Overschrijdingskans (p)
- links: de kans op die uitkomst of lager
Noteer: p(k<= (onder elkaar) getal) oftewel p(k=0) + p(k=1) etc
, - direct op te zoeken in de tabel bij k
- rechts: de kans op die uitkomst of hoger
- kans opzoeken bij k-1 deze kans aftrekken van 100%
Addertje: stel je hebt 30 3keuzevragen, wat is de kans op 15 of meer vragen goed?
100- 95,65(van pi=14 of lager is dat de cumulatieve kans, dus niet van 15)= 4,35 ipv 2,82
-> kans op precieze K
A. linksoverschrijding opzoeken
B. linksoverschrijdingskans van k-1
- b–a
8.12
Parameters gebruik je voor grootheden in een populatie (Grieks)- mu, rho etc
‘gewone’ Romeinse letters gebruik je voor je voor grootheden in een steekproef – s^2
Stochasten: s,p en r
9 tm bullets 270
Kansrekening gaat uit van bekende gegevens over de populatie (zoals parameters) om van daaruit de
kans op waarden in de steekproef te berekenen (zoals de stochasten)
10-10.2
Wanneer je gelooft dat er geen sprake is van toeval, spreek je van significantie.
- voldoende onderscheidend van toeval.
Overschrijdingskans(p)= kans op x aantal succes (in procenten)
Grenskans(alpha)= wanneer je gelooft dat er geen sprake meer is van toeval.
Dus stel: de alpha is 5% en de p<5% dan is er sprake van significantie
Vb: als 15 van de 20 personen het goede antwoord geven, is de uitkomst significant bij alpha=5%
- p(k>=15)=2,07%
Bij alpha=1% is het significant van 16 van de 20.
A KIES JE, P VIND JE!!
P < alpha -> H0 verwerpen